De Nationale Bank heeft vorig jaar een uitzonderlijk grote storting moeten doen om de impact van de hoge inflatie op de aanvullende pensioenen van 1.200 personeelsleden op te vangen. Zo schrijft De Tijd dinsdag.
Zoals in veel bedrijven krijgen personeelsleden van de Nationale Bank naast hun wettelijk pensioen ook een aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pijler. De kosten van dat aanvullend pensioen zijn vorig jaar spectaculair gestegen. Ze moest eenmalig 108,9 miljoen extra besteden aan de “financiering van het pensioenplan met vaste uitkeringen van een deel van het personeel”, staat in het ondernemingsverslag. Die uitgave komt boven op de ‘normale’ bijdrage, die vorig jaar 39,5 miljoen bedroeg.
Personeelskosten gestegen met 41 procent
“De eenmalige dotatie moet de impact van de forse stijging van de inflatie in 2022 dekken”, klinkt het. De forse storting is vermoedelijk mee te verklaren door het feit dat relatief veel personeelsleden bijna de pensioenleeftijd bereikt hebben.
De personeelskosten bij de Nationale Bank zijn vorig jaar vooral door de extra bijdrage met 41 procent gestegen tot 451 miljoen euro.
