Het nieuwe beleid tegen ziekteverzuim: meer dan sancties voor werknemers en werkgevers
De regering wil de re-integratie van langdurig zieken in de arbeidsmarkt verbeteren. Daarbij stimuleert ze ook de verantwoordelijkheid van de bedrijven. Maar om het stijgende ziekteverzuim in te dijken, is meer mogelijk dan dreigen met een financiële sanctie.
De kostprijs van langdurig zieken in België – werknemers die langer dan een maand en minder dan een jaar arbeidsongeschikt zijn – liep vorig jaar op tot meer dan 8 miljard euro per jaar. Dat is meer dan wat de sociale zekerheid uitbetaalt aan werkzoekenden. Bovendien is het aantal langdurig zieken de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld. Die factuur wordt op termijn onbeheersbaar. Dat is de belangrijkste reden waarom de regering-Michel in haar regeerakkoord opnam dat ze werk wil maken van de re-integratie van langdurig zieken in de arbeidsmarkt.
Eind vorige week was de regering het nog altijd niet helemaal eens over de juiste aanpak. De contouren liggen vast in een voorstel dat de ministers Maggie De Block (Open Vld) en Kris Peeters (CD&V) eind vorig jaar naar voren schoven. De sleutel daarin is een verplicht re-integratieplan voor langdurig zieken. Zowel werkgevers als werknemers krijgen volgens het voorstel een sanctie als ze niet meewerken. De hoogte van die sancties ligt nog niet vast.
In het oorspronkelijke voorstel kreeg een werkgever tot 4000 euro boete per werknemer, maar dat zou intussen zijn afgezwakt tot 800 euro. Ook het percentage dat een werknemer moet inleveren als hij weigert mee te werken aan het re-integratieplan, wordt naar verluidt bijgesteld tot 5 à 10 procent. Bovendien is er sprake van een vrijstelling voor kmo’s.
Arbeidsongeschiktheid en werkloosheid
De toenemende kostprijs van het ziekteverzuim is geen louter Belgisch probleem. Volgens Pieter Van Herck, adviseur gezondheidszorg bij de werkgeversorganisatie Voka, is het een internationaal fenomeen. “Vooral het langdurige verzuim lijkt te stijgen”, zegt hij. “De meeste landen zijn al vijf tot tien jaar bezig met die problematiek. Bij ons worden nu pas de contouren van een beleid vastgelegd, waarin werknemers, werkgevers, preventiediensten en adviserende geneesheren een rol krijgen.”
Het thema ligt maatschappelijk ook gevoelig. Zieken activeren is duidelijk niet hetzelfde als werklozen aan een baan helpen. Zieke mensen moet je met rust laten, zodat ze kunnen genezen, was de courante basishouding. Dat wil Jan Spooren van N-VA zien veranderen. “Als we de sociale zekerheid betaalbaar willen houden, moeten we meer kijken naar wat mensen nog wel kunnen en moeten we af van onze schroom om in dialoog te gaan met langdurig zieken”, zegt hij.
972 euro kost het ziekteverzuim in België gemiddeld per werknemer per jaar
Spooren is een specialist in de materie. Voor hij in de politiek ging, was hij assistent sociaal recht aan de KU Leuven en werkte hij jarenlang voor een consultant als expert in arbeidsintegratie. “Ziekteverzuim is een hete aardappel die onterecht wordt doorgeschoven”, zegt hij. “De vergrijzing veroorzaakt oplopende pensioen- en zorgkosten. De enige manier om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, is de ratio tussen het aantal mensen dat bijdraagt en het aantal dat uitkeringen trekt, in balans te brengen. Dat kun je alleen door meer mensen te doen werken. Daarover bestaat intussen politieke consensus. In de pensioenen en de werkloosheid zijn al acties genomen. Denk aan de verhoging van de pensioenleeftijd en de afbouw van de systemen van vervroegde pensionering. Bovendien is de werkloosheid strenger geworden. De lage werkloosheidscijfers van vorige week tonen aan dat die aanpak werkt. Maar de ziekteverzekering bleef buiten schot. En daardoor zie je de uitkeringen in de ziektepijler stijgen. Dat is catastrofaal, omdat de winst van het lagere aantal werklozen in rook opgaat door de stijging van het aantal langdurig zieken.”
Ook Bart Buysse, de directeur-generaal van het VBO, legt de oorzaak voor het toenemende aantal langdurig zieken bij de hervormingen in de werkloosheid. “Werkloosheid en arbeidsongeschiktheid werken als communicerende vaten in de sociale zekerheid”, zegt hij.
Bovendien is er ook het effect van de vergrijzing. Doordat we langer werken, zijn er meer oudere werknemers. Die hebben vaker last van kwalen. En dus stijgt onvermijdelijk het ziekteverzuim en de bijbehorende kostprijs. Al zou het verkeerd zijn de stijging van het aantal langdurig zieken vooral in de schoenen van de 50-plussers te schuiven. Dat blijkt uit gegevens die het sociaal secretariaat SD Worx verzamelde bij zijn klanten. “Het langdurige ziekteverzuim bij de werknemers jonger dan 30 en ouder dan 50 stabiliseert veeleer”, zegt Katrien Cloet. “Bij de 30- tot 49-jarigen is de stijging van het aantal langdurig zieken veel forser, tussen 2008 en 2016 met bijna 65 procent.”
Verantwoordelijkheid bedrijven
De regering-Michel hoopt de komende weken de laatste onderdelen van de aanpak van het ziekteverzuim uit te werken. Daarbij wordt de verantwoordelijkheid van de werkgevers gestimuleerd. Dat is nodig, vindt Spooren. “Meer werklozen in dienst nemen en mensen langer laten werken is voor een onderneming niet zo moeilijk. Voor langdurig zieken opdraaien houdt grotere risico’s in. Daarom zijn er incentives en sancties nodig.”
Zowel Voka als VBO gaat ermee akkoord dat de bedrijven een rol te spelen hebben in het terugdringen van de kosten van het ziekteverzuim. Alleen willen ze liever geen voorbeeld nemen aan Nederland, waar de rekening nagenoeg geheel wordt doorgeschoven naar de werkgevers (zie kader). “Het is van belang dat zowel werkgevers, werknemers als artsen verantwoordelijk worden”, zegt Buysse. “Arbeidsongeschiktheid begint nog altijd met een medisch certificaat. De meeste werkgevers beschikken initieel over heel weinig informatie. Het zou unfair zijn alle verantwoordelijkheid bij de bedrijven te leggen.”
Als we de sociale zekerheid betaalbaar willen houden, moeten we meer kijken naar wat mensen nog wel kunnen.
De werkgevers beweren niet bang te zijn van verantwoordelijkheid, maar ze vinden wel dat de prikkel redelijk moet blijven. Bij de jongste begrotingscontrole werden de maatregelen voor de activering van langdurig zieken al meteen ingeschreven om het gat in de begroting dicht te fietsen. “Een sanctie mag niet dienen om de begroting op te smukken”, zegt Van Herck. “Een sanctie moet redelijk zijn en mag in geen geval de loonkosten laten stijgen.”
Werkgevers doen er goed aan te beseffen dat een goed verzuimbeleid wel degelijk voordelen heeft. Zieke werknemers hebben een prijskaartje. Gemiddeld kost het ziekteverzuim in België 972 euro per werknemer per jaar. Dat bedrag stijgt de jongste jaren. Voor een kmo met tien werknemers kost het ziekteverzuim gemiddeld dus een kleine 10.000 euro. Dat zijn enkel de directe kosten: de indirecte kosten, zoals een uitzendkracht inschakelen en iemand opleiden, zijn daarin niet verrekend. “Een onderneming die een goed verzuimbeleid uitbouwt, kan die kosten naar omlaag halen”, zegt Frederik Somers van SD Worx. “Dat is een competitief voordeel. Grote bedrijven hebben er alle baat bij te investeren in verzuimbeleid.”
De lokroep van preventie
De heilige graal van zo’n verzuimbeleid is preventie. De maatregelen die de regering voorstelt, zijn voornamelijk reactief. Er is nog heel wat ruimte voor werkgevers om een proactief beleid uit te stippelen. SD Worx heeft daarvoor een app ontwikkeld, die het sociale secretariaat commercialiseert onder de naam Pulse.
“Onze boodschap is dat je ziekteverzuim niet hoeft te ondergaan”, zegt Somers. “Vraag tien organisaties naar hun verzuimpercentage. Dat kennen ze allemaal. Hoeveel dat kost, weten misschien nog drie op de tien. Maar als je vraagt hoe ze hun verzuim zien evolueren, blijft nagenoeg iedereen het antwoord schuldig. Terwijl je daar actief aan kunt werken. Ik heb het niet over preventief fruit uitdelen, maar over data ter beschikking stellen die kunnen voorspellen hoe het verzuim evolueert.”
Werkloosheid en arbeidsongeschiktheid werken als communicerende vaten in de sociale zekerheid
De digitalisering biedt in dat opzicht kansen. In de app van SD Worx geven werknemers elke dag op hun smartphone gegevens in over hun energiepeil, werklast en motivatie. Cloet: “De digitale toepassing ondersteunt een leidinggevende om het gesprek met de werknemer aan te gaan. Ook voor de werknemer wordt het gemakkelijker op basis van metingen het gesprek te voeren. Via onze app kan een werknemer zijn positie zien tegenover zijn collega’s en de hoeveelheid werk. Wie meerdere weken een laag energiepeil en te veel werk heeft, moet opletten voor een burn-out.”
Het Nederlandse voorbeeld
Terwijl bij ons het aantal langdurig zieken toeneemt, slaagt Nederland erin het ziekteverzuim in te dijken. Het ziekteverzuimpercentage – het gemiddelde aantal werkdagen dat werknemers door ziekte afwezig zijn – bedraagt bij onze noorderburen 4,1 procent. In België schommelt dat tussen 5 en 6 procent. Het verschil is des te opvallender omdat in Nederland werknemers twee jaar lang worden meegeteld in de statistieken voordat ze worden beoordeeld in het kader van een arbeidsongeschiktheidsregeling (WIA). In België is dat maximaal 12 maanden. De groep die tussen 12 en 24 maanden afwezig is, zit bij ons met andere woorden niet in dat cijfer. “Je zou de Belgische cijfers daarom nog met een half procentpunt moeten verhogen om ze met de Nederlandse gegevens te vergelijken”, zegt Annelies Hoogendoorn, directeur innovatie bij Zorg van de Zaak, een netwerk van bedrijven op het gebied van werk, inzetbaarheid en gezondheid.
De sleutel van het verschil is gelegen in de gedeelde verantwoordelijkheid van de werknemers en werkgevers. Sinds 2002 hebben de Nederlanders de ‘wet verbetering poortwachter’. Het uitgangspunt daarvan is het aantal werknemers dat langdurig ziek is terug te dringen door snel en effectief in te grijpen. Een belangrijk onderdeel van de wet stelt dat werkgevers opdraaien voor de loondoorbetaling bij ziekte. Zieke werknemers krijgen 70 tot 100 procent van hun loon.
In februari heeft het Nederlandse parlement de zogenoemde Arbowet gewijzigd. Dat is het wettelijke kader voor de arbeidsomstandigheden. Al in de jaren negentig voerden onze noorderburen een verplicht contract bij een arbodienstverlener in. Het regelt de taken van bedrijfsartsen van de arbodienstverlener en omschrijft de verplichtingen van de werkgever in de context van arbeidsomstandigheden, verzuimbegeleiding en preventie. De kosten daarvan zijn alweer voor de werkgever. In de vernieuwde wet wordt de nadruk meer gelegd op preventie.
Een en ander maakt dat er in Nederland een competitieve markt is voor arbodienstverleners. Daarbij wordt er op de prijs gespeeld, maar ook op de breedte en de kwaliteit van de dienstverlening. De vernieuwde wet biedt het voordeel aan wie oog heeft voor preventie. Het is de ruggengraat van Zorg van de Zaak. “Wij zetten zowel in op harde als op zachte preventie”, zegt Hoogendoorn. “Zo lichten we de werkplek door op risico’s en helpen we werkgevers en werknemers de juiste maatregelen te nemen om overbelasting tegen te gaan en de veiligheid te bevorderen. Daarnaast bieden we ook coaching, opleidingen en een aantal individuele interventies op het gebied van loopbaanbegeleiding, bedrijfsmaatschappelijke issues, psychische klachten en schuldhulpverlening. We leveren in feite hr-diensten die een normale personeelsdienst niet doet.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier