Marc Vande Gucht (Fonds GavoorGeluk) schrijft boek over suïcide: ‘Wij zijn niet meteen een warm volk’

MARC VANDE GUCHT "Vroeger dacht ik te veel in Excel-bestanden." © Jonas Lampens
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Sinds zijn dochter uit het leven stapte, kijkt Marc Vande Gucht anders aan tegen werken en leven. Als medeoprichter van het Fonds GavoorGeluk wil hij jongeren meer veerkracht geven. ‘Wie het goed heeft, heeft de morele plicht iemand die zich vastrijdt een zetje te geven.’

Twee zekerheden heeft Marc Vande Gucht. Eén: hij zal nooit exact weten waarom zijn twintigjarige dochter Joke zestien jaar geleden uit het leven stapte. Twee: hij zal toch altijd naar het antwoord blijven zoeken. “Nu nog zou ik het vliegtuig nemen naar Australië, waar ze tot kort voor haar overlijden verbleef als uitwisselingsstudente. Al was het maar om drie zinnen te horen die eigenlijk totaal geen belang hebben”, zegt hij. “Tegelijk besef ik dat het niets zal veranderen, of ik me daar suf over pieker of niet. Het blijft dus knagen, maar ik kan ermee leven. Ik sta ermee op en ik ga ermee slapen. En dat is goed”, vindt Vande Gucht.

In zijn boek Alles blijft nazinderen geeft hij een inkijk in zijn zoektocht. Hij legt ook uit hoe hij anders is gaan kijken naar leven en werken. Vande Gucht werkte onder meer als commercieel directeur bij De Tijd en hij is al vele jaren aan de slag als managementconsultant. “Ik had het liever niet gehad, maar de dood van Joke heeft mijn leven anders gekleurd. Kijk naar het fonds dat nu al vijftien jaar bestaat.”

Dat fonds is het Fonds GavoorGeluk, dat Vande Gucht oprichtte samen met Jan Toye (ex-Palm), van wie de zoon zelfmoord pleegde. “In Vlaanderen stappen elk jaar 1200 mensen uit het leven en ondernemen 12.000 mensen een suïcidepoging. Eerst dachten we daarom dat het fonds mee moest focussen op het vermijden van zelfdoding, maar al snel kwamen we uit bij het belang van praten over emoties”, zegt Vande Gucht. “Nu leggen we ons toe op de preventie van depressie bij jongeren, omdat zij het langste traject te gaan hebben. Tussen 20 en 30 procent van wat de Vlaamse overheid jaarlijks investeert in depressiepreventie, leggen wij er met ons fonds bovenop.”

“Al investeert de overheid niet voldoende”, voegt Vande Gucht toe. “Zo zijn er meer doden door suïcide dan verkeersdoden. Elk overlijden is er natuurlijk één te veel, maar in beter verkeersgedrag wordt 500 miljoen euro gepompt, terwijl er maar 1,2 miljoen euro gaat naar preventie van depressie en suïcide. Hallo? Mensen die niet goed in hun vel zitten, hebben ook een grote weerslag. Op zichzelf, op hun omgeving en op de economie. Dat zijn mogelijk de toekomstige burn-outklanten. Iedere persoon die wij veerkracht kunnen geven of een strohalm kunnen aanreiken, is daarom winst voor de samenleving.”

Veerkracht lijkt soms een modewoord dat te pas en te onpas wordt gebruikt.

MARC VANDE GUCHT. “Modewoord of niet, als je het hebt, helpt veerkracht je wel op alle fronten. Het garandeert niet dat je beschermd bent tegen alle onheil, maar hoe groter je veerkracht is, hoe beter je mentale welbevinden, hoe groter de kans dat je tegen klappen kunt en dat je je potentieel kunt benutten. Want die klappen komen er voor de meesten toch. De vraag is alleen waarom sommigen in het leven beter over drempels geraken dan anderen. De veerkracht die daarvoor nodig is, is voor een groot stuk genetisch bepaald. Als je dat weet en jezelf kent, kun je ook iets aan je scherpe kanten doen. Alleen zijn er mensen die zichzelf en anderen om de tuin leiden. En hoe intelligenter je bent, hoe langer je de problemen achter een glazuurlaagje kunt verstoppen.”

Ik heb een leven tot de dood van Joke en een ander daarna. Ik heb een transitie ondergaan

Die glazuurlaag maakt het voor bedrijfsleiders moeilijk op tijd in te grijpen.

VANDE GUCHT. “Dat is juist. Mensen kunnen beslissen om anderen geen toegang te geven. Bedrijfsleiders kunnen dus – net zoals wij allemaal – alleen maar hun best doen. Ze kunnen een omgeving scheppen die kansen aanreikt. Het is dan nog altijd de plicht van het individu om die te benutten, maar een omgeving kan iemand al enorm beïnvloeden. Al op jonge leeftijd wordt daardoor veel vastgelegd.

“We hebben met het Fonds GavoorGeluk al een programma lopen in het kleuteronderwijs: Toverbos, om kleuters te leren omgaan met emoties. Onderliggend gebeurt ook vroegdetectie, want tijdens tien sessies van een uur kunnen kleuters in een andere gedaante kruipen. Na zo’n sessie vertellen ze je dingen die je na zes maanden in de klas niet te weten zou komen. Onderzoek heeft aangetoond dat dat een positief effect heeft op die kleuters. Zij weten wat emoties zijn en begrijpen dat een bericht voor mij goed nieuws kan zijn en voor een ander slecht nieuws.

“Hoe beter kinderen zo gevormd worden, hoe groter de kans dat ze morgen ook goede managers worden en dat we ook over emoties kunnen praten in een bedrijfsomgeving. Ik bedoel dat niet geitenwollensokkenachtig. Ik geloof echt dat dat het verschil maakt. Ik merk dat ook heel goed in de opdrachten die ik als consultant uitvoer. Als je focust op mensen, investeert in opleiding en begeleiding, en meer autonomie en verantwoordelijkheid geeft, is dat meestal bevorderlijk.”

Toch lijkt het na het lezen van uw boek alsof u nog vaak teleurgesteld bent over wat u ziet gebeuren in ondernemingen.

VANDE GUCHT. “Er zitten nog altijd veel mensen op een te hoge functie in ondernemingen. Zij kunnen hun baan niet aan. De beste manier om hun incompetentie te verbergen, is zich arrogant gedragen of aan windowdressing doen. Pas op, er zijn ook veel goede managers, maar op verschillende niveaus van een onderneming kom je toch mensen tegen van wie je je afvraagt op welke planeet ze eigenlijk leven. Dat zijn de egotrippers, die zichzelf het centrum van de wereld vinden, die het bijna een eer vinden dat een medewerker met hen mag praten. Ik heb één keer een bestuurder horen zeggen dat het een eer was dat een medewerker werd gevraagd op de raad van bestuur. Pardon? Dat soort mensen zijn gelukkig een forse minderheid, maar het is helaas wel aangetoond dat er in het bedrijfsleven iets meer narcisten rondlopen dan in de doorsneebevolking.”

Dat is misschien soms ook een beetje nodig?

VANDE GUCHT. “Voor een stuk wel, want je kunt rationeel een aantal zaken voorbereiden, analyseren en inschatten, maar voor sommige bedrijfsbeslissingen moet je ook het buikgevoel hebben om zonder dat je iets kunt bewijzen te beslissen dat je een risico moet nemen. Zo zijn fantastische bedrijven ontstaan. Alleen: waar en wanneer slaat de balans over?”

Van millennials wordt gezegd dat ze zich daar beter tegen beschermen.

VANDE GUCHT. “Misschien gaan ze inderdaad minder de workaholictoer op dan de vorige generatie. Ook als ik rekruteer voor klanten zie ik die trend. Millennials volgen eigenlijk een beetje het voorbeeld van Nederlanders. Zij weten het al langer: werken is heel fijn, maar leven is nog fijner. Zelf heb ik tamelijk veel gewerkt. Misschien te veel. Ik heb toch het gevoel dat jonge mensen vandaag meer kunnen zeggen dat het misschien ook met wat minder kan. Dat ze niet per se beter moeten doen dan hun vader. En dat ze bijvoorbeeld meer tijd nemen voor de kinderen. Al heeft het ook te maken met de omgeving waarin ze terechtkomen. Jongelui die bij de Big Four beginnen, moeten nog altijd dag en nacht werken. Zij krijgen extreme opleidingskansen, maar duidelijk niet zomaar.”

MARC VANDE GUCHT
MARC VANDE GUCHT “Iets zomaar laten passeren, doe ik niet meer.”© Jonas Lampens

Maar we zijn dus niet op weg naar hogere suïcidecijfers door de enorme werkdruk, zoals in Japan?

VANDE GUCHT. “Japan heeft een rigide systeem, dat heel hiërarchisch is gestructureerd. Dat zijn wij hier niet meteen aan het invoeren, of toch niet op de meeste plekken. Bovendien streven ze in Japan extreme efficiëntie na. Enige rigiditeit en cartesiaanse discipline zijn misschien goed, nuttig en nodig, maar je mag niet overdrijven. Dat geldt ook bij ons.

“Binnenkort ga ik bijvoorbeeld in elke provincie praten bij Ouders Van een Overleden Kind. Dat ik twee keer langsga in West-Vlaanderen is geen toeval. In West-Vlaanderen staan openheid en praten over emoties in contrast met de ‘hardwerkende Vlaming’, voor wie het het nog altijd goed staat al werkend te sterven. Ik overdrijf nu een beetje, maar toch. Niet over emoties praten en heel hard werken met het hoofd in het stuur kan een gevaarlijke cocktail zijn die maakt dat het risico op suïcide fors aanwezig is. Vlamingen zijn bovendien soms binnenvetters. Zelf kaart ik nu sneller zaken aan en voel ik me niet meer door veel geremd. Iets zomaar laten passeren, doe ik niet meer.”

Nederlanders weten het al langer: werken is heel fijn, maar leven is nog fijner

Wordt dat in België niet vaak als hard ervaren?

VANDE GUCHT. “Daarom vond ik het heel fijn een tijdlang in Amsterdam te werken. Daar zegt iedereen sneller wat hij denkt. Trouwens, in Nederland zijn er evenveel depressies als in België, maar hier zijn dubbel zoveel suïcides. Dat is omdat wij een stilzwijgende meerderheid hebben die zich liever niet bemoeit met iemand anders. Als ik iets uit Nederland zou invoeren, dan zou het gezonde bemoeizucht en een directer taalgebruik zijn. Je moet er in België maar eens op letten: als de collega’s heel goed weten dat het niet goed gaat met iemand op kantoor, hoeveel van hen durven dan bij de koffie gewoon eens de hand van die persoon aan te raken? Of vragen om later even iets te gaan drinken? Niet veel. Terwijl zoiets direct effect heeft. Wij zijn niet meteen een warm volk, hè. Zoiets verander je niet zomaar. Zelf merk ik wel dat ik een aantal zaken anders doe dan vroeger, eerst zonder het echt te beseffen. Ik heb een leven tot de dood van Joke en een ander daarna. Ik heb een transitie ondergaan.”

Wat doet u nu anders?

VANDE GUCHT. “Ik denk dat de ratio vroeger te veel speelde, dat ik misschien te veel in Excel-bestanden dacht. Winst maken en andere economische begrippen veeg ik ook vandaag niet van de kaart, ik begrijp heel goed dat ze voorwaarden zijn om een onderneming te doen draaien. Alleen vind ik het individu belangrijker dan twintig jaar geleden. Mijn empathie is zeker aangescherpt. Dat merk ik ook als ik aan conflictbeheersing doe bij bedrijven die overgaan naar de volgende generatie. Dat gaat niet altijd vanzelf. Dan ga ik met die mensen aan tafel zitten en vraag ik: ‘Ben je eigenlijk gelukkig met wat je hier doet?’ Mensen zijn zo’n vraag niet gewoon. Terwijl het daar toch over gaat.

“Dat je daarnaast de cijfers moet bovenhalen, weet ik ook, maar het mag toch aangenaam zijn? Zelf doe ik weinig tegen mijn zin, maar ik ben natuurlijk ook al een ouder paard. Ik heb minder verplichtingen en begrijp heel goed dat iemand van 25 iets voorzichtiger moet zijn. Maar ik besef ook beter dat wie het goed heeft, de morele plicht heeft iemand die zich vastrijdt een zetje te geven. Dat kost niets en het is niet moeilijk. Je moet het gewoon doen, maar zo zitten we niet allemaal in elkaar. Nog niet, maar we werken eraan.”

Marc Vande Gucht, Alles blijft nazinderen, Lannoo, 192 blz., 19,99 euro

Wie vragen heeft over zelfdoding, kan terecht op het gratis nummer van de Zelfmoordlijn, 1813, of op www.zelfmoordlijn1813.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content