Koen Schoors (UGent): ‘De wereldhandel is niet meer te redden. Tijd voor iets anders’


Behouden we het systeem van de wereldwijde vrijhandel van de jongste zeventig jaar, of evolueren we naar iets anders? Volgens economieprofessor Koen Schoors (UGent) loopt de globalisering zoals we die kennen op haar einde en komt er iets nieuws. En dat is niet per se een slechte zaak.
Sinds zijn aantreden heeft de Amerikaanse president Donald Trump een rechtstreekse aanval ingezet op de wereldwijde vrijhandel. De tijden van de globalisering liggen daarmee achter ons en een nieuwe periode van deglobalisering breekt aan. “Deglobalisering is het verkeerde woord”, reageert Koen Schoors, hoogleraar economie aan de Universiteit Gent en auteur van het recente boek Alles wordt anders… en beter.
“Het gaat om regionalisering”, legt hij uit. “We gaan niet minder handelen, maar meer met de landen dicht bij ons en minder met landen ver weg. Die trend was al een tijd bezig, om drie redenen. Een eerste is de behoefte aan strategische autonomie. We hebben tijdens corona en de energiecrisis duidelijk aangevoeld dat het niet goed is als je voor strategische zaken te afhankelijk bent van andere, verre landen. Zo willen we als Europa voor onze defensie niet afhangen van de Verenigde Staten.”
Wat is de tweede reden?
KOEN SCHOORS. “De trend van circulariteit, waarmee je afvalstromen opwaardeert tot grondstoffen. Dat doe je het best lokaal. Een staalfabriek die CO2 afvangt om methanol mee te maken, gaat die methanol niet aan de andere kant van de wereld verkopen. Dat betekent wel een wereldwijde handelsstroom minder. Een circulaire industrie is regionaler. De Belgische havens zijn een troef om die stromen te beheren.”
En de derde reden?
SCHOORS. “De energietransitie. Die zorgt voor een daling van de operationele kosten, zijnde het kopen en verbranden van bijvoorbeeld fossiele brandstoffen. Tegelijk stijgen de investeringen in bijvoorbeeld windmolens, zonnepanelen en batterijen. Dat betekent dat er jaarlijks veel minder geld zal stromen van die consumenten van fossiele brandstoffen naar de producenten ervan. Dat was in essentie een belangrijk deel van de globalisering – wij kopen energie van hen en zij kopen daarmee producten van ons. Die drie grote trends waren al aan de orde voordat Trump er was en maken dat een regionalisering onvermijdelijk is.”
Het zijn niet meteen de redenen voor Trumps aanval op de wereldhandel.
SCHOORS. “Er is nog een vierde reden, die meer politiek van aard is. De baten van de vrijhandel zijn niet altijd goed verdeeld. Alle landen zijn erop vooruitgegaan, maar in elk land zijn er verliezers en winnaars. Als je voldoende herverdeelt en herschoolt, kun je in een land iedereen rijker maken dankzij vrijhandel, maar in de Angelsaksische landen is dat te weinig gebeurd. Daar is een groot deel van de winst van de globalisering gegaan naar een klein deel van de bevolking. Ook in China is de ongelijkheid door de globalisering enorm toegenomen. De tarievenoorlog die we nu zien, is daar een gevolg van. Die zal dat probleem niet oplossen, maar komt wel voort uit de onvrede van de verliezers van de globalisering.”
Waarom zijn invoerheffingen en de beperking van de vrijhandel geen oplossing voor dat probleem?
SCHOORS. “Ze zorgen voor enorme inefficiënties in het economische systeem en voor een verlies van economische welvaart. De economische integratie van de wereld zorgde ervoor dat zaken werden gemaakt op plaatsen waar dat het goedkoopst kon en dat daar handel in werd bedreven. Met de beschikbare bronnen maakte je zo veel mogelijk producten. Dat vergrootte de productiemogelijkheden. Door de tarievenoorlog verkleinen die, met minder welvaart tot gevolg.”
Zijn er geen andere winnaars mogelijk als het systeem door tarieven hertekend wordt?
SCHOORS. “Iedereen verliest daarbij. Sommigen verwachten dat allerlei productieketens zich zullen verplaatsen, maar als alle landen tarieven heffen op elkaars producten en onderdelen in die producten, heeft dat weinig zin. Alles wordt dan duurder. En Trump lijkt niet te beseffen dat je mensen niet kunt dwingen Amerikaanse producten te kopen. Hij dreigt het tegenovergestelde uit te lokken: dat niemand nog Amerikaanse producten wil kopen, zelfs als er geen wederzijdse tarieven geheven zouden worden.”
‘Als alle landen tarieven heffen op elkaars producten en onderdelen in die producten, heeft dat weinig zin. Alles wordt dan duurder’
Wat moet Europa doen?
SCHOORS. “Verder integreren met de rest van de wereld op een onderhandelde manier. China kan daar zeker een deel van zijn. In die onderhandelingen moet het niet alleen gaan over heffingen en andere handelsbelemmeringen, maar ook over vrijwillige exportbeperkingen. Daarmee spreek je af hoeveel een land van bepaalde goederen mag exporteren naar een ander land. Dat is in het verleden ook al met textiel gebeurd. Dan laat je het aan het exporterende land over welke producten van welke bedrijven het uitvoert. Dat vermijdt handelsconflicten.”
Zal China dat willen?
SCHOORS. “China beseft dat als het Europa overspoelt met goedkope producten er faillissementen en invoerheffingen komen, waarmee het op lange termijn niets zal hebben gewonnen. Geleidelijkheid en onderhandelen is het zinnigste wat je kunt doen.”
U sprak over afhankelijk zijn van andere landen voor strategische goederen. Heeft Europa ook daar nog een weg te gaan?
SCHOORS. “Voor olie en gas zijn we afhankelijk van de Verenigde Staten, wat niet goed is, en dat zijn grondstoffen die je verbrandt. Zeldzame aardmetalen daarentegen zijn recycleerbaar. Daarvan heb je een zekere voorraad in de producten waarin die al verwerkt zitten. Hoe sneller we elektrificeren, hoe groter die voorraad in Europa zal zijn in al die windmolens en elektrische auto’s, die je later kunt recycleren. De toenemende vraag naar zeldzame aardmetalen kun je dus deels opvangen door recyclage.”
Komen we er enkel met recyclage?
SCHOORS. “Je moet ze eerst aankopen en daarvoor hang je af van een aantal landen, zoals China. We hebben ook aardmetalen in Europa, maar we ontginnen ze niet. Hoe bereid zijn we daar opnieuw mijnbouw voor te organiseren en daar af een toe een deel natuur voor op te offeren? Die discussies moeten we voeren. Het probleem is niet de beschikbaarheid van voorraden, maar de ontginning.”
Hoe zal de samenlevingen al die ontwikkelingen voelen?
SCHOORS. “De regionalisering kan op korte termijn gemiddeld een klein welvaartsverlies veroorzaken, maar ze kan er wel toe leiden dat een groter deel van de bevolking erop vooruitgaat. De gemiddelde welvaart daalt dan een klein beetje, maar de mediaan gaat omhoog. Een regionalisering waar de mediane burger beter van wordt, is mogelijk, maar dat gebeurt nu niet.”
U ziet de huidige ontwikkelingen als een deel van een grote omwenteling die zich om de zeventig tot tachtig jaar voltrekt. Hoe zit dat precies?
SCHOORS. “De globalisering heeft enorm veel welvaart geschapen en veel mensen uit de armoede getild, maar er zaten twee weeffouten in. Een, er zijn verliezers. Twee, ze houdt geen rekening met externe effecten zoals de klimaatopwarming. De wereld, het klimaat en de samenlevingen hebben die weeffouten een tijdlang geabsorbeerd, maar de globalisering is zo succesvol geweest dat die externe effecten de draagkracht van de wereld hebben overschreden.”
Kunnen we het huidige systeem van de wereldhandel met wat maatregelen niet gewoon herstellen?
SCHOORS. “Dat systeem zit op zijn einde. Het is gedaan. Het heeft geen nut dat proberen te redden. Tijd voor iets anders. Dat is angstaanjagend en zo’n omwenteling gaat gepaard met veel miserie, maar dat hoeft op termijn niet slecht uit te draaien. We kunnen evolueren richting een circulaire economie die regionaler is en zich via artificiële intelligentie en robotisering beter afstemt op de bevolkingsontwikkelingen, namelijk dat er steeds minder jongeren en steeds meer ouderen zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier