De Chinese president Xi Jinping moet in 2026 weerstaan aan de neiging over te schakelen van de verdediging naar de aanval.
Na een succesvol 2025 staan Xi Jinping en het Chinese leiderschap in 2026 voor een jaar vol verleidingen. Tot nu hebben ze hun kaarten goed gespeeld in het Trump-tijdperk, door de Chinese economie te isoleren van de handelsoorlog, behendig terug te slaan en een stapje terug te doen om de ontmanteling van de door de Verenigde Staten geleide wereldorde in een stroomversnelling te laten komen. Maar hoogmoed achtervolgt de Communistische Partij en in 2026 zal Xi in de verleiding komen de belangen van China agressiever te verdedigen. Dat creëert een risico op overmoed op drie gebieden: handel, Taiwan en nieuwe, door China bepaalde mondiale regels.
Niemand had verwacht dat het eerste jaar van de regering-Trump gemakkelijk zou zijn, maar voor China verliep het redelijk goed. De economie groeide met zo’n 5 procent, ondanks invoerheffingen en een pijnlijke aanpassing van de vastgoedsector. Terwijl de consumenten terughoudend waren, nam de risicobereidheid van de particuliere sector sterk toe. In november 2025 had de MSCI China-index de S&P 500 overtroffen en had China meer kapitaal opgehaald met beursintroducties dan Wall Street.
Binnenlandse chipfabrikanten en AI-bedrijven bloeiden in 2025, en het aandeel van de Chinese handel dat in yuan in plaats van dollars werd gefactureerd, steeg tot een indrukwekkende 30 procent. De Chinese olievoorraad bereikte een recordhoogte van 1,2 miljard vaten. Tijdens zijn eerste ontmoeting met Donald Trump in zes jaar, in oktober 2025, bood Xi deals aan voor fentanyl en sojabonen, terwijl hij geen toegevingen deed in zijn visie op een wereldwijde techno-industriële suprematie. Het nieuwe vijfjarenplan van China, dat in maart 2026 wordt gepubliceerd, zal die doelstelling nog eens verdubbelen.
Trump zal waarschijnlijk effectiever zijn dan China in de verdere ontmanteling van de door het Westen geleide wereldorde.
Toch kenmerkt het tijdperk van Xi zich door vele episodes van overmoed. De dwingende diplomatie werkte averechts. Zijn drive voor ‘gemeenschappelijke welvaart’ tegen vriendjeskapitalisme verpletterde de ondernemers. Het zero-covidbeleid duurde te lang. Het vermoeden bestaat dat in een autocratisch systeem geïntimideerde ambtenaren geen bezwaar maken tegen de slechte of vage ideeën van Xi. Ze voeren die juist overijverig uit.
Spanningen in Taiwan
Die neiging tot overmoed kan in 2026 op verschillende manieren tot uiting komen. Ten eerste als Xi zijn technologisch-industriële kruistocht te ver doorvoert. Door de handel van de VS af te leiden, steeg de Chinese export naar de rest van de wereld in de eerste negen maanden van 2025 met 11 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Eind 2025 bedroeg het jaarlijkse handelstekort van Duitsland met China bijna 100 miljard dollar. De Chinese autogigant BYD is van plan eind 2026 2.000 verkooppunten in Europa te hebben. Als China de wereld overspoelt met nog meer export, zal dat paniek veroorzaken over een de-industrialisatie in het Westen, en leiden tot meer invoerheffingen op Chinese goederen.
Het tweede gebied van overmoed in 2026 zou Taiwan kunnen zijn. Xi zou het Volksbevrijdingsleger hebben opgedragen tegen 2027 in staat te zijn het zelfbesturende eiland binnen te vallen. Dat is wanneer het volgende vijfjaarlijkse congres van de Communistische Partij plaatsvindt en de kwestie van de opvolging een belangrijke rol zal spelen.
Trump heeft tegenstrijdige gevoelens over de verdediging van het eiland, de dreiging van Amerikaanse strafheffingen is mislukte bluf, de kiezers in Taiwan zijn gepolariseerd en China heeft de steun van ongeveer zeventig landen voor een hereniging “met alle middelen”. Het aanwakkeren van spanningen kan bijzonder onvoorspelbare gevolgen hebben door een regionale wapenwedloop op gang te brengen onder Amerikaanse bondgenoten die bang zijn in de steek te worden gelaten.
Xi kan in de verleiding komen meer door China geleide mondiale regels voor te stellen ter vervanging van de in verval geraakte westerse regels. Eind 2025 waren er tekenen van dat derde soort overmoed. China lanceerde een Global Governance Initiative om nieuwe regels op te stellen voor financiën, AI, klimaat en ruimtevaart, en stelde een wereldwijd verplicht licentiesysteem voor voor zeldzame aardmetalen die worden gebruikt in hightechproductie. Die extraterritoriale machtsuitoefening bootst de Amerikaanse aanpak na, maar zal in 2026 nog steeds onpopulair zijn, vooral in democratieën die bang zijn voor afhankelijkheid van China.
Win-win
Als Xi verstandig is, zal hij aan die verleidingen weerstaan. Hij zal de overtollige industriële capaciteit in China temperen, om de exportstijging te vertragen en de binnenlandse vraag te stimuleren, afwachten of de positie van Taiwan verder verzwakt, en de wereld laten zien dat China wereldwijde infrastructuur biedt, zoals betalingssystemen, schone technologie, AI en cloudcomputing. De reden daarvoor is niet dat China per se in voorzichtigheid gelooft, maar omdat Trump waarschijnlijk effectiever dan China zal zijn in de verdere ontmanteling van het door het Westen geleide handels- en veiligheidssysteem.
In november 2026 is het tien jaar geleden dat Xi en Trump voor het eerst met elkaar spraken. Toen zei Xi dat ze overeenkwamen te streven naar een “win-winsamenwerking, waarbij verschillen op een constructieve manier worden beheerst”. Zo is het niet gelopen. Maar als China aan de verleiding kan weerstaan, zal het 2026 afsluiten met een sterkere voorsprong.