Luc Swinnen (expert in stress en burn-outs): ‘Verveling is niet nutteloos’
Elke dag krijgt Luc Swinnen patiënten aan de lijn die doodsbenauwd zijn voor het coronavirus. In plaats van gestrest te zijn, is het beter te ontspannen en mentaal offline te gaan.
Luc Swinnen is arts en al meer dan twintig jaar expert in de aanpak van stress en burn-outs. In die materie is hij consulent en coach voor grote bedrijven. Zopas verscheen zijn nieuwe boek, Rust voor je brein. Rust kunnen veel mensen wel gebruiken, in een bijzondere periode als de coronacrisis.
Hoe ziet uw werkdag eruit vandaag?
LUC SWINNEN. “Ik weet niet wat eerst te doen. Straks verwacht ik de hele namiddag telefoons van mensen die niet weten waar kruipen van de stress en denken dat ze nergens terecht kunnen – niet bij hun dokter, niet bij een psycholoog – en die mij contacteren voor raad. Sommige mensen reageren heel gelaten op de situatie waar we nu in zitten. Anderen, en dat zijn degenen met wie ik te maken krijg, krijgen het er doodsbenauwd van.”
Als zo’n doodsbenauwde persoon u belt, wat zegt u dan?
SWINNEN. “Ik begin met de woorden van Reinhold Niebuhr, die soms aan Sint-Franciscus worden toegeschreven: ‘Mag ik de kracht hebben om te veranderen wat ik kan veranderen, en wat ik niet kan veranderen, te aanvaarden.’ Want wat kun je nu doen? De afstandsregels handhaven, je handen wassen, gezond eten en blijven bewegen. Wat je niet kunt veranderen, is dat het virus als een onzichtbare vijand onder ons is. Dat moet je accepteren en het beste ervan maken. Wat ik zeker niet doe bij zulke telefoontjes, is medicatie aanbevelen. Dat is niet de manier om kopzorgen het hoofd te bieden.”
Uw boek gaat er juist over dat we vaker rust in ons hoofd moeten brengen.
SWINNEN. “Veel mensen hollen de hele dag van hot naar her, van deadline naar een volle mailbox, en zijn altijd bezig. Ik heb ze vaak genoeg gehoord, de verhalen van macho CEO’s die er uiteindelijk onderdoor gingen: ‘Ik werkte elke dag tot 12 uur ‘s nachts en stond ‘s anderendaags om 6 uur op.’
“Ik maak het onderscheid tussen het onlinebrein en het offlinebrein. Ons onlinebrein draait op volle toeren als we nuttig en taakgericht bezig zijn. Het offlinebrein is aan zet als je gedachten ronddwalen. Ik woon aan een bos, ik staar elke dag een poosje door het raam naar de bomen. Zomaar. Zo laat ik mijn gedachten vrij wandelen en komt mijn geest spontaan met oplossingen voor vraagstukken die onkraakbaar leken. Anders gezegd: mijmeren is geen tijdverspilling, verveling is niet nutteloos.”
Dagdromen is de sleutel tot creativiteit, is uw stelling.
SWINNEN. “Het onlinebrein heeft zijn verdiensten, zeer zeker, maar het is niet de plek waar schitterende vondsten worden gedaan. Dat gebeurt als de geest offline gaat. Archimedes had zijn eurekamoment in bad. Newton zat onder een boom toen hij de zwaartekracht doorzag. Of nog: J.K. Rowling zat tijdens een treinrit naar buiten te kijken en ineens kreeg ze het idee voor het personage Harry Potter.
“En wat ook belangrijk is, in het bijzonder voor leidinggevenden: mentaal offline gaan helpt ons om empathisch te zijn. Leiding geven is gedrag sturen, en wil je dat sociaal en mensgericht doen, dan zijn empathische kwaliteiten onmisbaar. Goede leiders moeten kunnen schakelen tussen online en offline: het ene moment doelgericht dingen gedaan krijgen en het andere moment ruimte geven aan creativiteit en empathie. De basis voor dat inlevingsvermogen zit in het offlinebrein.”
Is offline gaan per definitie iets wat je in je eentje doet? Of kan dat ook in groep?
SWINNEN. “Ik zal een voorbeeld geven: de powernap. Overdag even kunnen wegdoezelen is fysiek en mentaal verkwikkend. Een goede duur is twintig minuten. Pas op, het is niet de bedoeling dat je in slaap valt. Wel dat je geest vrij kan rondzwerven. Bedrijven zouden er goed aan doen een powernap in de werkdag in te lassen. En dat kun je alleen, maar ook in groep. Er zijn organisaties die dat doen. Ik ken een arbeidsgeneesheer die in bedrijven geleide powernaps geeft.”
Dagdromen leidt bij veel mensen tot piekeren. Uw opmerkelijke raad is dagelijks een piekerkwartier in te lassen.
SWINNEN. “Iedere mens piekert. Ik ook. Mijn vaste moment is ‘s avonds, om halfzeven. Na een kwartier roep ik hardop ‘Stop!’ en dan moet het gedaan zijn.”
Zalig degene die daartoe in staat is. Want daarvan gaan je problemen toch niet weg? Stel dat mijn bedrijf geen omzet meer draait in deze crisis. Stoppen met piekeren verandert dat niet.
SWINNEN. “Doorgaan met piekeren evenmin. Het is juist beter te ontspannen en mentaal offline te gaan. Want dat vergroot de kans dat je een creatieve uitweg vindt voor je moeilijkheden.”
U vermeldt nog een exotischer remedie in uw boek: piekergedachten wegblazen. En dat bedoelt u niet als beeldspraak.
SWINNEN. “Geenszins. Er is een ademhalingsoefening die de 4-7-8-methode heet. Ze gaat zo: adem vier seconden in, alsof je aan een roos ruikt; houd zeven seconden die adem vast; adem daarna in acht seconden uit, alsof je een kaars uitblaast. Je slaap wordt er beter door, je eten verteert vlotter, je humeur gaat erop vooruit. Zo exotisch is dat niet, hoor, het werkt. Je hoeft me niet te geloven. Doe het en je zult zien.”
Zal ik het effect meteen merken?
SWINNEN. “Nee, het bouwt zich op. Na veertien dagen word je de resultaten gewaar. Zelf open ik elke dag ermee, als ik nog in bed lig, vier keer in en uit, dat volstaat. En later op de dag opnieuw, wanneer het uitkomt, bijvoorbeeld als ik een trap oploop. Je hebt geen apparatuur nodig en je kunt het overal doen, dat is het mooie eraan. Maar wel volhouden. Geen dag overslaan.”
Uw boek legt uitgebreid onze neurologische lay-out uit. Interessant is dat u een analogie ziet tussen neurale en sociale netwerken.
SWINNEN. “De nervus vagus is een van de grootste en belangrijkste zenuwen in het lichaam, ze loopt van je hoofd tot in je grote teen. Onderweg capteert ze signalen van organen, zoals het hart, de longen en het darmstelsel. De nervus vagus herstelt en stabiliseert het lichaam na een stressperiode. De 4-7-8-oefening werkt bijvoorbeeld in op de nervus vagus.
“Er is een deel van de nervus vagus dat ook op externe signalen reageert, met name op signalen van veiligheid en geborgenheid. Die zijn bij uitstek te vinden in de sociale omgeving. Kortom, die zenuw is tegelijk op zoek naar verbinding met anderen. Zonder zulke vertrouwenwekkende verbindingen schiet ze in een kramp, en dat leidt tot lichamelijke klachten. Een mens zonder connecties kwijnt weg.”
Dat ziet er niet goed uit met de huidige coronaregels. Ik mag niet eens mijn lief bezoeken als zij in een dorp verderop woont.
SWINNEN. “O, maar ik leef helemaal met u mee. Want niet alles is op te lossen met bellen of skypen. Ons lijf en ons brein willen echt contact, huidcontact. Dat maakt oxytocine in ons vrij, het hormoon dat zorgt dat we elkaar graag zien en voor elkaar zorgen. Het sociale isolement waar sommigen nu in zijn beland, wordt nog een zware kluif in deze crisis. Daar maak ik me veel zorgen over.”
Veel mensen die uw boek lezen, zullen het er heel hard mee eens zijn. Maar daarom brengen ze het nog niet in praktijk. Dat is de denkfout van Socrates: als mensen weten wat het goede is, zullen ze het ook doen. Dat is manifest niet het geval.
SWINNEN. “Gedragsverandering is moeilijk. De kijk op de korte termijn is zo verleidelijk. Wie niets mankeert, denkt dat het allemaal weinig kwaad kan om te weinig te slapen, onvoldoende te bewegen en altijd met het werk bezig te zijn. Wie jong en gezond is, acht zich ongenaakbaar, dat merk ik nu ook in deze coronacrisis. Zo zitten wij mensen in elkaar. Maar het prijskaartje van zo’n levensstijl krijg je op de lange termijn: een hartinfarct, een hersenbloeding, obesitas.
“In mijn werk krijg ik te maken met mensen die zich niet goed voelen, met lichte klachten kampen en de bui voelen hangen. Nekpijn, spierpijn, snel kwaad worden, worstelen met angsten, heel vergeetachtig zijn: degenen bij wie zulke lasten opspelen, staan al meer open voor gedragsverandering.
“Maar het is waar, tussen iets weten en ernaar handelen, zit dikwijls een kloof. Mijn boek wil een aanzet zijn om die overgang te maken. Ik geef talloze tips waarmee je rust in je brein brengt. Je moet zeker niet de perfectionist uithangen en ze allemaal willen volgen, dat houd je toch niet vol. Mijn raad is: test er een paar en kies die eruit die je het beste liggen. Dat is al een heel waardevol begin.”
Luc Swinnen, Rust voor je brein, Lannoo, 224 blz., 19,99 euro
Tien sleutels tot een gezond brein
1. Ga regelmatig naar buiten
Elke dag minstens een halfuur. Wandel. Of werk in de tuin.
2. Draag zorg voor je slaap
Bouw je dag rustig af en laat je niet verleiden door slaap-apps, onbetaalbare matrassen of slaapmedicatie. Zeven of acht uur slaap is perfect.
3. Vermijd blauw licht
Van nature maakt het blauwe licht van de ochtend ons wakker. Van het blauwe licht van beeldschermen raakt onze biologische klok van slag.
4. Pak chronische stress aan
Hooggespannen situaties die week na week aanhouden, breken je veerkracht en verhogen het risico op een depressie.
5. Let op je voeding
Breng afwisseling in je eten, en beperk vet, zout, suiker en alcohol. Een vitaminepil kan fruit en groenten niet vervangen. Drink voldoende water of eet af en toe soep. En vooral: als je eet, neem de tijd er dan voor.
6. Wees sociaal
Warme sociale contacten houden je fysiek en mentaal gezond, meer dan welke oefening ook. Een brein functioneert niet goed in eenzaamheid.
7. Houd je hersenen bezig
Mensen die tot op hoge leeftijd cognitief en creatief actief blijven, behouden een vitaler brein. If you don’t use it, you lose it.
8. Verrijk je omgeving
Een saaie omgeving maakt de geest sloom. Creëer voor jezelf situaties waardoor je nieuwe dingen doet: muziekles volgen, een taal leren of reizen.
9. Doe de powernap
Zoek een rustige ruimte en zet je in een makkelijke stoel of ga ergens liggen. Dek je ogen af. Verduister de kamer als dat kan.
10. Kijk uit voor verborgen ontstekingen
Laat je bloed af en toe onderzoeken door je huisarts en ga regelmatig naar de tandarts.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier