Hoge Raad van Financiën: ‘Begrotingsinspanning van 8 miljard nodig tegen 2024’
Aan het begrotingsfront staan alle lichten op rood. De Hoge Raad van Financiën beveelt de regeringen van dit land daarom aan om vanaf 2022 ernstig werk te maken van het herstel van de overheidsfinanciën.
Draal niet te lang. Begin volgend jaar met de sanering van de overheidsfinanciën, zo niet komt de geloofwaardigheid van het begrotingsbeleid in het gedrang. Dat is kort samengevat het nieuwe advies van de Hoge Raad voor Financiën, ter voorbereiding van het stabiliteitsprogramma 2021-2024 dat België tegen eind april aan de Europese Commissie moet bezorgen.
De Raad voor een inspanning ter waarde van 1,7 procent van het bbp in de periode 2022-2024, of ongeveer 8 miljard euro. Dankzij deze inspanning kan het structureel tekort van de gezamenlijke overheid dalen naar 3,5 procent tegen 2024. Deze inspanning is vooral te dragen door de federale regering. Dat betekent dat de regering-De Croo tot 2024 voor een inspanning van ongeveer 7 miljard euro staat, toch als ze advies van de Hoge Raad wil opvolgen. De schuldgraad zal in dit traject stabiliseren op 116 procent van het bbp.
De Hoge Raad stelt ook nog een strenger traject voor, maar daar kon binnen de Raad geen meerderheid voor gevonden worden. In dit tweede traject wordt gepleit voor een grotere inspanning in 2022, in lijn met de Europese logica om een inspanning te doen met 0,6 procent van het bbp als de economie dat mogelijk maakt. Dat zou het geval zijn in 2022. Dit traject haalde in de Hoge Raad geen meerderheid, uit vrees dat een te streng begrotingsbeleid het herstel zou afremmen. “Maar tegelijk mag je als Hoge Raad geen signaal van te grote versoepeling geven, want dat maken de politici daar gretig gebruik van. Binnen de Hoge Raad is er eensgezindheid dat er niet mag gedraald worden, gezien ons hoog tekort en onze hoge schuld”, zegt een lid van de Hoge Raad.
Saneren zover het oog kan reiken
In 2022 valt de inspanning nog mee. Omdat heel wat covid-19-maatregelen uitdoven, verbetert het structureel tekort voor een groot stuk vanzelf. De eigenlijke inspanning kan daardoor beperkt blijven tot 0,3 procent van het bbp. De Hoge Raad laat ook de mogelijkheid om voor 0,3% procent tijdelijke en gerichte stimuli te nemen, zoals extra kwaliteitsvolle overheidsinvesteringen, omdat het herstel nog broos en onzeker is. Op die manier kan het begrotingsbeleid in 2022 neutraal blijven en staat de sanering het herstel niet in de weg.
In 2023 wacht een nieuwe inspanning van 0,5 procent van het bbp en in 2024 van 0,9 procent om het aanbevolen traject te houden. Deze totale inspanning is hoger dan is afgesproken in het federale regeerakkoord. De federale regering wil een jaarlijkse inspanning doen van minimaal 0,2 procent van het bbp. Dat kan 0,4 procent worden als de conjunctuur dat mogelijk maakt. Ook na 2024 zal de overheid onverkort een jaarlijkse inspanning van 0,6 procent van het bbp moeten leveren. Het wordt saneren zover het oog kan reiken.
Het advies van de Hoge Raad is gebaseerd op de economische vooruitzichten die het Planbureau eind februari publiceerde. Het hoeft geen betoog dat deze vooruitzichten nog fel kunnen veranderen, met het vaccinatietempo en de besmettingscijfers als belangrijkste scheidsrechter. “Prognoses zullen regelmatig moeten bijgesteld worden en het beleid zal zich moeten aanpassen aan de wijzigende omstandigheden”, schrijft de Raad.
Lage rente biedt geen bescherming
De Hoge Raad schuift diverse argumenten naar voren om niet lang te dralen met de sanering. Zo ging België de crisis in met een al fel verzwakte begroting. “In het verleden is te vaak een kortetermijnvisie aangehouden. In goede tijden werden geen buffers opgebouwd om schokken, zoals de pandemie, op te vangen zonder de al hoge schuldgraad tot ongekende hoogtes te stuwen”, schrijft de Hoge Raad.
De rente is een andere bron van onzekerheid. De Raad stipt aan dat het heel onvoorzichtig zou zijn om te blijven rekenen op een lage rente. “De omstandigheden op de financiële markten kunnen snel veranderen en lage rentetarieven bieden geen bescherming tegen een schuldencrisis. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën kan alleen veilig gesteld worden als de schuldgraad eerst stabiliseert en later daalt”, schrijft de Raad. De Europese Commissie kwam in haar rapport van februari 2021 over de risico’s van de houdbaarheid van de Belgische overheidsfinanciën tot dezelfde conclusie. Alle lichten staan op rood, zowel op korte als op lange termijn.
Europese clementie is tijdelijk
België zal ook niet lang meer op begrotingsclementie van Europa kunnen rekenen. Voor 2020 en 2021, en wellicht ook voor 2022, is de ontsnappingsclausule geactiveerd, zodat de lidstaten de handen vrij hadden om de gezondheidscrisis te lijf te gaan en de economie te beschermen. Dat betekent niet dat landen ontslagen worden van budgettaire consolidatie. Die wordt enkel gepauzeerd, weliswaar op voorwaarde dat op middellange termijn de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet in gevaar komt. België beweegt zich daar op het randje. Vanaf 2023 zal België in het Europese begrotingskeurslijf gedwongen worden, dat in normale tijde een verbetering van het structurele saldo van 0,6 procent per jaar vraagt, tot er een structureel evenwicht wordt bereikt.
De Raad doet ook enkele andere aanbevelingen aan de regeringen. Hij pleit voor een grondige herschikking van de overheidsuitgaven. De uitgaven die de groei bevorderen, zoals kwalitatieve overheidsinvesteringen, moeten een groter aandeel krijgen. “De kwaliteit van de uitgaven moet beter. Een doorlichting van de uitgaven kan daartoe een aanzet geven”, schrijft de Raad, die ook pleit voor voldoende transparantie rond de uitgaven in het kader van de pandemie en het relanceplan. Het is onvoldoende duidelijk welke uitgaven tijdelijk zijn en welke van blijvende aard zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier