Heeft Europa zijn demografische keerpunt bereikt?
De bevolking van de Europese Unie krimpt sneller dan verwacht, waardoor de overheidsfinanciën en de langetermijnvooruitzichten onder druk komen te staan.
Op Telendos, een piepklein Grieks eiland, was Savas Glinatsis tot voor kort de enige leerling van de plaatselijke basisschool. Tien jaar geleden had het eiland meer dan honderd bewoners, maar volgens de volkstelling van 2021 wonen er nog een kleine zestig mensen. De achtjarige Savas was het enige kind op het eiland. In november besloot Maria Platsiom met haar zoon te verhuizen naar Kalymnos, een groter buureiland. “Ik wilde dat Savas naar school kon gaan in Telendos, net als ik, maar ik kan het niet verdragen dat mijn kind geïsoleerd is”, zegt ze.
Het tekort aan kinderen in Europa beperkt zich niet tot Griekenland. Dit jaar zou weleens een keerpunt in de geschiedenis van de Europese Unie kunnen worden: de bevolking van 448 miljoen mensen zet een daling in, die naar verwachting zal aanhouden en volgens VN-prognoses tot een nooit geziene krimp in vredestijd zal leiden.
De EU-bevolking steeg tot januari 2023, geholpen door de instroom van ontheemden uit Oekraïne, na een tijdelijke dip van twee jaar als gevolg van de pandemie. Vorig jaar voorspelde Eurostat dat de bevolking in 2026 een piek van 453 miljoen zou bereiken. Maar de cijfers voor 2023 kwamen lager uit dan verwacht, omdat de geboorten in de Europese Unie daalden tot een niveau dat Eurostat de komende twee decennia niet had voorspeld.
Het wordt duidelijk dat de lang voorspelde demografische ommekeer in de Europese Unie sneller lijkt te komen dan veel deskundigen hadden voorspeld. In de afgelopen decennia heeft immigratie geholpen om de bevolkingsaantallen op te krikken, en de toegenomen arbeidsparticipatie van immigranten en vrouwen heeft de steeds snellere daling van de beroepsbevolking in de Europese Unie gecompenseerd, maar binnenkort zullen die factoren niet meer voldoende zijn.
Ministeries van Demografie
Veel van de 27 EU-lidstaten hebben al tientallen jaren te maken met extreem lage geboortecijfers. Nu het meest productieve deel van de bevolking krimpt, is er extra druk op de overheidsfinanciën, met gevolgen voor de economische vooruitzichten en de geopolitieke positie van het blok. Bijgevolg is de Europese Unie een proeftuin geworden voor een pro-nataal beleid. Een andere remedie – meer immigratie – is een politiek beladen onderwerp. Populistische anti-immigratiepartijen zullen waarschijnlijk winnen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement van 6 tot 9 juni.
“Als we geen rekening houden met de demografische trends, kunnen we in duistere scenario’s terechtkomen”, zegt Dubravka Suica, de vicevoorzitter voor democratie en demografie van de Europese Commissie. Die scenario’s omvatten “bedreigingen voor ons concurrentievermogen, druk op onze begrotingen, druk op openbare diensten en pensioenen, en de mogelijkheid dat banen niet worden ingevuld”, voegt ze eraan toe.
Suica heeft regeringen opgeroepen ministeries van Demografie op te richten en de Europese Unie om een raad met een speciale begrotingslijn op te richten. Beleidsmakers moeten zich meer bewust worden van de urgentie van het probleem, vindt ze. “De Europese Unie staat aan de vooravond van een demografische revolutie”, zegt ze, een die een “diepgaande heroverweging van onze institutionele, politieke, economische en culturele kaders” vereist.
Beroepsbevolking daalt
Voor de landen die nu de Europese Unie vormen, zijn die demografische uitdagingen vrij nieuw. Na de Tweede Wereldoorlog beleefden de meeste Europese landen een babyboom, die bijdroeg tot een sterke bevolkingsgroei. Sindsdien hebben factoren als een snelle groei van het opleidingsniveau, vooral onder vrouwen, verbeterde voeding en hygiëne, de beheersing van infectieziekten en de verspreiding van geboortebeperkingsmethoden geleid tot dalende geboortecijfers en een stijgende levensverwachting. In die periode is het aandeel van de Europese Unie in de wereldbevolking meer dan gehalveerd tot minder dan 6 procent.
Van cruciaal belang voor de economische groei en de overheidsfinanciën is dat de beroepsbevolking van de Europese Unie, die tussen 20 en 64 jaar oud is en het leeuwendeel van de belastinginkomsten voor haar rekening neemt, volgens VN-gegevens is gekrompen van een piek van 270 miljoen in 2011 tot naar schatting 261 miljoen dit jaar. In verhouding tot de totale bevolking bereikte de groep op arbeidsleeftijd in de Europese Unie in 2008 een piek van 61,4 procent en is ze nu gedaald tot 58 procent.
‘De Europese Unie staat aan de vooravond van een demografische revolutie, die een diepgaande heroverweging van onze institutionele, politieke, economische en culturele kaders vereist’
Dubravka Suica, Europese Commissie
De daling van de Europese beroepsbevolking zal de tekorten in sommige sectoren naar verwachting verergeren. Veel lidstaten hebben een grote vraag naar vaardigheden in techniek, wetenschap, technologie en zorg, en als de babyboomers met pensioen gaan, zullen de tekorten in zowel hoog- als laaggeschoolde beroepen naar verwachting “aanzienlijk toenemen”, aldus de Europese Commissie.
Immigratie en de stijging van de arbeidsparticipatie, vooral onder vrouwen, hebben tot nu de algehele demografische dalingen gecompenseerd. Maar de meeste voorspellers zeggen dat dit binnenkort niet meer genoeg zal zijn.
Het Internationaal Monetair Fonds voorspelt dat het totale aantal gewerkte uren in Europa de komende vijf jaar zal dalen, terwijl ze in de Verenigde Staten naar verwachting zullen blijven stijgen. Evenzo voorspelt het jongste vergrijzingsrapport van de Europese Commissie dat de arbeidsinput vanaf eind jaren 2020 zal dalen, ondanks de vaak “aanzienlijke” verwachte toename van de arbeidsparticipatie onder oudere werknemers als gevolg van pensioenhervormingen.
Gezien de verwachte afname van het aantal gewerkte uren, zou “de groei van de arbeidsproductiviteit de enige drijvende kracht achter de groei van het bbp worden”, aldus het rapport. Dat is niet bemoedigend, als je bedenkt dat de productiviteitsgroei in de Europese Unie al meer dan tien jaar zwak is en sinds eind 2022 is gekrompen, waardoor de kloof met de Verenigde Staten groter is geworden.
Veel deskundigen dringen er bij regeringen op aan te investeren in vaardigheden en onderwijs om de waarde van wat per gewerkt uur wordt geproduceerd te verhogen. De Europese Unie heeft geprobeerd het probleem aan te pakken met initiatieven zoals het European Year of Skills, waarbij mensen worden geholpen de juiste vaardigheden te verwerven en bedrijven worden geholpen tekorten aan vaardigheden aan te vullen.
“We zullen grote investeringen moeten doen om de menselijke middelen die we hebben te verbeteren, in plaats van te proberen het vruchtbaarheidscijfer te verhogen”, zegt Wolfgang Lutz, de oprichter en directeur van het Wittgenstein Centre for Demography and Global Human Capital in Wenen. Hij voegt eraan toe dat de risico’s als we dat niet doen onder meer “sociale conflicten” en “verlies van mondiale concurrentiekracht” zijn, waarbij “niet alleen onze rol in de wereld kleiner wordt, maar ook het welzijn van de mensen in Europa”.
Een belangrijke factor voor het concurrentievermogen en de economische groei van de Europese Unie is het vermogen van het blok om wereldwijd talent aan te trekken. Vorig jaar lanceerde de Europese Commissie een Skills and Talent Mobility-pakket, maatregelen om Europa aantrekkelijker te maken voor talent van buitenaf, zoals het Talent Pool-platform, dat de aanwerving van werkzoekenden uit niet-EU-landen voor beroepen met een tekort in de hele Europese Unie vergemakkelijkt.
Maar immigratie is grotendeels een zaak voor de lidstaten en is een belangrijke zorg voor de kiezers. Een deel van de discussie in de aanloop naar de parlementsverkiezingen in de Europese Unie is gekaapt door theoretici die geloven dat liberale elites niet-witte immigratie van buiten Europa bevorderen om de etnische en culturele homogeniteit te ondermijnen.
“Ik kan begrijpen dat mensen op de een of andere manier het gevoel hebben dat ze ver naar rechts moeten gaan, omdat ze denken dat migranten hun nationale identiteit zullen bederven, maar tegelijkertijd kunnen we niet zonder immigranten”, zegt Suica.
Babybonussen
In een poging om de demografische achteruitgang af te remmen, hebben veel EU-landen financiële stimulansen ingevoerd, zoals ‘babybonussen’ in Italië, Polen en Griekenland, en leningen die worden afgeschreven voor koppels met ten minste drie kinderen in Hongarije.
In Griekenland heeft de centrumrechtse regering een ministerie van Sociale Cohesie en Gezin opgericht, met een specifiek mandaat om de lage geboortecijfers aan te pakken. Dit jaar verhoogde de regering de geboortetoelage van 2.000 naar 2.400 à 3.500 euro, afhankelijk van de gezinsgrootte. De overheid voorziet ook in vouchers voor gezinnen om toegang te krijgen tot kinderdagverblijven.
Maar zelfs een gezinsvriendelijk beleid dat in het verleden heeft geholpen om de vruchtbaarheidscijfers te ondersteunen, zoals goede en betaalbare kinderopvang, werkt volgens Suica niet meer zo goed als voorheen. In 2022 daalde het aantal baby’s dat in de Europese Unie werd geboren voor het eerst sinds het begin van de gegevensverzameling in 1960 onder 4 miljoen. Het vruchtbaarheidscijfer van de Unie daalde tot 1,46 in 2022.
Deskundigen denken dat Europa meer zou profiteren van gezondere oudere generaties. Europa heeft de hoogste levensverwachting van alle continenten en de hoogste gemiddelde leeftijd. De meeste EU-landen hebben stappen ondernomen om mensen langer aan het werk te houden, zoals het verhogen van de pensioenleeftijd. Maar volgens gegevens van de OESO had in 2022 slechts 6 procent van de mensen van 65 jaar en ouder een baan in de Europese Unie.
Suica vindt dat ouderen moeten blijven werken als ze dat willen. “We creëren een braindrain door te vroeg met pensioen te gaan. Je kennis, je expertise, je wijsheid gaan met je mee en je draagt niet meer bij aan de maatschappij.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier