Het probleem van 9 biljoen per jaar: de strijd tegen klimaatverandering

© Getty

De factuur om de klimaatdoelstellingen te halen zal immens zijn. Overheden over de hele wereld proberen manieren te vinden om die te betalen.

In Falls County, in hartje Texas, bouwt het hernieuwbare-energiebedrijf Avangrid zijn grootste zonnepark tot nu. Het True North-project zal een capaciteit van 321 megawatt hebben, genoeg om meer dan 55.000 Amerikaanse huizen van stroom te voorzien. True North profiteert, net als andere projecten van Avangrid, van de Inflation Reduction Act (IRA), de Amerikaanse wet die subsidies verstrekt aan groene investeringen. Maar de wereld heeft veel meer True Norths nodig om de klimaatdoelstellingen te halen.

Het Internationale Agentschap voor Hernieuwbare Energie schat dat er tot 2030 wereldwijd jaarlijks gemiddeld 1.000 gigawatt aan hernieuwbare energiecapaciteit moet worden gebouwd, of ruim 3.000 projecten van de schaal van True North. Bovendien moeten gebouwen energie-efficiënter worden, moet infrastructuur worden aangepast aan de gevolgen van de klimaatopwarming en moeten natuurlijke omgevingen worden hersteld en veerkrachtiger gemaakt.

De factuur zal gigantisch zijn. Als we de gemiddelde temperatuurstijging willen beperken in overeenstemming met het klimaatakkoord van Parijs van 2015, moet de klimaatfinanciering wereldwijd tegen 2030 stijgen tot ongeveer 9 biljoen dollar per jaar, tegenover nog iets minder dan 1,3 biljoen in 2021-2022, volgens het Climate Policy Initiative. Een rapport stelde in april vast dat Europa 800 miljard euro moet investeren in zijn energie-infrastructuur om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen, en 2,5 miljard euro om de groene overgang tegen 2050 te voltooien.

COP van de financiën

Om daarin te slagen overwegen regeringen over de hele wereld maatregelen, van vermogensbelastingen tot heffingen op de scheepvaart. De Verenigde Staten willen de IRA financieren door in tien jaar 300 miljard dollar op te halen bij grote bedrijven. Het belang om snel geld in te zamelen werd nog nijpender, toen vorig jaar bijna 200 landen afspraken om tegen 2050 “af te stappen” van fossiele brandstoffen, de hernieuwbare-energiecapaciteit te verdrievoudigen en de energie-efficiëntie te verdubbelen tegen 2030.

De kwestie is zo belangrijk geworden dat de COP29 van dit jaar, die in november plaatsvindt in Azerbeidzjan, al de naam ‘COP van de financiën’ heeft gekregen. Een groot deel van de discussie draait over een wereldwijde doelstelling voor de klimaatfinanciering, om arme landen te helpen hun economie aan te passen. Maar ook rijke landen worstelen met de kosten van de overgang.

Het Internationaal Energieagentschap schat dat de particuliere sector 70 procent van de kosten van de energietransitie voor zijn rekening zal moeten nemen. Maar ook de belastingbetaler zal een deel van de rekening moeten betalen. Van regeringen wordt verwacht dat ze de infrastructuur financieren die cruciaal wordt voor de groene transitie, zoals netwerken, of dat ze infrastructuur zoals waterkeringen bouwt.

Een veertigtal landen kennen al een CO2-heffing, maar gebruiken de inkomsten vaak voor algemene uitgaven in plaats van voor klimaatinspanningen. In 2021 kondigde Ierland aan dat het zijn belasting tegen 2030 zou verhogen tot 100 per ton CO2 en de inkomsten zou reserveren voor klimaatgerelateerde investeringen. Vorig jaar zijn zo’n 50.000 huizen in Ierland, vaak sociale woningen en woningen van mensen met een laag inkomen, met die extra inkomsten voorzien van warmtepompen en isolatie.

Groene welvaart

Veel landen kijken ook naar nieuwe belastingen. In het Verenigd Koninkrijk wil de Labour-partij haar plan voor ‘groene welvaart’ financieren met een belasting op de olie- en gasgiganten. Een extra heffing op de grote spelers in fossiele brandstoffen in de rijkste landen kan 720 miljard dollar opleveren tegen 2030, volgens een rapport dat werd gesteund door non-profitorganisaties zoals Greenpeace en Stamp Out Poverty.

De klimaatverandering is niet langer de taak is van de ministers van Klimaat alleen. Je hebt alle ministers nodig, je hebt de top van de publieke sector nodig

Catherinne McKenna,

Climate and Nature Solutions

Andere landen overwegen een toeristenbelasting. Dit jaar voerde de gouverneur van Hawaï, Josh Green, een heffing van 25 dollar in voor wie incheckt in een hotel, om de gevolgen van de klimaatverandering te helpen opvangen. Vorig jaar kwamen meer dan 100 mensen om het leven bij bosbranden op het eiland Maui, die werden aangewakkerd door het veranderend klimaat. In Barcelona, waar momenteel droogte heerst, heeft het stadsbestuur 100 miljoen van de toeristenbelasting gereserveerd om warmtepompen en zonnepanelen te installeren in scholen.

Internationaal samenwerken

Maar regeringen zijn op zoek naar nog andere opties. Tijdens COP28 lanceerden landen als Frankrijk, Kenia en Barbados een taskforce om te kijken hoe ‘innovatieve financieringsbronnen’, zoals scheepvaart- en luchtvaartheffingen, kunnen worden gebruikt om klimaatmaatregelen te financieren. De heffingen die worden onderzocht, kunnen volgens de taskforce jaarlijks 2,2 miljard dollar opleveren.

Andere landen steunen pogingen om de subsidies voor fossiele brandstoffen af te schaffen. “Dat geld zou veel beter worden besteed aan de aanpak van de klimaatverandering”, zegt de Nederlandse vicepremier Rob Jetten. Zijn land is begonnen met de afbouw van 4,8 miljard euro subsidies voor fossiele brandstoffen. “De helft van die subsidies is vastgelegd in internationale overeenkomsten”, weet Jetten. “Daarom moeten we samenwerken met andere landen.”

Een ander teken van internationale samenwerking is dat de ministers van Financiën van ruim negentig landen zich hebben aangesloten bij een coalitie om de nationale klimaatmaatregelen te bevorderen via fiscaal beleid en het gebruik van overheidsfinanciën. Catherine McKenna, de voormalige Canadese minister van Klimaat die het adviesbureau Climate and Nature Solutions heeft opgericht, stelt vast dat de regeringen beginnen in te zien dat de aanpak van de klimaatverandering niet langer de taak is van de ministers van Klimaat alleen. “Je hebt de premier nodig, je hebt alle ministers nodig, je hebt de top van de publieke sector nodig, en het allerbelangrijkste: je hebt financiën nodig”, zegt ze.

Intelligente regelgeving

Volgens Kingsmill Bond, een energiestrateeg bij het Rocky Mountain Institute (RMI), gaat veel van het gepieker over de klimaatfinanciering voorbij aan een cruciaal punt: er is genoeg kapitaal beschikbaar in de geïndustrialiseerde wereld. Het moet alleen worden gemobiliseerd – met een betere inzet van de particuliere sector. “Het is een vals probleem”, zegt hij. “Het gaat om heel beperkte bedragen en het is absoluut oplosbaar. Je verhoogt de uitgaven aan hernieuwbare energie, maar bouwt die aan oude energie af.”

Het is een vals probleem. Het gaat om heel beperkte bedragen en het is absoluut oplosbaar. Je verhoogt de uitgaven aan hernieuwbare energie, maar bouwt die aan oude energie af

Kingsmill Bond,

Rocky Mountain Institute

In de komende zeven jaar zullen de investeringen in hernieuwbare energie ruwweg verdubbelen, terwijl de investeringen in fossiele brandstoffen halveren, volgens onderzoek van RMI. De dalende investeringen in fossiele brandstoffen zullen daarom ongeveer de helft van de groei van de investeringen in hernieuwbare energie opleveren, concludeerde het onderzoek. Regeringen moeten zich richten op “intelligente regelgeving”, vindt Bond. “Ze moeten de regelgevings- en prijsstructuren opzetten om het geld te laten stromen. Ze hoeven niet veel kapitaal uit te geven, maar ze moeten wel tijd investeren en hard werken.”

Bond wijst op de REPowerEU-strategie van de Europese Unie, die bindende doelstellingen voor hernieuwbare energie heeft vastgelegd en daarnaast subsidies en leningen verstrekt om de belangstelling van de particuliere sector te stimuleren. Volgens SolarPower Europe heeft de Europese Unie in 2023 een recordcapaciteit van 56 gigawatt aan zonne-energiecapaciteit geïnstalleerd, tegenover nog 40 in 2022.

Ook Chili heeft efficiënt gebruikgemaakt van publiek-private partnerschappen, zegt Bond. Het Zuid-Amerikaanse land stimuleert bijvoorbeeld de mijnbouwsector om gebruik te maken van groene waterstof. Maar voor veel groeilanden ligt dat moeilijker. Hoewel alle landen de uitstoot van broeikasgassen moeten terugdringen, worstelen veel van de armste landen met steeds krappere budgetten en met een wereldwijde particuliere sector die terughoudend is om te investeren in opkomende en ontwikkelende economieën.

Verschuiven

Uit onderzoek dat aan het begin van COP28 werd gepubliceerd, bleek dat de klimaatfinanciering wereldwijd is geconcentreerd in de ontwikkelde landen en China. Groeilanden die veel natuurlijke hulpbronnen hebben, kijken wel naar opties zoals koolstofkredieten om inkomsten te genereren. India, Fiji en Egypte behoren tot de landen die groene overheidsobligaties uitgeven, waarvan de opbrengst is gereserveerd voor groene projecten.

Een reeks initiatieven, zoals het Climate Finance Leadership Initiative, onderzoekt hoe de particuliere sector beter kan worden gemobiliseerd. Landen als het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Arabische Emiraten, Kenia en Colombia steunden tijdens COP28 een mondiaal raamwerk voor klimaatfinanciering, waarin werd gesteld dat financiering tegen een lager tarief dan de marktprijs moet worden gebruikt om “de particuliere financiering te ontsluiten”.

Maar er moet nog veel meer worden gedaan, zei Simon Stiell, het hoofd van de afdeling klimaatverandering van de Verenigde Naties, in een toespraak in april. Hij betoogde dat de financiële vuurkracht die de G20 “tijdens de wereldwijde financiële crisis heeft opgezet, opnieuw moet worden gemobiliseerd” en dat die moet worden gericht op “het beteugelen van op hol geslagen emissies en het opbouwen van veerkracht, nu. Elke dag sturen ministers van Financiën, CEO’s, investeerders en ontwikkelingsbankiers biljoenen dollars aan. Het is tijd om die dollars te verschuiven van de energie van het verleden naar die van een schonere toekomst.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content