Lieven Boeve, de topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, ziet het structurele lerarentekort niet verdwijnen.
Met 1500 openstaande vacatures in het secundair onderwijs en 900 in het basisonderwijs kampt het onderwijs met een ernstig probleem. Nochtans worden er in Vlaanderen heel wat leerkrachten betaald die niet voor de klas staan. Die werken bijvoorbeeld voor een pedagogische uitgeverij, de onderwijsinspectie of op een kabinet.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) oppert om gedetacheerde leerkrachten uit die groep terug te roepen naar de klas.
Lieven Boeve, de topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, ziet het structurele lerarentekort daarmee niet verdwijnen. ‘Mensen met een lerarendiploma tot elke prijs in de klas houden, is geen oplossing. Wie in de pedagogische begeleiding van de koepels of voor de inspectie werkt, heeft een specifieke en essentiële functie. Als zij voor de klas moeten staan, moet iemand anders hun werk doen. En dat moeten ook leraren zijn.’
Op korte termijn ziet Boeve meer mogelijkheden in de verborgen reserve van de verlofstelsels. Maar dan moeten de regels wat soepeler. In de groep leraren die deeltijds gingen werken of ouderschapsverlof hebben opgenomen, zijn sommigen allicht bereid in te springen als ze hun verworven verlofstelsel niet volledig moeten opgeven en nadien de hele aanvraagprocedure opnieuw moeten doorlopen.
Verder pleit Boeve voor betere anciënniteitsvoorwaarden voor zij-instromers en soepelere bijverdienregels voor gepensioneerde leerkrachten.