Heropbouw van Wallonië boost Waalse bouwsector: ‘Dit zal tijd vergen’
De heropbouw van de infrastructuur en de woningen na de waterramp geeft de Waalse bouwsector een financiële injectie van minstens 4,6 miljard euro. Maar het gebrek aan arbeidskracht speelt de operatie parten.
” Voor de renovatie en het herbouwen van de woningen na de Waalse waterramp pleit ik voor een beredeneerde aanpak in een nieuw kader van ruimtelijke ordening, dat beter rekening houdt met toekomstige risico’s”, stelt Edouard Herinckx, gedelegeerd bestuurder van Thomas & Piron, de grootste Waalse residentiële bouw- en ontwikkelingsgroep (zie kader Thomas & Piron lonkt naar Vlaanderen). “Het herstel van de infrastructuur gebeurt het best zo snel mogelijk.” Herinckx, een belangrijke speler in de heropbouw van de getroffen gebieden, vat zo de mening samen van heel wat betrokkenen.
Sommige overstroomde gebieden worden waarschijnlijk teruggegeven aan de natuur en andere zullen vrijkomen voor bouwprojecten. Dat zullen totaal andere woningen zijn’ Edouard Herinckx, Thomas & Piron
700 huizen vernield
In totaal leden 38.000 woningen in 209 van de 262 Waalse gemeenten schade door de waterramp. Liefst 700 huizen zijn totaal vernield. De verzekerde schade kan oplopen tot 1,6 miljard euro.
Er moeten ook 30 kilometer oevers en 330 bruggen worden heraangelegd. In een eerste fase legde de Waalse regering 166,8 miljoen euro op tafel voor dringende werken. Ze raamt de totale reparatie op 3 miljard. “Dat lijkt me een minimumbedrag”, vermoedt Francis Carnoy, directeur van de beroepsorganisatie Confédération Construction Wallonne.
Begin oktober richtte de Waalse regering het Commissariat spécial à la reconstruction op. Tegen half november moet het klaar zijn met een eerste infrastructuurplan. “Als de langetermijnplanning van de administratie de aannemers de kans biedt hun werven goed te organiseren, personeel te plannen en materiaal aan te kopen, dan komt het goed”, voorspelt Tom Willemen van Willemen Groep, met Franki Construct een van de belangrijke Belgische bruggen- en wegenbouwers. “De snelheid van de heropbouw hangt af van de aanpak door de overheid en of er genoeg mensen zijn die dossiers klaarmaken en opvolgen. Een deel van de herstelwerken zal in de plaats komen van minder dringende werven, die eerder gepland waren.”
Niet alles heropbouwen
De heropbouw van woningen zal trager verlopen. “Dikwijls staat er nog water in en kunnen de verzekeringsmaatschappijen onmogelijk bepalen wat de schade is en of ze gerenoveerd, dan wel gesloopt moeten worden”, aldus Herinckx.
Ze kunnen ook beslissen dat de verzekering van een woning na de her- of verbouwing niet meer kan, omdat die gelegen is in een gevaarlijk overstromingsgebied. “Dan zoekt de eigenaar van de grond misschien liever een alternatieve locatie, op eigen kosten”, meldt François de Clippele van de beroepsvereniging Assuralia. “Enkel het huis en de inboedel zijn verzekerd, niet de grond. De verzekeringsmaatschappij kan wel een contract sluiten onder bepaalde voorwaarden.”
De overheid moet het voortouw nemen in de planologische omkadering van het overstromingsgevaar, stelt Jacques Teller, professor ruimtelijke ordening aan de Université de Liège. Sommige huizen staan veel te dicht aan de oever en worden beter niet heropgebouwd. “Zeker bij de Vesder hebben te veel woningen hun fundament in het water, zodat de overheid een vergunning het best weigert. Dan moeten de eigenaars van de gronden vergoed worden voor hun verlies. Op termijn moet de overheid geval per geval bestuderen of bestaande, niet beschadigde woningen het best worden onteigend en afgebroken om de natuur zijn gang te laten gaan. Het debat daarover moet nog beginnen.”
De bouwfederatie en andere betrokken sectoren zullen met de Waalse regering bekijken hoe de ruimtelijke ordening hervormd kan worden als antwoord op de waterramp, kondigt Carnoy aan. “We gaan elke getroffen woning in de getroffen zones niet opnieuw heropbouwen gaan. We beschouwen deze ramp ook als een kans om de Waalse ruimte grondig te hertekenen” (zie kader Kans voor verandering).
“Dit zal tijd vergen”, voorspelt Herinckx. “Gespecialiseerde aannemers zullen voor de huurders of eigenaars van de beschadigde gebouwen tussenoplossingen bouwen. Sommige overstroomde gebieden worden waarschijnlijk teruggegeven aan de natuur en andere zullen vrijkomen voor bouwprojecten. Dat zullen totaal andere woningen zijn. Er zullen hoofdzakelijk appartementen worden gebouwd. Het viergevelhuis aan de rand van de rivier behoort voor velen tot de verleden tijd.”
De inkleuring van nieuwe woongebieden zal niet van een leien dakje verlopen. “Buurtbewoners kunnen verzet aantekenen als groene ruimte verdwijnt”, zegt Carnoy. “Gemeentebesturen zullen ook vergunningen voor projecten blokkeren bij overstromingsgevaar. Kortom: het zal lang duren voor er een evenwicht is op de Waalse woningmarkt. Er is bovendien door de demografische veranderingen elk jaar behoefte aan 10.000 nieuwe wooneenheden.”
Wie vandaag een krot afbreekt en op die plaats een nieuwbouw plaatst, mag rekenen op een verlaagde btw van 6 procent. Als een woning aan de rivier moet worden afgebroken, betalen de bewoners voor een nieuwe woning op een andere plaats 21 procent btw. Carnoy: “Het lijkt me redelijk dat ook zij van een verlaagd tarief kunnen genieten.”
Prijsstijgingen
De minstens 4,6 miljard euro herstellingswerken zal de Waalse bouwsector, goed voor een jaaromzet van 13,7 miljard euro, de volgende jaren een boost geven. De prijs kan door de hogere vraag toenemen. De bouwfederatie verwacht ook dat de inzet van extra bouwmateriaal en grondstoffen bij de heropbouw zal leiden tot hogere prijzen, boven op de al gestegen bouwprijs.
Dat zullen ook de Waalse gezinnen voelen. Carnoy: “De extra opdrachten door de ramp zullen niet alleen de prijs van de heropbouw van getroffen huizen doen stijgen, maar die van àlle woonprojecten. Brusselse en Vlaamse aannemers zullen meedingen bij aanbestedingen. Ze zijn uiteraard welkom.”
Herinckx relativeert: “Ik verwacht de volgende drie jaar een omzetstijging van 50 miljoen door de heropbouw. Dat is mooi meegenomen op onze verwachte jaaromzet van 700 miljoen euro, maar ik denk niet dat we daarmee duurder zullen worden. De toenemende vraag naar materiaal en grondstoffen is niet niks, maar onvoldoende als basis voor een scherpe prijsstijging voor aannemingswerken. Er is voldoende capaciteit, maar de prijs is al hoger door internationale evoluties. Ook strengere bouwnormen verhogen de bouwprijs.”
“Als de aanbestedingen er in horten en stoten doorkomen, dan kan de prijs en de beschikbaarheid heel sterk fluctueren”, bevestigt Tom Willemen. “De prijzen zijn vooral afhankelijk van heel wat andere factoren, zoals de prijzen en de beschikbaarheid van materiaal op de internationale markt. Dat zorgt momenteel voor een stijging van de bouwkosten, los van de Waalse herstelwerken.”
Er is wel een probleem met arbeidskrachten. “Ik moet nu al werken uitstellen omdat ik geen arbeiders vind”, verzucht Herinckx. “Veel Portugezen en Polen bleven na de pandemie thuis, omdat ze er een minder belastende job vonden.”
“De spanning op de arbeidsmarkt zal door de reconstructie van de getroffen gebieden alleen maar toenemen”, vreest ook Carnoy. Hij pleit ervoor dat een gerichter beroep wordt gedaan op de meer dan 200.000 Waalse werklozen voor zijn sector. Herinckx: “De bouw blijft voor de meesten te zwaar werk. Maar veel van hen kunnen perfect herschoold worden tot bouwvakker. Het is een schande dat dit zo weinig gebeurt.”
Kans voor verandering
Francis Carnoy, directeur van de beroepsorganisatie Confédération Construction Wallonne, ziet ook een lichtpuntje na de Waalse waterellende. “De catastrofe kan ook worden omgezet in een kans”, hoopt hij. “De infrastructuur kan worden gemoderniseerd, woningen gerenoveerd en de ruimtelijke ordening geoptimaliseerd. Dat zal de Waalse woningbouw verduurzamen. Bovendien kan de bouwsector de hefboom zijn om de Waalse economie en werkgelegenheid een boost te geven. Vergelijk het met de heropbouw na een oorlog, die ook positief kan zijn voor de regionale welvaart.”
Thomas & Piron lonkt naar Vlaanderen
Het grootste Waalse residentiële ontwikkeling- en bouwbedrijf Thomas & Piron is actief in Zwitserland, Portugal en Marokko, maar krijgt amper voet aan grond in Vlaanderen. Het plant toch twee grote projecten over de taalgrens, maar blijft daarover nog discreet.
Gedelegeerd bestuurder Edouard Herinckx: “We willen in Vlaanderen voldoende omvang krijgen om ons met lokale promotoren te meten. Onze actieradius blijft voorlopig beperkt tot Vlaams-Brabant. De sterkte van ons bedrijf is dat we het hele bouwtraject voor ons nemen: van de aankoop van de gronden, tot de ontwikkeling, de constructie en de afwerking.”
Ooit hoopt het Waalse bedrijf in heel Vlaanderen actief te zijn met een eigen vestiging. Herinckx: “We stonden op het punt een overname van een Vlaamse sectorgenoot af te ronden, maar de familie haakte af. We spraken met enkele Vlaamse partijen over een acquisitie. Er is in Vlaanderen een plaats voor promotoren als wij, die bereid zijn te investeren in kwaliteit en niet per se de goedkoopst gebouwde wooneenheden op de markt willen zetten. We werken ook met een ploeg aan een Vlaamse uitbouw op eigen kracht. Geef ons twee tot drie jaar.”
Thomas & Piron startte in 1974,. Het bedrijf haalde vorig jaar een omzet van 629 miljoen euro, een stijging van 8 procent. Het operationele resultaat steeg met een kwart naar 91 miljoen euro. De portfolio is 488 miljoen euro.
De Belgische activiteit is goed voor 430 miljoen euro omzet. In het Groothertogdom Luxemburg haalt Thomas & Piron 136 miljoen euro omzet. Het land is goed voor een portfolio van 200 miljoen euro. Noord-Frankrijk is 19 miljoen omzet. Thomas & Piron mikt dit jaar op een omzet van 700 miljoen euro.
330 bruggen moeten opnieuw worden heropgebouwd.
30 kilometer oevers moeten worden heraangelegd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier