Lieten aan Soete: ‘We moeten af van die verkavelingscultuur’
“Het loonkostendebat wordt te vaak gebruikt als excuus om niet te moeten toegeven dat veel kmo’s niet open staan voor innovatie. Dat is struisvogelpolitiek.” Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten reageert op de aanbevelingen in het rapport Soete.
Luc Soete heeft zijn nieuwe evaluatierapport over het Vlaamse innovatiebeleid aan minister Ingrid Lieten gepresenteerd. Dat is de tweede keer in vijf jaar tijd. De expertengroep achter het rapport doet opnieuw een aantal forse aanbevelingen.
In 2007 leverde het rapport-Soete 19 concrete aanbevelingen op. Soete en zijn groep experts vonden het Vlaamse innovatielandschap toen te complex en te provincialistisch. En er was ook te weinig aandacht voor kmo’s. Dit keer zijn er slechts 17 suggesties. Vijf jaar later klinkt Soete ook behoorlijk lovend. “We zijn Beieren niet, maar we mogen best trots zijn. In de statistieken doen we het beter dan Nederland”, zegt de professor van de Universiteit van Maastricht.
Maar er is dus ruimte voor verbetering. En dat beseft ook minister voor Innovatie Ingried Lieten (SP.A). “Het Vlaamse innovatielandschap steunt te sterk op stakeholdermanagement”, zegt ze. “We kunnen wel herhalen dat we keuzes moeten maken, maar in de praktijk is er een gevaar voor versnippering omdat iedere universiteit, elke sectorfederatie of iedere belangengroep zijn prioriteiten gerealiseerd wil zien.”
Bij nieuwe innovatie-instrumenten automatisch een uitdoofclausule inbouwen en in afwachting van een evaluatie de budgetten van de bestaande innovatiestructuren 20 procent korten. Dat beveelt het nieuwe rapport-Soete aan om de efficiëntie te verhogen en geld vrij te maken voor nieuwe projecten. Gaat u dat doen?
Ingrid Lieten: “Ik ben volledig akkoord om te maken dat er geen structuren om de structuren blijven bestaan. Als meer evaluatie en die 20 procent-regel daarbij helpen, des te beter. We moeten af van die verkavelingscultuur.”
“Door ons beleid rond competentiepolen wil in Vlaanderen iedere sectororganisatie zijn competentiepool. We hebben dat beleid vorig jaar al geëvalueerd en net als in het rapport-Soete wordt aangehaald, bleek dat we te veel de structuren en te weinig de projecten subsidiëren.
Structuren hebben dan de neiging om zichzelf te herbevestigen en dat is niet altijd bevorderlijk voor de innovatie zelf. Daarom hebben we het systeem van de lichte structuren ingevoerd. Dat wil zeggen: een competentiepool kan nu na een evaluatie opnieuw erkend worden voor een beperkte periode. Ze krijgen daarbij een beperkt werkingsbudget dat we voor iedereen op dezelfde manier aftoppen. De middelen voor onderzoeksprojecten hebben we geparkeerd bij het IWT, zodat die langs de strenge IWT-criteria moeten passeren. Op die manier krijgen we ook een scheiding tussen wie de onderzoeksprojecten bedenkt en wie ze goedkeurt.”
Ondanks alle innovatieprogramma’s vinden kmo’s de weg naar innovatie niet.
Ingrid Lieten: “De weg vinden in de talrijke financieringsprogramma’s is niet gemakkelijk. Je merkt dat kmo’s niet allemaal hetzelfde instrumentarium nodig hebben. Bedrijven die vertrouwd zijn met innovatie, zouden we beter kunnen helpen met accountmanagement bij het IWT. Een tweede groep kmo’s vindt de weg wel, maar gaat nog gebukt onder de administratieve lasten. Daar kan een betere scheiding van front- en backoffice helpen. Maar er is een derde en belangrijke groep kmo’s die we nog moeten overtuigen dat innovatie belangrijk is. Bij hen is er gewoon een cultuurwijziging nodig.”
De kmo’s klagen wel, maar tonen te weinig echte interesse?
Ingrid Lieten: “Dat is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Met een verhoging van productiviteit redden we het niet meer. We moeten het geweer van schouder veranderen. En dat is een collectieve verantwoordelijkheid, ook van de werkgeversorganisaties. Het loonkostendebat wordt te vaak gebruikt als excuus om niet te moeten toegeven dat veel kmo’s niet open staan voor innovatie. Dat is struisvogelpolitiek.”
Het rapport-Soete stelt ook voor om economie en innovatie opnieuw onder te brengen bij één minister. Een goed idee? Ingrid Lieten: “Dat is interessante suggestie voor de volgende Vlaamse regering. Het organisatiemodel van de Vlaamse overheid loopt volgens beleidsdomeinen. Het is gemakkelijker als er een minister per beleidsdomein is.”
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier