Herman Van Rompuy
Herman Van Rompuy: ‘De vrees voor islamisering is rationeel gezien buiten proportie’
Oorlogsvluchtelingen zijn mensen. Het is onvoorstelbaar dat we de Duitse bondskanselier nodig hebben om ons daaraan te herinneren. Dat zegt Herman Van Rompuy, president European Council emeritus.
In september schreef ik over ‘een zomer om snel te vergeten’. Het was het ‘happy end’ van het bijna-Grexit-drama en het begin van de vluchtelingencrisis. Daarna kwam nog 13/11 in Parijs. Die laatste twee hebben bij velen in het Westen vragen doen rijzen over de eigen identiteit. Enerzijds is er de vrees voor een overrompeling door een vreemde, islamitische cultuur. Anderzijds is er na de terreur een sterker geloof in de publieke waarden waarin wij het verschil maken. Enkele bedenkingen bij die twee verschijnselen.
De vrees voor islamisering is rationeel gezien buiten proportie. Moslims vormen hier nog steeds gemiddeld een kleine minderheid en de groep is zeer heterogeen wat betreft cultuur en integratie in onze samenleving. Die vrees verwijst ook naar onze eigen twijfels over wat wij nog betekenen in een samenleving die diep getekend is door onzekerheden over buitengewoon snelle veranderingen op alle gebieden. Wie onzeker en angstig is, heeft soms de neiging de dingen niet meer helder te kunnen aanvoelen, wat na de blinde terreur zelfs begrijpelijk is. Maar het mag daar niet bij blijven. En leiders zouden die angst niet mogen misbruiken of zelfs cultiveren.
Nog een paradox: volgens sommige leiders zou ook een zeer kleine groep moslims een bedreiging zijn voor het christelijke karakter van sommige Midden-Europese landen, terwijl die samenlevingen soms grondig gedechristianiseerd zijn.
‘De vrees voor islamisering is rationeel gezien buiten proportie’
Migratie wordt veelal gelijkgesteld met islam, hoewel in het Verenigd Koninkrijk het lidmaatschap van de Unie nu ook afhangt van het stoppen van migratie van EU-medeburgers.
Een volgende paradox is dat migratie in het algemeen onvermijdelijk is, gezien de krimpende bevolking in de meeste Europese landen, niet het minst in de vroegere communistische EU-lidstaten. Terwijl net die samenlevingen psychologisch nog huiveriger staan tegenover migratie dan West-Europeanen. De harde kern van het populisme daar was steeds migratie, lang voor het uitbreken van de crisis in de eurozone. De vluchtelingencrisis heeft het verband met de EU alleen zichtbaarder gemaakt en de Europese gedachte meegesleurd in de slogancultuur.
Men zegt vaak dat de klassieke partijen onvoldoende geluisterd hebben naar wat in de samenleving leeft. Vreemd, want dat zou dan wel al 25 jaar duren en in vrijwel alle landen voorkomen. Terwijl de samenleving sterk verdeeld is over migratie en voor beleidspartijen de verantwoordelijkheden ook totaal anders zijn. Klassieke partijen zien migratie als a fact of life, terwijl extremisten de indruk geven dat men dat fenomeen kan terugdraaien. Er zijn zeker fouten gemaakt. Maar om extreemrechts de wind uit de zeilen te nemen, nemen sommigen, ook in onze buurlanden, zijn onderliggende boodschap over, zonder het hatelijk racisme. Maar zodra die in beleid moet worden omgezet, stoot men gauw op de bekende problemen, op de realiteit, en is het verschil niet zo spectaculair. In elk geval zou een verdergaande Europese aanpak efficiënter zijn, maar dat stuit op euroscepsis. Hopelijk werkt deze crisis louterend.
Oorlogsvluchtelingen zijn geen economische migranten, geen gewone politiek-asielzoekers. Haast allen zijn wanhopige mensen die gevlucht zijn voor de terreur van Assad en van jihadisten. Het zijn mensen. Het is onvoorstelbaar dat we de Duitse bondskanselier nodig hebben om ons daaraan te herinneren. In het Brexit-debat in Groot Brittannië worden oorlogsvluchtelingen (die er daar haast niet zijn), economische migranten (waarvan een groep uit de Commonwealth komt), terroristen ( die soms daar geboren en getogen zijn ) en EU-burgers die zich vrij vestigen, vaak op een hoop gegooid. De schuld ligt telkens bij de EU. Nochtans is het Verenigd Koninkrijk geen lid van de Schengenzone, noch van de eurozone. Het staat dus buiten het asiel- en migratiebeleid van de EU, en dus ver van waar het zwaartepunt in de EU ligt. Ver van waar wij ons gelukkig nog bevinden.
Gelukkig wil niemand van de Schengenzone af. Zo ver drijven de continentale eurosceptici het niet. Zonder de EU zouden wij niet ver geweest zijn van gewapende conflicten aan sommige van onze binnengrenzen, want de meeste landen zouden één na één geprobeerd hebben oorlogsvluchtelingen tegen te houden met muren en prikkeldraad. Geen Fort Europa, maar 28 fortjes.
Het jaar eindigde met twee positieve berichten. Turkije neemt eindelijk zijn verantwoordelijkheid op. Zonder dat land is er trouwens geen echte controle op onze buitengrenzen mogelijk. Daarnaast hebben de Verenigde Naties een akkoord bereikt over stappen op weg naar vrede in Syrië. Op een moment dat voor IS hopelijk de doodsklok aan het luiden is.
In een sfeer van irrationaliteit komen andere positieve ontwikkelingen niet aan de orde. Zo verdween het wereldwijd klimaatakkoord van Parijs snel uit de actualiteit. De EU speelde er een centrale rol. Het ging in Parijs nochhans over het overleven van de menselijke soort!
Ook in beroerde tijden moet men pogen boven het moment en boven de angsten uit te stijgen, zeker degenen die leiding zouden moeten geven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier