Hoge Raad voor de Werkgelegenheid heeft aanbeveling klaar voor beperking werkloosheid in de tijd
De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW) formuleert maandag de aanbeveling om in te grijpen op de uitkeringsduur van de werkloosheid, maar doet dat voor het eerst sinds zijn bestaan niet unaniem. Dat blijkt uit de jaarlijkse stand van zaken van de arbeidsmarkt die de HRW opmaakt.
Er zijn in België 41.000 banen bijgekomen in 2023. Dat is een terugkeer naar een niveau dicht bij het historische gemiddelde van 43.000, na een banengroei van 100.000 in 2021 en 2022. Maar ondanks de forse groei van de voorbije jaren slaagde ons land er niet in om de achterstand ten opzichte van het Europese gemiddelde weg te werken.
Voor België bedroeg de werkgelegenheidsgraad 72,1 procent, het Europese gemiddelde bedroeg 75,3 procent. De rekruteringsproblemen waarmee de Belgische ondernemingen kampen, remden de werkgelegenheidsdgroei af, klinkt het niet voor het eerst.
Geen unanimiteit
Bij de start van de nieuwe regeerperiode formuleert de HRW ook een reeks aanbevelingen voor de komende federale en regionale regeringen. Maar over één zin bestond dus geen unanimiteit. De HRW was het er nog over eens dat het werkloosheidsstelsel een verzekeringssysteem is binnen de sociale zekerheid, dat werkzoekenden een vervangingsinkomen garandeert, en bestaat naast het stelsel van sociale bijstand. Het is dus niet bedoeld voor personen die geen werk (meer) zoeken. Maar “de meeste leden van de Hoge Raad zijn van mening dat de set-up van dat stelsel (meer bepaald betreffende de uitkeringsduur, dat een specifiek kenmerk van het Belgische systeem uitmaakt) kan worden verbeterd om arbeidsprikkels te versterken en transparanter te maken”, schrijft de HRW vervolgens.
Ondervoorzitter Steven Vanackere verduidelijkte dat een kleine minderheid binnen de HRW zich niet achter die laatste zin kon scharen. Ze werd alsnog in deze hoedanigheid opgenomen, gezien de maatschappelijke discussie die over de kwestie aan de gang is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier