Kan de Israëlische economie een totale oorlog overleven?

Bezalel Smotrich © Belga

Een heviger conflict met Hezbollah heeft ook grote gevolgen voor de economie van Israël. De banken van het land maken gewag van een kapitaalvlucht.

De Israëlische economie had zich moeten herstellen. Veel van de 300.000 arbeiders die hun baan verlieten om te vechten, zijn teruggekeerd naar kantoren, fabrieken en boerderijen. In plaats daarvan wordt de situatie steeds nijpender. Volgens het persbureau Bloomberg bedroeg de groei van het Israëlisch bruto binnenlands product (bbp) tussen april en juni slechts 0,7 procent op jaarbasis, zo’n 5,2 procentpunten onder de verwachtingen van economen. Op 16 september zag Bezalel Smotrich, de Israëlische minister van Financiën, zich genoodzaakt de wetgevers te vragen een noodverhoging van het begrotingstekort goed te keuren. Het was de tweede keer dit jaar dat hij zo’n verzoek deed.

De spilzucht van Smotrich baart investeerders zorgen. Net als de mogelijkheid van hevigere gevechten. Deze week lanceerde Israël luchtaanvallen op Libanon, waarbij volgens lokale functionarissen 558 mensen omkwamen. Dat gebeurde na de ontploffing van beepers en walkietalkies van Hezbollah, waarbij 39 mensen omkwamen, en na maanden van raketaanvallen door de Libanese militiegroep op Israëlische nederzettingen. Geld begint het land te ontvluchten. Tussen mei en juli verdubbelde de uitstroom van Israëlische banken naar buitenlandse instellingen tegenover dezelfde periode vorig jaar tot 2 miljard dollar. De economische beleidsmakers van het land maken zich meer zorgen dan ooit sinds het begin van het conflict.

Oplopend tekort

Elke economie in oorlogstijd balanceert op een slappe koord: een regering moet haar strijdkrachten financieren, vaak door te overbesteden, en er tegelijk voor zorgen dat ze sterk genoeg blijft om haar schulden af te lossen wanneer de vrede aanbreekt. Het nachtmerriescenario voor Israël is een conflict dat zich uitbreidt naar Jeruzalem en Tel Aviv, de commerciële centra van het land. Maar zelfs een minder intense oorlog, waarbij de gevechten beperkt blijven tot het noorden van het land, kan al voldoende zijn om de economie over de rand te duwen.

De Israëlische regering, die veel geld uitgeeft, maakt het er niet beter op. In maart, toen de strijdkrachten hoopten op een staakt-het-vuren in juli, rekenden generaals dat ze 60 miljard shekel (16 miljard dollar, of 3% van het Israëlische bbp) boven op hun normale budget nodig zouden hebben, en vervolgens een permanente verhoging van 30 miljard shekel per jaar om de nieuwe veiligheidssituatie het hoofd te bieden. Sindsdien zijn de prognoses over de tekorten blijven stijgen. Er wordt nu verwacht dat het tekort dit jaar 8,1 procent van het bbp zal bedragen, bijna drie keer zoveel als voor de oorlog werd verwacht. Nu de vijandelijkheden zich verder uitbreiden, zal het tekort waarschijnlijk nog oplopen.

Wat betekent dat voor de Israëlische beleidsmakers? In januari bedroegen de schulden van het land 62 procent van het bbp, ruim onder het gemiddelde van de OESO, een club van vooral rijke landen. Bezalel Smotrich heeft dus een beetje ademruimte. Maar slechts een beetje. Als de gevechten volgend jaar doorgaan, zal de financiële situatie verslechteren. Obligatiehouders willen de zekerheid dat er nog ruimte is voor meer oorlogsuitgaven, dus hanteren ze een lager plafond voor acceptabele schulden dan in vergelijkbare landen. De ratingbureaus worden ook nerveus. Fitch en Moody’s zeggen dat ze de rating van Israël waarschijnlijk opnieuw zullen verlagen, nadat ze dat dit jaar al een keer hebben gedaan.

‘We zitten in de langste en duurste oorlog in de geschiedenis van Israël’

Bezalel Smotrich, Israëlische minister van Financiën

Smotrich, een kolonist op de Westelijke Jordaanoever wiens partij uiterst rechts is, maakt het probleem alleen maar erger. Niemand gelooft dat hij het leger zal vragen de kosten laag te houden. Hij heeft ook geweigerd andere maatregelen te nemen om het tekort te beteugelen, hetzij door elders te snijden in de uitgaven of door de belastingen te verhogen. De uitgebreide welvaartsstaat van Israël blijft intact. De ultraorthodoxe bevolking en de kolonisten hebben geprofiteerd van meer subsidies en aalmoezen om mannen thuis te houden. Smotrich belooft volgend jaar 35 miljard dollar besparingen, maar hij heeft niet gezegd waar het grootste deel daarvan vandaan moet komen.

Volatiele shekel

Een sterkere groei zou de pijn verzachten. Hoewel de reservisten weer aan het werk zijn en de consumptie terug is op het niveau van voor de oorlog, blijft de Israëlische economie kleiner dan aan de vooravond van de oorlog. Smotrich heeft de minst productieve delen van de samenleving ontzien en de industrie uitgehongerd. De arbeidsmarkt is uiterst krap, met een werkloosheidscijfer van slechts 2,7 procent. Bedrijven hebben moeite om vacatures in te vullen en Israëls kleine hightechbedrijven staan onder druk. Ze lopen financiering mis door de oorlog, waarschuwt de denktank Startup Nation.

Zo’n 80.000 Palestijnse arbeiders kregen na 7 oktober geen vergunning en zijn nooit vervangen. Als gevolg daarvan is de bouwsector 40 procent kleiner dan vorig jaar, wat de bouw van huizen en reparaties enorm bemoeilijkt. Voorlopig heeft de inflatie de grootste impact gehad. In augustus bereikte die een jaarcijfer van 3,6 procent, na een versnelling in de zomer. Als de aanvallen van Hezbollah in omvang toenemen, zal het gebrek aan bouwvakkers een nog groter probleem worden.

Beleggers zijn onzeker over het vermogen van Israël om zich te herstellen. De shekel is volatiel, Israëlische banken hebben te maken met kapitaalvlucht en de grootste drie melden een forse toename van klanten die vragen om spaargeld over te boeken naar andere landen of om het te indexeren aan de dollar. Hoewel de inflatie boven de doelstelling blijft, besloot de centrale bank in augustus vast te houden aan haar vorige beleidstarief, uit angst het herstel te laten ontsporen.

Nog erger

Dan is er nog het nachtmerriescenario. Weinig investeerders bereiden zich voor op een oorlog die heel Israël zou overspoelen, inclusief Jeruzalem en Tel Aviv, ook al is Hezbollah misschien in staat zo’n aanval uit te voeren. In zo’n scenario zou de economische groei een zware klap krijgen, misschien nog wel zwaarder dan na 7 oktober. De uitgaven van het leger zouden de pan uit rijzen. Vluchtende investeerders zouden waarschijnlijk banken omverwerpen en de shekel doen kelderen, waardoor de Bank of Israël gedwongen zou worden in te grijpen en haar reserves uit te geven.

Wat er ook gebeurt, Israëlische economen hebben zich erbij neergelegd dat het nog erger zal worden. Zelfs Smotrich, over het algemeen een bullish type, ademt nu een sfeer van uitputting: “We zitten in de langste en duurste oorlog in de geschiedenis van Israël.” Eerdere conflicten hebben Israël veel gekost. Wees niet verbaasd als deze dat ook doet.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content