Immigratie stelt het begrotingsprobleem alleen maar uit. En een hogere productiviteit betekent een hogere rente.
Het is een truc van politici om economische groei te beloven om hun begrotingsvoorspellingen mooier voor te stellen. De productie verhogen kan net zo goed zijn als de schuld verlagen. Midden twintigste eeuw leidde de inhaalslag van de door oorlog verscheurde economieën, de babyboom, de toetreding van vrouwen tot de beroepsbevolking en de uitbreiding van het middelbaar onderwijs tot een groei die ertoe bijdroeg dat de rijke wereld haar schulden uit de Tweede Wereldoorlog kon afbetalen. Opkomende economieën die profiteren van een inhaalslag of van grondstoffenmeevallers zijn soms uit hun schulden gegroeid in plaats van ze te herstructureren.
Vandaag is het laaghangend fruit grotendeels geplukt. Maar zowel linkse als rechtse politici blijven hopen op groei om de overheidsfinanciën te ondersteunen. Links neigt naar meer immigratie. Rechts legt de nadruk op de productiviteit. Helaas zal noch de bevolking noch de productiviteit de begrotingen kunnen redden.
Natuurlijke oplossing
We beginnen met het vergroten van de beroepsbevolking. “Immigratie is een van de antwoorden op de vergrijzing in Europa”, verklaarde de parlementaire vergadering van de Raad van Europa dit jaar. Tijdens een jaarlijkse bijeenkomst van centrale banken in Jackson Hole, Wyoming, suggereerde zowel Kazuo Ueda, de gouverneur van de Bank of Japan, als Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, dat buitenlandse werknemers de natuurlijke oplossing zijn voor het probleem van de demografische teruggang.
Immigratie zorgt voor een stijging van het bruto binnenlands product (bbp), waardoor de schulden over meer mensen worden uitgesmeerd. Op korte termijn dalen de tekorten, omdat de belastinginkomsten stijgen. Meer migranten kunnen ook beter zijn dan meer baby’s, die nog niet kunnen werken.
Migranten moeten ten minste een bachelordiploma hebben om een positief fiscaal effect te hebben.
Het probleem is dat de jongeren oud worden. De babyboomers waren een zegen voor de begroting, maar zijn veranderd in een budgettair probleem. De levensverwachting is gestegen, wat betekent dat het toevoegen van immigranten of baby’s vertraging oplevert, maar niet voorkomt dat de gemiddelde leeftijd van de bevolking mee omhooggaat. Uiteindelijk krijg je hetzelfde probleem op grotere schaal. “De bevolkingsgroei die nodig is om de vergrijzing volledig te compenseren is erg groot en wordt met de tijd groter”, schreef David Miles van het Britse Office for Budget Responsibility in een recent essay waarin hij waarschuwde voor een “bevolkingsponzifraude”.
In sommige landen klinkt dat misschien minder als een waarschuwing dan als een aanmoediging. Zowel Japan als Italië heeft geboortecijfers die zo laag zijn dat hun bevolking krimpt. Meer migranten zouden een ineenstorting van de bevolking voorkomen en een begrotingsramp uitstellen.
Laagopgeleide migranten
Toch vrezen veel westerse kiezers in toenemende mate een congestie, vooral rond succesvolle steden. De regelgeving staat vaak adequate woningbouw in de weg. Infrastructuur en openbare diensten hebben op veel plaatsen het tempo van de instroom in de jaren 2020 niet kunnen bijhouden, waardoor een terugslag is ontstaan. Uit onderzoek van de Bank of Canada is gebleken dat in sommige gebieden een toename van 1 procent van de geschoolde migrantenbevolking de huizenprijzen met 6 tot 8 procent doet stijgen.
Groot-Brittannië heeft zeven keer de bevolkingsdichtheid van het gemiddelde rijke land en een acuut woningtekort in de meest productieve regio rond Londen. Het lijkt het minst goed geplaatst van alle rijke landen om een budgettair gat te dichten met meer mensen. De Verenigde Staten hebben over het algemeen veel ruimte, maar lokale knelpunten in het woningaanbod op de meest aantrekkelijke locaties voor migranten. Als je dacht dat het in evenwicht brengen van een begroting een moeilijke politieke klus was, probeer het dan eens op te nemen tegen nimby’s.
Landen blijken ook slecht in het toelaten van de fiscaal meest voordelige migranten. Progressieve belastingen en verzorgingsstaten betekenen dat er een kloof gaapt tussen de levenslange fiscale impact van een hoogopgeleide en een laagopgeleide. De gemiddelde migrant die in de leeftijd van 25 tot 34 jaar in Verenigde Staten aankomt met een universitair diploma, levert de federale overheid een verdisconteerd fiscaal voordeel van bijna 2,3 miljoen dollar (in prijzen van 2024) op, berekent David Bier van het Cato Institute, een libertaire denktank. Een migrant van dezelfde leeftijd die zonder middelbareschooldiploma aankomt, levert minder dan 15.000 dollar aan levenslange voordelen op. Een vergelijkbaar bewijs uit Nederland suggereert dat migranten ten minste een bachelordiploma moeten hebben om een positief budgettair effect te hebben.
Helaas heeft de migratiegolf die de rijke wereld sinds 2020 heeft meegemaakt een ongewoon hoog aandeel laagopgeleide migranten binnengebracht, onder wie asielzoekers. Maar zelfs als er een verschuiving naar hoogopgeleiden zou plaatsvinden, zijn de aantallen die nodig zijn om het gat in de begroting te dichten enorm. Neem het voordeel van bijna 2,3 miljoen dollar van een jonge, hoogopgeleide migrant en zet dat af tegen het budgettaire tekort van Amerika, geschat op 163 miljard dollar door het Penn Wharton Budget Model. Er zouden 71 miljoen migranten nodig zijn om het gat te dichten.
Artificiële intelligentie
Hoe zit het met de droom van een snellere productiviteitsgroei? “We kunnen de komende tien jaar in dit land een productiviteitsrevolutie meemaken die gewoon niet in te schatten is”, zei senator Ron Johnson van Wisconsin in juni tegen verslaggevers, terwijl hij een begrotingswet verdedigde die veel tekorten zal veroorzaken. Uit een scenario van het Amerikaanse Congressional Budget Office blijkt dat als de gemiddelde jaarlijkse groei van de totale factorproductiviteit een half procentpunt hoger zou zijn dan voorspeld, de staatsschuldquote in 2055 113 procent zou bedragen in plaats van 156 procent, als alle andere factoren gelijk blijven. “Artificiële intelligentie zou het budgettaire probleem van de Verenigde Staten kunnen oplossen”, verklaarde Torsten Slok van het private-equitybedrijf Apollo in juli.
Fundamenteler voor de houdbaarheid van de schuld is het stimuleren van de groei ten opzichte van de rente.
Maar budgettair gezien kan zelfs productiviteitsgroei nadelen hebben. Pensioenregelingen zijn vaak gekoppeld aan de lonen, die stijgen met de productiviteit, waardoor de budgettaire winst beperkt is. Fundamenteler voor het verbeteren van de houdbaarheid van de schuld is niet alleen het stimuleren van de groei, maar het stimuleren van de groei ten opzichte van de rente. Sinds Frank Ramsey in 1928 het canonieke model van economische groei schreef, stellen economen doorgaans dat productiviteit en rentevoeten samen stijgen en dalen.
Als gevolg daarvan is het mogelijk dat je de kloof tussen rentevoet en groeipercentage “niet of nauwelijks” verlaagt met een beleid dat de groei bevordert, schreef Jason Furman van Harvard University vorig jaar. Snellere groei zal “extra investeringen uitlokken, waardoor de reële rente onder opwaartse druk komt te staan”, waarschuwen Serkan Arslanalp van het Internationaal Monetair Fonds en Barry Eichengreen van de University of California. Hoewel het empirische bewijs daarover inconsistent is, blijkt uit sommige onderzoeken dat als de groei toeneemt, de rentetarieven nog meer stijgen, wat de houdbaarheid van de schuld zou verslechteren.
Meer herverdeling
Stel dat AI de productiviteit opvoert. De vraag naar investeringen is nu al enorm: volgens de bank Morgan Stanley zullen investeringen in datacenters, servers en chips in 2025 wereldwijd bijna 500 miljard dollar bedragen. Hoe optimistischer je bent over het groeipotentieel van AI, hoe groter de uitgaven moeten zijn. Een uberoptimistisch model van de denktank Epoch AI suggereert dat de optimale investering in AI dit jaar 25 miljard dollar bedraagt, bijna de omvang van de hele Amerikaanse economie. Zelfs voor Amerika, dat massa’s kapitaal kan importeren, drijft een grotere vraag naar investeringen uiteindelijk de rentetarieven op. En volgens Ramseys model leidt een snellere verwachte groei er ook toe dat de besparingen dalen, omdat mensen denken dat ze morgen rijker zullen zijn. Dat maakt het kapitaaltekort nog erger.
Het effect is wereldwijd en kan pijnlijk zijn als landen in een verschillend tempo groeien, volgens Neil Mehrotra van de Federal Reserve Bank of Minneapolis. Grensoverschrijdende kapitaalstromen zorgen ervoor dat de rentetarieven van land tot land sterk gecorreleerd blijven. Snelle groei in Amerika kan daarom de kapitaalkosten voor iedereen opdrijven, zelfs als niemand anders deelt in de hausse. Europa, met zijn regeldruk en gebrek aan technologische dynamiek, moet extra voorzichtig zijn.
Een laatste probleem met AI is dat het de vraag naar herverdeling kan doen toenemen. In Silicon Valley verwacht men dat het meeste kenniswerk overbodig wordt en pleiten veel techneuten voor een universeel basisinkomen (UBI). Zelfs als ze het mis hebben over het UBI, is het waarschijnlijk dat een tijdperk van economische ontwrichting zou leiden tot hogere eisen voor welvaartsstaten. Een grotere economische taart zou dat gemakkelijker maken. Arslanalp en Eichengreen concluderen dat snellere economische groei succesvolle budgettaire aanpassingen voorspelt, deels omdat het dan gemakkelijker is om overschotten te realiseren. Maar met een verstoring die zo ingrijpend is als AI, zijn er genoeg redenen om voorzichtig te zijn met wat je wenst.