Hoge Raad voor de Werkgelegenheid luidt alarmklok: ‘We willen een signaal van urgentie geven’
Er moeten meer inspanningen geleverd worden om tegen 2030 een werkgelegenheidsgraad in ons land van 80 procent te bereiken. Daar dringt de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid op aan.
In een nieuw rapport luidt de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid – een adviesorgaan bestaande uit onder meer experten en vertegenwoordigers van de gewesten – de alarmklok. Een aantal problemen op de arbeidsmarkt moeten dringend worden aangepakt. “We willen een signaal van urgentie geven”, aldus Steven Vanackere, ondervoorzitter van de Raad.
De uitdagingen zijn legio. Er is een ‘zorgwekkend’ grote krapte op de arbeidsmarkt, aldus Vanackere. Met een vacaturegraad van 5,5 procent – dat betekent dat op 100 jobs er meer dan vijf niet ingevuld raken – zit ons land ver boven het Europees gemiddelde. Er is niet alleen een hoge vacaturegraad in Vlaanderen, maar ook in Brussel en Wallonië is dat het geval en dit ondanks de hogere werkloosheidscijfers.
Lees verder onder de video (reportage Kanaal Z)
Bedrijven worstelen niet alleen met het vinden van werknemers. Ze worden door de hoge inflatie en de automatische indexering bovendien geconfronteerd met een groeiende loonkostenhandicap. ‘Een gevolg is dat de toename van het aantal arbeidsplaatsen in 2023 en 2024 gaat afnemen’, waarschuwt Vanackere. Terwijl de Hoge Raad net becijferde dat 640.000 banen moeten worden gecreëerd om een werkgelegenheidsgraad van 80 procent te bereiken.
80 procent
Maar structureel blijven er vooral te weinig mensen deelnemen aan de arbeidsmarkt, stipt de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid aan. Aan het huidige tempo zal de doelstelling van 80 procent werkgelegenheidsgraad tegen 2030 niet worden bereikt. Van iets meer dan 70 procent vandaag zou men aan het huidige tempo in 2027 – dus drie jaar voor de deadline – aan 73,5 procent werkgelegenheid raken. ‘Ver onder de 80 procent dus’, aldus Vanackere. ‘Zelfs als we alle werklozen aan het werk krijgen, komen we nog niet aan 80 procent. We moeten dus ook de inactieven mobiliseren’.
Vooral bij inwoners afkomstig uit een niet-EU land is er nog heel wat groeimarge om de werkgelegenheidsgraad op te krikken, net als bij de 55- tot 64-jarigen en vooral de lager- en middengeschoolden. ‘In deze categorie kan nog veel worden gedaan’, adviseert Vanackere.
Extra inspanningen zijn dan ook nodig, stelt de Raad, die een ‘onverwijlde’ hervorming adviseert van de lasten op arbeid. ‘Een fiscale hervorming om arbeid aantrekkelijker te maken is nodig’, stelt de ondervoorzitter van de Hoge Raad.
Maar er is meer nodig dan geld, benadrukt Vanackere. De zorgtaak komt nog te vaak enkel en alleen op de schouders van moeders terecht. “Moeders moeten hun baan kunnen combineren met de zorg voor hun kinderen. Er is goede kinderzorg nodig”. Andere werven voor het beleid en de arbeidsmarkt zijn nog veel meer inzetten op levenslang leren en opleiding, of vrouwen en meisjes meer naar STEM-richtingen oriënteren (wetenschappen, technologie, engineering en wiskunde).
Ondanks de vele uitdagingen had de Raad ook wat goed nieuws. De arbeidsmarkt heeft de coronapandemie beter doorstaan dan gevreesd. Het aantal werklozen zit met 433.000 op het laagste aantal sinds begin de jaren negentig, en met meer dan 5,13 miljoen werkenden waren nooit meer mensen aan de slag. ‘Nu we uit de crisis zijn roept de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid nadrukkelijk op werk te maken van maatregelen. We roepen de sociale partners en de politieke wereld op om dat te doen’, dixit Steven Vanackere.