Marc Buelens
‘Helder denken in een complexe samenleving’
Voor mij is Charles Perrow (1925- 2019) de belangrijkste organisatiedeskundige van de voorbije decennia. De kans dat u van de man hebt gehoord is uitzonderlijk klein, want hij werd niet gesteund door de marketingmachines van Harvard Business School of McKinsey & Company, hij was gewoon een oerdegelijke academicus. U heeft misschien al wel gehoord van Michael Porter, Jim Collins of Simon Sinek, maar geen van deze heren is een organisatiedeskundige.
Vreemd toch, niet Steve Jobs maakt een verschil in ons leven, maar Apple. Vaccins tegen corona werden niet ontwikkeld door een geniale professor Barabas, maar door bedrijven. Niet Steven van Gucht verzamelde eindeloos gegevens over het aantal besmettingen, maar Sciensano. Een bedrijfsleider oefent zijn invloed uit door de structuur en cultuur van een organisatie te beïnvloeden, niet door eigenhandig alle werk te verrichten.
Perrow was een organisatiesocioloog en van hem heb ik geleerd dat een maatschappij, ook de onze, geschraagd wordt door instituties. Kerken, ziekenhuizen, scholen, bedrijven, of nog wat abstracter: ons opvoedingssysteem, ons economisch systeem, ons welvaart creërend en politiek systeem, enzovoort. Al die dingen zijn veel te abstract, ze hebben geen emoties, vertellen geen leuke verhaaltjes, wenen en rouwen niet. Ze vieren geen feestjes, ze vallen niet op de knieën. Dat doen mensen wel, daarom natuurlijk dat we liever het succes toeschrijven aan concrete helden, of zware fouten aan misdadigers, die dan liefst in het publiek moeten boeten. Een rechtsstaat is veel te abstract voor Donald Trump en de sociale media. Mensen, emoties, verhaaltjes, verontwaardiging, dat is de echte realiteit.
En omdat al die belangrijke instituties zo abstract zijn, zoeken we nog meer onze toevlucht tot verhalen. Rond welvaart heb je het zeer misleidende verhaal dat alleen ‘bedrijven’ en liefst nog productiebedrijven welvaart creëren, en de andere sectoren die welvaart opeten. Hoe absurd dat idee wel is, zal elke bedrijfsleider van een koekjesfabriek beamen zodra hij opgenomen wordt in een spoedafdeling. Of als hij plots een tekort heeft aan geschoold personeel. Nog zo’n verhaaltje: als de overheid geld uitgeeft, is dat met ‘mijn’ of ‘ons’ geld. Als een autofabrikant geld verkwist is dat met ‘zijn’ geld. Waarom niet met het geld van zijn klant?
Dat inzicht is heel scherp aanwezig bij populisten. Zij weten maar al te goed dat hun nonsens haaks staat op het instituut democratie, wetenschap, vrije pers, ja zelfs op de basisprincipes van een rechtstaat. Die moeten ontmanteld worden. Steve Stevaert maakte er een erezaak van de wijsheid van cafébazen te verheerlijken en die van professoren verdacht te maken. Wat telt is de persoon, wat gevaarlijk is, is niet het ondergraven van instituties, maar dat zijn mensen, onze persoonlijke vijanden.
‘Het volk’ is geen instituut, een parlement wel. ‘Het volk’ wil – ook, naast erkenning en gerust gelaten worden – lynchpartijen en krijgt die al op de sociale media. Rechtbanken moeten dat soort tendensen radicaal tegengaan. ‘Het volk’ wil brood en spelen, geen heldere probleemformuleringen. Een land bestuur je niet door nog meer brood en spelen uit te delen. Populisten zijn niet te stoppen in dit spel. Ook ik lees opnieuw alles wat onder de titel ‘Trump’ verschijnt, alsof zijn persoonlijkheid, zijn ziekelijk sluwe geest, echt belangrijk is. Wat wel belangrijk is, is dat een instituut zoals de Republikeinse partij zich door zo’n machiavellist, narcist en psychopaat op sleeptouw laat nemen. Individuen, leiders of helden zijn belangrijk, omdat ze hefbomen in handen krijgen zoals legers, politieke partijen, bedrijven, onderwijsprogramma’s, subsidies. Om dat beter te begrijpen, moeten we Perrow lezen en herlezen en vooral zijn schitterende zin ‘organisaties zijn instrumenten in de handen van hun meesters’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier