‘Industrie heeft een toekomst in Brussel’
Ondanks de hoge werkloosheid, de rechtsonzekerheid voor bedrijven en een ingewikkeld administratief doolhof blijft Joris Tiebout, voorzitter van Voka-Brussel, optimistisch over de economische kansen van de hoofdstad.
Economisch is het Brussels Gewest een januskop. Het is goed voor bijna 20 procent van het bruto binnenlands product van ons land, maar het inkomen van de Brusselaar ligt 19 procent onder het Belgische gemiddelde. De werkloosheid bedraagt er 20 procent, de jeugdwerkloosheid ruim 30 procent. Toch blijft Joris Tiebout, voorzitter van Voka-Comité Brussel en CEO van Abatan, de slachthuizen van Anderlecht, optimistisch over de economische groeikansen van het gewest. “Er wordt vaak gezegd dat Brussel niet goed draait, maar Ernst & Young stelde onlangs nog dat internationale bedrijven wel degelijk in Brussel willen investeren. Ik vind dat goed nieuws. Als het over Brussel gaat, wordt vaak enkel over werkloosheid gesproken. We zijn de regio waar de werkgelegenheidsgroei het sterkst toeneemt, maar dat vertaalt zich niet in een daling van de werkloosheidsgraad omdat het gewest een demografische explosie kent. De bevolking neemt hier dubbel zo snel toe als in Vlaanderen en Wallonië.”
Studies spreken van 150.000 extra inwoners tegen 2020. Kan het gewest dat sociaaleconomisch opvangen?
JORIS TIEBOUT. “De toekomst van Brussel is en blijft internationaal. De Europese instellingen zijn hier gevestigd en zij zijn economisch toch een stabiliserende factor. Voka heeft berekend dat de aanwezigheid van de Europese instellingen indirect voor 100.000 jobs zorgt. Ik heb het dan niet enkel over de ambtenaren, maar ook over alles daarrond. Onderschat de impact daarvan niet.”
Is het geen onbegonnen werk die nieuwe Brusselaars allemaal aan een job te helpen?
TIEBOUT. “Dat kan ook niet zomaar. Er zijn 100.000 werkloze Brusselaars ingeschakeld op de arbeidsmarkt, maar toch zijn er nog 12.000 werklozen bij gekomen.”
De werkloosheidsgraad blijft hoog. In sommige wijken benadert hij Zuid-Europese cijfers. Bent u bezorgd?
TIEBOUT. “Charleroi en Luik hebben nog altijd hogere werklozenpercentages. Frans De Keyser van Beci zei mij ooit: “Wat denk je dat er zal gebeuren na nog een paar staatshervormingen? Brussel zal zelf zijn werklozen moeten betalen, maar daar heeft het de middelen niet voor.” Wel, die werklozen verhuizen naar de Rand omdat ze daar een hogere uitkering krijgen. Dan zullen de werkloosheidscijfers in Brussel verbeteren (lacht). Brussel is geen eiland. De VDAB en het Brusselse Actiris wisselen duizenden vacatures uit. Een stijgend aantal Brusselaars werkt in Vlaanderen.”
De werkgelegenheidsgraad van de niet-EU-burgers in Brussel bedraagt volgens de RVA amper 34 procent.
TIEBOUT. “Je moet actie ondernemen in de probleemwijken. Als allochtonen niet meer in zichzelf geloven, dan moet je dat kunnen keren. Veel migrantenjongeren hebben nog contact met hun thuisland. Ze kennen artisanale producten waar hier zeker nog een markt voor is. Sommigen hebben het ondernemerschap in zich, we moeten dat promoten. Daarnaast moeten we de arbeidsmobiliteit verbeteren, net als de talenkennis.
“Er zijn in Brussel tal van vacatures voor laaggeschoolden. Voor poetshulp, voor veiligheidsverantwoordelijken in bedrijven, voor de horeca. Rond de Brusselse kanaalzone zou je de sociale lasten moeten verminderen om economische activiteit en werkgelegenheid te ontwikkelen. Of je het nu graag hebt of niet, Brussel kent een uitgebreide informele economie. Zonder zou de armoede veel groter zijn. Je moet die zwarte economie aanpakken, maar ze zal niet van de ene dag op de andere verdwijnen.”
In een niet zo ver verleden trokken bedrijven weg uit Brussel. Is het tij gekeerd?
TIEBOUT. “Ik bekijk dat breder dan het gewest. Dat staat economisch niet los van het Vlaams- en Waals-Brabantse hinterland. Voor bedrijven is het niet belangrijk dat ze zich op Brussels grondgebied bevinden. Ze willen gewoon een aantrekkelijke plaats om hun economische activiteiten te ontwikkelen. De uitdaging voor ondernemingen die zich in Brussel vestigen, is zich te integreren in het stedelijke weefsel. Ik denk niet dat er nu veel bedrijven uit Brussel vertrekken. Ik zal niet ontkennen dat de Brusselse metropool een probleem heeft, er is een tekort aan bedrijventerreinen. Voka Halle-Vilvoorde zegt hier hetzelfde als Voka Comité Brussel.”
In Mechelen en Aalst zijn bedrijvencentra uit de grond gerezen. Zijn dat concurrenten voor Brussel? Mensen kijken ertegenop om dagelijks de files te trotseren.
TIEBOUT. “De mobiliteit is een probleem. En opnieuw kijken we hier verder dan het Brussels Gewest. De ring moet worden verbreed. Het GEN-netwerk moet er komen. Rekeningrijden wordt vroeg of laat een realiteit. Het logistieke netwerk moet ook verbeteren. En dan spreek ik niet alleen als voorzitter van Voka Brussel, maar ook als CEO van de NV Abattoir. Voor het transport van voedingsproducten moet er een kortere ketting komen tussen het Pajottenland en de stad. Boeren komen nu naar de stad om hun producten te verkopen. Wij willen een platform creëren zodat dat hier op een duurzame manier kan gebeuren. Dat is natuurlijk maar een klein voorbeeld.”
U bevindt zich vlak bij het kanaal Brussel-Charleroi, de oude industriële westkant van Brussel. Is er in het gewest nog toekomst voor iets anders dan dienstenbedrijven?
TIEBOUT. “De grens tussen diensten en industrie vervaagt. Wie een smartphone koopt, kan toch moeilijk zeggen dat dat een zuiver industrieproduct is. Die wordt hier niet gemaakt, maar je kan er wel voor zorgen dat die hier verkocht wordt, net als de applicaties voor de smartphone.
“En ik zie ook nog toekomst voor de maakindustrie in Brussel. Volkswagen in Vorst werd succesvol omgeturnd tot Audi Brussels. Uitsluitend inzetten op dienstverlening is gevaarlijk. Dat hebben we de voorbije twee tot drie jaar gezien. De verminderde economische ontwikkeling van Brussel is een gevolg van de dalende activiteit in de financiële sector. Ik denk dat banken en verzekeraars voor een gewest veel volatieler zijn dan een Sabca in Haren of een Audi in Vorst. Tenzij ze failliet gaan, zie ik die industriebedrijven niet snel verdwijnen.”
Wat is er nodig om in Brussel een be-drijfsvriendelijk klimaat te hebben?
TIEBOUT. “Respect voor bedrijven. Waarom is de kanaalzone verloederd? Omdat men bedrijven tientallen jaren gezegd heeft dat het kanaal zou worden verbreed. In die periode kan je als ondernemer niets doen. Bedrijven wachtten af, en het gevolg was verloedering. Die rechtsonzekerheid is problematisch. Er liggen allerlei plannen, maar ze worden niet uitgevoerd.”
Voka en de andere werkgevers stonden aan de wieg van Brussels Metropolitan Region (BMR), dat het overleg tussen Brussel en de Rand moet verbeteren. De politiek heeft met de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap een vergelijkbaar vehikel gelanceerd. Sommige Vlamingen wantrouwen dat. Wat vindt u?
TIEBOUT. “De toekomst van de wereld ligt in metropolen en België heeft er maar één die naam waardig: Brussel en zijn hinterland. Voor alle bedrijven in de buurt is Brussel een meerwaarde. BMR, dat vijf jaar bestaat, is een platform om de werkgevers op het niveau van werkgelegenheid, stedenbouw en mobiliteit beter te doen samenwerken. De toekomst van de luchthaven van Zaventem is belangrijk voor de hele regio. Ook de gewesten worden erbij betrokken. Het politieke project van de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap ligt in het verlengde daarvan. Maar veeleer dan het te zien als een bedreiging omdat het zou leiden tot de uitbreiding van Brussel, merk ik dat BMR ervoor gezorgd heeft dat Vlaanderen Brussel de rug niet heeft toegekeerd. Voka Comité Brussel verandert zijn naam trouwens in Voka Metropolitan.”
Wat vindt u van de ingewikkelde politieke structuren in Brussel: gewest, gemeenschappen, een lappendeken aan gemeentes? Sommige bedrijven klagen al jaren over een doolhof aan lokale belastingen.
TIEBOUT. “In 2003 zijn we naar de Raad van State gestapt tegen een gemeentebelasting in Anderlecht. Het was een taks op tentoonstellingen in privégebouwen, waarbij 10 procent van de opbrengst moest worden afgestaan. Na een decennium hebben we eindelijk gelijk gekregen. Ondertussen hadden we wel een regeling getroffen, maar als bedrijf verlies je daar veel tijd mee. Ik zie overigens dat de stad Brussel bedrijven echt wegpest.”
Hoezo?
TIEBOUT. “Eind deze zomer sluiten Mini-Europa en het waterpretpark Océade de deuren omdat de stad Brussel het contract niet verlengt. Ze moeten plaatsmaken voor een nieuw winkelcomplex. Hun verwijdering is op een onheuse manier gebeurd. De stad Brussel wordt hier een concurrent voor privé-initiatief. En dan is er nog de Vlerick Business School die zich niet in het beursgebouw mocht vestigen. De stad wordt sterker dan het gewest en trekt alles naar zich toe. Dat verontrust mij.”
ALAIN MOUTON, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER
“De stad Brussel pest bedrijven weg”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier