Het klimaat bedreigt uw kopje koffie
De opwarming van de planeet bedreigt de koffieteelt. Wetenschappers zoeken verwoed naar alternatieven om de productie op lange termijn te redden.
Koffie wordt verbouwd in meer dan zeventig landen en helpt naar schatting 125 miljoen mensen in hun levensonderhoud te voorzien. Maar de opwarming van de aarde dreigt de wereldwijde koffieteelt te verstoren. De temperaturen stijgen en de neerslagpatronen verschuiven in Zuid-Amerika, Centraal-Afrika en Zuidoost-Azië, waar de meeste koffie wordt verbouwd. Tegen eind deze eeuw kan tussen 35 en 75 procent van het koffieareaal in Brazilië, de grootste producent ter wereld, ongeschikt zijn voor de teelt, volgens een recent artikel van Cássia Gabriele Dias, een onderzoekster aan de universiteit van Itajubá in Brazilië. Een ander artikel, dat verscheen in 2015, voorspelde dat tegen 2050 al tussen 43 en 58 procent van het wereldwijde koffieareaal onbruikbaar zal zijn. Slechts een deel van dat verlies kan worden gecompenseerd door nieuwe plantages in regio’s waar het nu nog te koud is om koffie te verbouwen, bijvoorbeeld in Zuid-China of aan de noordkust van de Golf van Mexico.
Koffie is een kieskeurige plant, en dan vooral de arabicavariant, die 70 procent van de wereldproductie uitmaakt. De beste oogsten worden behaald als de temperatuur het hele jaar door tussen 18 en 23 graden blijft. De plant is gevoelig voor schimmels als koffieroest en voor de bessenkever, die eitjes legt in de groeiende bonen. Naar verwachting zullen beide plagen zich sneller verspreiden in een warmere wereld. Boeren die de robustavariant telen, hoeven zich iets minder zorgen te maken. Robusta geeft de voorkeur aan warmere temperaturen. Maar koffiesnobs houden niet van de bittere smaak. Robustabonen zijn goedkoper dan arabicabonen en worden meestal gebruikt in oploskoffie.
Vooruit en omhoog
Eén optie is bergopwaarts te gaan. Tanzania heeft bijvoorbeeld aanzienlijke stukken land op 150 tot 200 meter boven het niveau van de huidige plantages, die geschikt zouden moeten zijn voor de arabicateelt als de temperaturen stijgen. In Ethiopië hebben sommige boeren hun plantages al 600 meter hoger verplaatst. Maar een grotere hoogte betekent ook steilere hellingen en ondiepere bodems, waardoor voedingsstoffen sneller wegspoelen door de regen. Ze vervangen door kunstmest is duur. Hogere hellingen zijn vaak ook bedekt met dichte bossen. Die kappen werkt de klimaatopwarming in de hand. En verhuizen kan niet van de ene op de andere dag. Nieuwe plantages hebben vijf jaar of meer nodig eer ze een normale oogst opbrengen. Voor veel kleine boeren is zo’n uitstel geen optie.
Tegen 2050 kan tussen 43 en 58 procent van het wereldwijde koffieareaal ongeschikt zijn voor de teelt.
Een andere optie is de plantages anders te beheren. Koffieplanten zijn vrij klein en werden oorspronkelijk verbouwd in de schaduw onder een bladerdak. Toen de vraag naar koffie vorige eeuw toenam, verwijderden boeren de hogere bomen om meer planten te kunnen telen. Nu keren sommigen terug naar die oude technieken. Onderzoek van de universiteit van Nottingham wees uit dat schaduw helpt te voorkomen dat de planten verschroeien bij heet weer. Reinhold Muschler, een ecoloog aan het Centre for Investigation of Tropical Agronomy in Costa Rica, heeft bewijs dat schaduw het rijpingsproces vertraagt, wat de grootte en de smaak van koffiebonen ten goede komt. Bomen kunnen een thuis bieden aan nuttige roofdieren en bestuivers, waardoor tot 10,8 procent meer koffiebessen per tak kunnen groeien dan op plantages zonder schaduw. Roofvleermuizen, vogels en insecten zullen zich maar al te graag tegoed doen aan de bessenkever.
Door koffie onder bomen te telen – agroforestry in het jargon – is er dan wel minder ruimte voor koffieplanten, maar ook bananen- en avocadobomen – die hoger zijn – kunnen goed gedijen op koffieplantages, zodat boeren die boven hun koffieplanten kunnen telen en een inkomen uit een extra teelt hebben. En meer bomen betekent meer bladafval, wat kan helpen om voedingsstoffen in de bodem vast te houden.
Verloren en teruggevonden
Maar de klimaatmodellen in veel delen van de wereld suggereren dat de temperaturen uiteindelijk gewoon te heet zullen worden voor de gevoelige arabica. Dat betekent dat, als we de teelt willen voortzetten, de boon zelf zal moeten veranderen. Arabica en robusta zijn niet de enige koffiesoorten. Er zijn er zo’n 130 bekend, maar de meeste zijn vergeten vanwege de mindere smaak, de slechte opbrengst of de kleine bonen. Historische data tonen aan dat veel van die soorten floreerden in omgevingen die warmer of droger waren dan die waarin arabica en robusta nu groeien.
Coffea dewevrei, bekend als excelsa, is gemakkelijk te telen, heeft een hoge opbrengst en een goede smaak. Zijn grootste voordeel is misschien wel zijn resistentie tegen de koffiekorstschimmel. De plant werd in 1902 ontdekt in wat nu de Democratische Republiek Congo is. Deweveri werd al snel het dominante koffiegewas in delen van Centraal-Afrika. Maar in 1933 sloeg het noodlot toe: een nieuwe ziekte, koffieverwelking, verwoestte de oogst en leidde ertoe dat boeren berooid achterbleven. Ze gaven de excelsa op en richtten zich in plaats daarvan op arabica en robusta.
Nu koffieroest door de klimaatverandering een serieuzer probleem wordt, kijken onderzoekers opnieuw naar excelsa. Hoewel nog niet bekend is hoe hittebestendig die variant is, is het al wel duidelijk dat die hogere temperaturen kan verdragen dan zowel arabica als robusta. De soort lijkt ook beter bestand tegen droogte dan robusta.
Aan de andere kant duurt het elf à twaalf maanden eer excelsa na de bloei oogstklare bonen oplevert, vergeleken met slechts negen maanden voor arabica. De bessen zitten steviger vast aan de takken, wat betekent dat het meer moeite kost om ze te oogsten – een probleem dat nog wordt verergerd doordat de plant hoger is dan veel andere koffiesoorten, waardoor boeren ladders moeten gebruiken. Er is weinig bekend over de verwelkingsziekte, hoewel een artikel van juni vorig jaar suggereert dat de ziekte minder erg toeslaat in hogere temperaturen.
Met de uiteindelijke conclusie is toch dat er niet één soort is die arabica helemaal kan vervangen. In plaats daarvan hopen wetenschappers dat ze er een mix van genetische manipulatie en ouderwetse kruising in slagen de eigenschappen van die herontdekte soorten over te brengen naar arabica of om de eigenschappen van arabica over te planten naar een nieuwe soort. Een artikel met het meest uitgebreide arabicagenoom tot nu toe, dat vorige maand in Nature verscheen, zou de zaken vooruit moeten helpen.
Maar het zal nog wel even duren voor dat werk vruchten afwerpt. Cássia Gabriele Dias van de universiteit van Itajubá verwacht dat er wel tien jaar of meer kan liggen tussen het voorstellen van een nieuwe koffievariant en de goedkeuring voor commercieel gebruik. Ze stelt dat Brazilië directere maatregelen moet nemen, waarbij sommige boerderijen bergopwaarts worden verplaatst, terwijl andere op agroforestry overstappen. Dat zou tijd kunnen winnen voor wetenschappers om een koffieplant te ontwikkelen die kan gedijen in een warmere wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier