Klimaatverandering: hoe langer we wachten, hoe duurder het wordt
De risico’s door de klimaatverandering nemen jaar na jaar toe. We liggen ver achter op schema om het gevaar een halt toe te roepen. Het is nog onzeker welke technologie welke rol kan spelen, maar het staat wel als een paal boven water dat heel dringend een coherent langetermijnbeleid van de overheid nodig is.
1. Wat mogen we verwachten?
Europa is het snelst opwarmende continent in de wereld. Extreme temperaturen – ooit een zeldzaamheid – komen almaar frequenter voor. Neerslagpatronen veranderen, met de afgelopen jaren onder meer catastrofale overstromingen in verschillende regio’s als gevolg. Die veranderingen stellen Europa voor grote uitdagingen op het gebied van voedselveiligheid, watervoorziening, energiebevoorrading, financiële stabiliteit en volksgezondheid.
Die niet mis te verstane boodschap staat helder beargumenteerd in het European Climate Risk Assessment-rapport van het Europees Milieuagentschap, waaraan Hans Bruyninckx meewerkte. De aan de Universiteit Antwerpen verbonden professor of Environmental Governance hamert nog eens op de consequenties van de klimaatopwarming, die al een ontstellende 1,3 graden boven het pre-industriële niveau zit: “De risico’s van en kwetsbaarheid door de klimaatverandering zijn reëel. Ze zullen nog toenemen en de hele samenleving treffen. Die is onvoldoende voorbereid om met die risico’s om te gaan. En zelfs als we wel strategieën hebben om er iets aan te doen, worden ze onvoldoende omgezet in beleid. Denk aan de gevolgen van de klimaatopwarming voor de gezondheidszorg. Het nationale beleid voor onze gezondheidssystemen houdt geen rekening met die risico’s.”
Bruyninckx wijst op de verwevenheid van klimaat- en andere risico’s in de samenleving. De klimaatopwarming leidt bijvoorbeeld tot almaar meer intense hittegolven, waardoor meer mensen ziek worden of sterven. “Dat kan gevolgen hebben voor macro-economische discussies over budgetten.”
‘Je ziet op dit moment heel veel start-ups opkomen, die bijvoorbeeld AI gebruiken om op te sporen waar in productieprocessen veel broeikasgassen ontstaan’
Florence Thiéry,
Senior Country and Sector Risk Analyst
2. Welke rol kan nieuwe technologie spelen in de energietransitie?
“Het probleem is globaal”, zegt Nabil Jijakli, Deputy CEO van Credendo. “We kunnen wel massaal de CO2-uitstoot verminderen in Europa, maar dat heeft weinig zin, als we blijven ontbossen in Brazilië. We moeten globale oplossingen bedenken. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor technologische vooruitgang. Nieuwe technologieën vormen voor bedrijven evenwel ook een risico, omdat nog niet duidelijk is welke technologie de markt zal kiezen.”
Florence Thiéry, Senior Country and Sector Risk Analyst bij Credendo, vult aan: “Dat geldt bijvoorbeeld voor waterstof, maar ook voor de nieuwe compacte nucleaire centrales. Welke technologie wordt de standaard? Zal het een technologie zijn die efficiënt is op het gebied van productiviteit en kosten?”
Naast het industriële risico is er ook een commercieel risico, omdat je niet weet of er voldoende vraag naar de technologie zal zijn. Nabil Jijakli geeft elektrische wagens als voorbeeld: “De Europese industrie heeft ingezet op grote elektrische luxewagens, denkend dat de klanten van dat segment de eersten zouden zijn die de koopkracht hebben om over te schakelen. De Chinezen kozen voor een andere aanpak door in te zetten op betaalbare elektrische wagens. Zij hadden het bij het rechte eind.”
En dan is er nog de bijzondere relatie tussen de opkomst van artificiële intelligentie (AI) en energie. Enerzijds biedt AI veel nieuwe mogelijkheden, maar anderzijds is de technologie een energieslurper buiten categorie, getuige multinationals als Google of Microsoft, die investeerden in nucleaire energie om de groei van AI de baas te kunnen. Volgens Florence Thiéry zullen de baten groter blijken te zijn dan de lasten: “Je ziet op dit moment heel veel start-ups opkomen, die bijvoorbeeld AI gebruiken om op te sporen waar in productieprocessen veel broeikasgassen ontstaan.”
Aan de discussie over technologie zit ook een belangrijke geopolitieke component. De grondstoffen die we nodig hebben voor, bijvoorbeeld, batterijen voor elektrische wagens, worden grotendeels verwerkt en geraffineerd in China. “China speelt een steeds belangrijkere rol”, zegt Nabil Jijakli. “Het land investeert sterk in technologie voor hernieuwbare energie, maar het doet dat onder meer ook omdat het over de nodige grondstoffen beschikt.”
3. Hoe verhoudt Europa zich tot de rest van de wereld?
Een heikel punt is hoe ambitieus Europa moet zijn in zijn klimaatbeleid, omdat dat gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van Europese bedrijven in de wereld. De pioniersrol biedt enerzijds kansen aan onze industrie, ziet Nabil Jijakli: “Belgische bedrijven, groot en klein, staan sterk in een reeks niches, bijvoorbeeld in waterzuivering en -hergebruik, renovatie of recyclage.” Anderzijds brengen de vele nieuwe klimaatwetten rompslomp en kosten mee. “Denk aan de nieuwe Europese regels die bedrijven ertoe aanzetten hun productieketen beter te controleren”, zegt Florence Thiéry. “Om dat te kunnen doen, moeten bedrijven hun broeikasgasemissies buiten Europa monitoren. Of denk aan de ontbossingswetgeving, die met een jaar is uitgesteld. Ook daar vraagt Europa aan bedrijven te bewijzen dat hun leveranciers buiten Europa niet bijdragen tot ontbossing. Dat is heel moeilijk en duur: je moet mensen in dienst nemen, een monitoringsysteem opzetten…”
Om hun concurrentiepositie veilig te stellen, proberen sommigen de Europese klimaatwetgeving te vertragen, maar daarmee gaat het probleem natuurlijk niet weg. “Het wordt alleen maar duurder”, stelt Hans Bruyninckx. “Ervoor pleiten de ontbossingswetgeving terug te draaien, is kortetermijndenken en gaat voorbij aan instrumenten die je kan ontwikkelen om voor een gelijk speelveld te zorgen.” De professor verwijst naar het CBAM, het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, waarbij een douanetarief zal gelden voor producten van buiten de EU die veel uitstoten.
“Europa is de enige regio ter wereld met stabiele democratieën en we zijn ook de enige regio die rationeel de wetenschappelijke kennis omzet in beleid. Natuurlijk moet je ervoor zorgen dat dat niet ten koste gaat van je economische positie. Europa kan veel doen: zorgen voor minder bureaucratie en maken dat bedrijven kostenefficiënt kunnen werken en wereldmarktleiders kunnen blijven.”
‘Als een kernsysteem van je samenleving, zoals je energiebevoorrading, voor een fundamentele transitie staat, dan gaat dat gepaard met fricties en moeilijke stappen’
Hans Bruyninckx,
professor Environmental Governance
4. Waarom schiet de overheid tekort?
Zowel Nabil Jijakli als Hans Bruyninckx vindt dat de politiek schromelijk tekortschiet. “Niet alleen moeten we minder consumeren, we moeten ook ons gedrag veranderen, en dat zal geld kosten. De politiek heeft ons daar te weinig op voorbereid”, zegt Nabil Jijakli. “Er waren klimaatmarsen, maar toen concrete maatregelen genomen werden, kwamen mensen op straat – de gele hesjes – uit angst voor hun koopkracht. We moeten de broeikasgassen verminderen om de opwarming een halt toe te roepen, maar ook onze infrastructuur voorbereiden op de stijging van het zeeniveau. En we zullen, zoals gezegd, een brede waaier aan technologieën nodig hebben.”
Dat lukt niet als de politiek geen coherent beleid op de lange termijn voert. “Als een kernsysteem van je samenleving, zoals je energiebevoorrading, voor een fundamentele transitie staat, dan gaat dat gepaard met fricties en moeilijke stappen”, zegt Hans Bruyninckx. “Als overheid moet je op de lange termijn denken, faciliterend optreden tegenover economische actoren, nadenken over het herverdelingsvraagstuk, je moet je bevolking meekrijgen. In België is er al drie decennia een gebrek aan een consistent beleid. Neem de discussie over het energie-eiland, dat nu drie keer zoveel blijkt te kosten. Het is toch niet onlogisch dat de burger daar vragen bij heeft? Of neem de discussie over de terugdraaiende teller, of de subsidie voor zonnepanelen. Wat is dan de kwaliteit van het beleid?”
Op Europees niveau is er gelukkig wel zo’n richtinggevend kader op de lange termijn, besluit Bruyninckx: “De Europese klimaatwet heeft duidelijke doelen: klimaatneutraal zijn tegen 2050 en de uitstoot met 55 procent laten dalen tegen 2030. Dat is belangrijk om de lidstaten richting te geven.”
Atlas van de mondiale risico's 2025
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier