Kris Peeters: ‘De file is een geproblematiseerde wachtrij’
Ruimtelijke ordening is de sleutel om de files op te lossen, vindt de mobiliteitsexpert Kris Peeters. “De autovrije samenleving is nog ondenkbaar, zoals vegetarisch eten in de jaren tachtig. Maar de toekomst wordt zeker geen XL-versie van het heden”, zegt hij.
Het heropende stationsbuffet in Antwerpen. Er is geen betere plek voor een gesprek met mobiliteitsdeskundige Kris Peeters (50). Zijn trein is dan wel te laat, maar hij bekent meteen dat hij in zijn jeugd een automaniak was. Peeters zat ook een tijdlang in Herentals voor Groen in de gemeentepolitiek. Met politiek is hij intussen gestopt en sinds een jaar of tien schrijft hij boeken over mobiliteit. De teller staat al op drie. In zijn jongste boek Weg van mobiliteit probeert hij zijn liefde voor auto’s een plaats te geven in zijn visie op mobiliteit.
De man die zich soms ‘de andere Kris Peeters’ laat noemen, is een van de bekendste mobiliteitsmissionarissen in Vlaanderen. “Na een periode van ontluizing stijgt je geloofwaardigheid. Partijen en organisaties van zowat alle politieke gezindtes vragen je dan te komen spreken over mobiliteit”, zegt Peeters.
Er zijn 7 miljoen voertuigen ingeschreven in België. Is dat te veel?
Kris Peeters: “Daarin zitten ook vrachtwagens en bestelwagens, dus eigenlijk zijn er maar 5,6 miljoen auto’s. Dat betekent dat voor elke twee Belgen meer dan één auto staat ingeschreven. Dat blijft veel. Maar ergens begrijp ik dat: auto’s fascineren. Mensen hunkeren zowel naar veiligheid als naar avontuur. De achtbaan in een pretpark is daarop het perfecte antwoord: veilig, maar wel spannend. De auto is daar een spiegelbeeld van. We denken dat we veilig zitten als we 150 kilometer per uur rijden, terwijl er voortdurend een dodelijk ongeval op de loer ligt.”
Intussen staat iedereen in de file. Hoe komt het dat de files elk jaar langer worden?
Kris Peeters: “De auto is emancipatie, status en in sommige gevallen ook salaris. Een beleidsmaker die een grondige verschuiving op gang wil brengen, moet dus ruimer denken. Als we het mobiliteitsdebat beperken tot de keuze tussen de auto en het openbaar vervoer, missen we ons doel.”
“We leven in een auto-afhankelijke maatschappij. Ik heb ook een wagen. En al rijd ik er niet vaak mee, ik heb hem soms nodig. Heel wat bestemmingen die vroeger in de dorpskern lagen – zoals bakkers en buurtwinkels – zijn verplaatst naar de stadsrand en zijn enkel bereikbaar met de wagen. De slogan ‘Mijn auto, mijn vrijheid’ is verworden tot ‘mijn auto, mijn afhankelijkheid’. De afstanden worden groter en dus neemt het belang van de auto toe. Vervelend detail: hoe meer auto’s onderweg zijn, hoe minder functioneel die zijn als vervoermiddel. In de ideale wereld ben ik de enige met een auto: er zijn dan geen parkeerproblemen, geen files en geen ongevallen.”
“De mobiliteitsproblemen tonen dat we tegen de grenzen van het autoregime aan beuken. We verbruiken in ijltempo de beschikbare fossiele brandstof, er is een probleem van fijn stof en de luchtkwaliteit gaat achteruit.”
Extra infrastructuur kan toch soelaas brengen?
Kris Peeters: . “Dat is gemorrel in de marge. Als die bijkomende infrastructuur al helpt, is dat slechts tijdelijk. Trouwens: de focus op files in het mobiliteitsdebat is onterecht. Uiteindelijk is de ochtendfile slechts een geproblematiseerde wachtrij. In een pretpark vinden we het bijvoorbeeld niet zo erg om voor een attractie van twee à drie minuten een halfuur aan te schuiven.
“Mensen gaan niet voor hun plezier in de file staan. Maar echt erg vinden ze het niet, want anders zouden ze wel een alternatief zoeken. Heel wat mensen kunnen ook op een andere manier op hun werk geraken. Ze doen het niet, omdat elke dag een halfuurtje file in een leren zetel met hun favoriete muziek op de achtergrond wel meevalt. Die mensen maken trouwens allemaal ook een economische afweging. In de kosten-batenanalyse wegen de baten kennelijk nog altijd zwaarder.”
Is rekeningrijden een optie?
Kris Peeters: “Ja, al zou ik het liever ‘anders betalen’ noemen. Het zou de lasten beter verdelen over wie de lusten heeft. Wie in bepaalde tijdsvensters meer betaalt, krijgt daarvoor een kortere reistijd in de plaats. De verkeersintensiteit zal veranderen. Minder file in de spits, en meer vlot verkeer erbuiten.”
In het proefproject dat de vorige regering opzette, bleef de winst marginaal.
Kris Peeters: “Het proefproject van dit voorjaar was gedoemd om te mislukken. Waarom? De deelnemers kregen een virtueel budget, maar ze kregen geen bonus van vlotter verkeer als ze meer uitgaven. Natuurlijk zijn de resultaten dan onbruikbaar. Er zijn daarentegen voorbeelden genoeg die tonen dat het wel werkt. Denk maar aan Stockholm, Singapore en Londen.”
“Ik beweer niet dat rekeningrijden de ultieme oplossing is voor alle mobiliteitsproblemen. Maar het is wel een maatregel die gemakkelijk te implementeren is en die snel voor een win-winsituatie kan zorgen. Is rekeningrijden asociaal? Wie rijk is, kan het zich permitteren in de spits te rijden, wie minder geld heeft niet. Dat is niet echt sociaal, maar nu staan de Skoda en de Bentley broederlijk naast elkaar in de file. Is dat dan ons gelijkheidsideaal? Je kunt trouwens ook sociale correcties invoeren.”
Het volledige interview kan u lezen in Trends van deze week.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier