Rudy De Leeuw
‘Hervorming vennootschapsrecht beloont roekeloos ondernemersgedrag’
ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw heeft geen goed oog in de geplande hervorming van het vennootschapsrecht.
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) legt de laatste hand aan zijn hervorming van het Vennootschapsrecht. Naar eigen zeggen wil de minister met deze hervorming van België ‘het Delaware van Europa maken’. Met zijn geplande hervorming wil minister Geens een doorgedreven liberalisering en flexibilisering van het Belgische Vennootschapsrecht doorvoeren. De drie belangrijkste knelpunten voor het ABVV zijn de invoering van de vrije keuze van het toepasselijk vennootschapsrecht, de voorgenomen liberalisering van de BVBA en de beperking van de foutaansprakelijkheid voor bestuurders.
Een belangrijk kenmerk van vennootschappen met rechtspersoonlijkheid is dat ze de vennoten toelaten om onderling afspraken te maken met bindende gevolgen voor derden. Het bekendste voorbeeld hiervan is het feit dat het vermogen van de vennootschap juridisch afgescheiden wordt van dat van de aandeelhouders. Daardoor kunnen schuldeisers zich enkel richten tot dat vennootschapsvermogen en niet rechtstreeks tot dat van de aandeelhouders. Zonder deze juridische fictie en tevens belangrijke inbreuk op de principes van de zuivere marktwerking, zou de meerderheid van de huidige ondernemingen vandaag simpelweg niet bestaan.
De keerzijde van dit verhaal is wel dat de eventuele moral hazard die volgt uit deze vermogensafscheiding wordt getemperd door een dwingend vennootschapsrecht dat voldoende waarborgen biedt voor de belangen van schuldeisers, en dan vooral voor die van de zogenaamde non-adjusting creditors (schuldeisers met weinig tot geen onderhandelingsmacht, zoals werknemers, de overheid en klanten / leveranciers…).
Doorknippen band economische realiteit en toepasselijk recht
Een eerste belangrijke hervorming die de minister wil doorvoeren is de vervanging van het principe van de werkelijke zetelleer door dat van de statutaire zetelleer voor de bepaling van het toepasselijke recht op een vennootschap. Dit betekent dat elke vennootschap met economisch zwaartepunt in België vrij zal mogen kiezen welk vennootschapsrecht op haar van toepassing is. Het spreekt voor zich dat indien dergelijke ultraliberale toepassing van de statutaire zetelleer in ons land wordt ingevoerd het er niet langer toe doet welke derdebeschermende maatregelen er al dan niet in het Belgische vennootschapsrecht worden opgenomen. Met een simpele muisklik krijgen de vennootschapsinsiders de keuze om te shoppen tussen het voor hen meest voordelige recht waar ook ter wereld.
Het openbreken van de besloten vennootschap
Een tweede krachtlijn zal de omvorming van de klassieke BVBA naar een BV (of Besloten Vennootschap) zijn. Deze benaming is evenwel bedrieglijk omdat de statutaire vrijheid in deze nieuwe vennootschapsvorm quasi totaal zal zijn. Zo zal de toekomstige BV zowel zeer gesloten, als zeer ‘open’ vormgegeven kunnen worden tot zelfs een beursnotering toe. Daarbij zullen ook de bestaande antimisbruikbepalingen op de schop gaan. Zo zal er voor de BV niet langer een minimumkapitaal vereist zijn en worden de bestaande beperkingen op eenpersoonsvennootschappen opgeheven.
Bestuurders met beperkte aansprakelijkheid
Het meest tegen de borst stuitende voorstel, is echter het idee om een absolute aansprakelijkheidsbeperking in te voeren voor bestuursfouten, dit zowel ten opzichte van de vennootschap en de aandeelhouders als ten opzichte van derden. Geen enkel ander land kent een dergelijke verregaande beperking van de foutaansprakelijkheid voor bestuurders. Deze beperking geldt voor alle bestuurders samen en zou variëren van 250.000 tot 12 miljoen euro naargelang de grootte van de vennootschap en zou gelden ongeacht de aard van de aansprakelijkheid of de aard van de fout. De aansprakelijkheidsbeperking geldt tenslotte zelfs voor burgerlijke vorderingen wegens strafbare feiten. Daarmee zullen vennootschapsbestuurders die zware fouten maken van een gunstigere regeling genieten dan werknemers, die enkel een immuniteit kennen voor een niet-gewoonlijk voorkomende lichte fout. Met de financiële crisis, maar ook het recente Optimaschandaal, in het achterhoofd vinden we het onbegrijpelijk dat de regering een dergelijke verregaande beperking van de bestuurdersaansprakelijkheid wil invoeren.
Rudy De Leeuw
Voorzitter ABVV
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier