Pieter Verstraete
‘In China kun je problemen bij het runnen van een nieuwe business enkel oplossen door op te schalen’
‘Nadat in het Westen een zeepbel is gebarsten, blijft er vaak weinig over. In China is dat anders.’Dat zegt Pieter Verstraeten, bedrijfsadviseur in China.
Zelfs een varken kan vliegen als het voor een fengtou of luchtschacht staat. Zo luidt het adagium van de Chinese zakenwereld. Vrij vertaald: als het zakelijke klimaat goed zit, komt elke beginnende business wel van de grond.
In China gaat dat als volgt. Het succes van een nieuw bedrijf of concept stimuleert ondernemers om een zaak te starten in dezelfde niche. Durfkapitalisten laten hun megafondsen los op de markt, en dan komt de steun van de overheid als ultieme katalysator. Iedere ietwat competente ondernemer kan daarna geld ophalen om aan zijn of haar bedrijf te beginnen.
Er zijn de afgelopen jaren een aantal van die fengtous geweest in China. Denk aan de buitenlandse vastgoedwoede van 2014-2015. Elke vastgoedpresentatie begon steevast met een verwijzing naar het Belt & Road Initiative, het grootscheepse infrastructuurplan dat China moet verbinden met zijn buurlanden en met Europa. Of de strooifietsenrage van 2017.
Zijn dat geen zeepbellen zoals we die kennen in het Westen, zoals de dotcomzeepbel van de jaren negentig of de vastgoedzeepbel van de jaren 2000? Niet echt. Nadat in het Westen een zeepbel is gebarsten, blijft er vaak weinig over. In China is dat anders. Wanneer de winnaars de verliezers incorporeren of opkopen, zijn ondertussen vaak de fundamenten van een nieuwe industrie en haar logistieke keten al gebouwd. Rages worden trends en uiteindelijk worden die het nieuwe normaal.
In China kun je problemen bij het runnen van een nieuwe business enkel oplossen door op te schalen.
In Chengdu zie ik alle kenmerken van een nieuwe fengtou: de bewegingseconomie. Elke maand worden tientallen fitnesscentra, lifestyle clinics en sportclubs geopend. Die fengtou komt mij goed uit, want sinds kort heeft Chengdu een padelclub. Padel vond zijn weg naar Chengdu dankzij mevrouw Wang, leer ik bij een bezoek aan haar club. Ze had op tennisstage in Spanje de sport ontdekt. Samen met enkele andere tenniscoaches en een externe investeerder startte ze een club in Chengdu.
Wanneer ik een rondleiding krijg in de club, merk ik meteen de standaardlessen van het Chinese zakendoen. Les 1: de eerste zijn maakt niet uit, schaal wel. Eén veldje aanleggen is niet de markt uittesten en slim ondernemen. Het is een marktonderzoek dat de rode loper uitrolt voor de concurrentie. Op zijn Belgisch een tanende tennisclub voorzichtig transformeren tot een padelclub en daarbij op eieren lopen om de gevoelens van de tennisanciens te sparen, dat zit er hier niet in. Een concept dat aanslaat wordt razendsnel gekopieerd. Vandaar hier niet één veld, maar meteen twaalf.
Les 2: 70 procent is goed genoeg. Het moet niet allemaal perfect zijn vanaf het begin, zolang je maar snel opschaalt. Hier is wel wat misgegaan. De velden werden gemodelleerd naar de velden in Zuid-Spanje, waar nauwelijks regen valt. Een paar plensbuien en ze staan blank.
Les 3: enkel groei kan je redden. Uitdagingen en problemen bij het runnen van een nieuwe business zijn er altijd. Die kun je enkel oplossen door op te schalen. Zo blijf je ook de concurrentie voor, want die zit niet stil.
Op een zonnige zondagmiddag kom ik terug langs bij de padelclub. Elk veld is ingenomen. In de hoek zijn kinderkampen aan de gang, rechtsachter houden lokale schoonheden een fotoshoot in padeltenue. Het centercourt is voorbehouden voor een voormalig lid van de Chinese mannentennisploeg. Het terras zit vol, de club leeft. Dit varken zou weleens kunnen gaan vliegen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier