Hans Maertens neemt afscheid van Voka: ‘Te veel ondernemers hebben last van het impostersyndroom’

Hans Maertens : "Je moet voorkomen dat je in een routine of in gewoontes vervalt."
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Eind deze maand stopt Hans Maertens na tien jaar als CEO van de werkgeversorganisatie Voka. “Dat was bij verre de langste, moeilijkste en meest complexe functie uit mijn loopbaan”, blikt hij terug. Maertens stopt op een hoogtepunt: Voka is uitgegroeid tot een geoliede organisatie die met één stem spreekt en haar stempel op het beleid drukt.

We hebben afgesproken op het marktplein van Lichtervelde, de thuisbasis van de 63-jarige West-Vlaming. Maertens klopte tijdens zijn carrière vaak weken van zeventig werkuren en moest er de lange verplaatsingen naar Brussel en Antwerpen voor lief bijnemen. Toch was verhuizen nooit een optie.

“Ik heb vele, vele uren gependeld vanuit West-Vlaanderen, en dat is wellicht niet de meest nuttige bezigheid”, geeft hij toe. “Maar tijdverlies was het ook niet. In de wagen had ik tijd om na te denken. Het waren momenten waarop ik ideeën ontwikkelde en probeerde vooruit te denken. En Lichtervelde is nu eenmaal mijn biotoop. Ik kom er graag onder de mensen. Ik heb geen politieke analisten of hoofdeconoom nodig om te weten wat er leeft bij de mensen of hoe de conjunctuur evolueert. Ik leefde in twee werelden: de beslissingscentra in Brussel en Antwerpen, en het landelijke Lichtervelde. Ik zou niet kunnen zonder een van die twee.”

Maertens leidt ons rond in Cinema De Keizer, de oudste dorpsbioscoop van Vlaanderen, en intussen een magnifiek bewaard stukje erfgoed. Dertien jaar geleden investeerde hij een deel van zijn eigen centen om het gebouw te redden uit de handen van een projectontwikkelaar. Hij is een van de drijvende krachten achter de transformatie tot een cultuurhuis en ontmoetingsplaats. Later troont hij ons mee naar Café Wolf, waar het ouderlijk huis van Maertens omgetoverd is in een van de mooiste bruine kroegen die West-Vlaanderen rijk is.

“Hier liggen mijn roots”, vertelt hij. “Mijn overgrootvader en grootvader hielden hier een herberg en verhuurden enkele kamers. Mijn vader heeft die handelsruimte omgevormd tot een drukkerij. En de huidige eigenaar heeft van de oude feestzaal weer een schitterend café gemaakt. Als kind ben ik opgegroeid rond de markt van Lichtervelde. Tweemaal per jaar was er kermis, circussen sloegen er hun tenten op. En als zoon van een drukker die het drukwerk leverde voor begrafenissen en huwelijken sta je vanzelf heel dicht bij de lokale gemeenschap. Cinema De Keizer en de uitbaatster Agnes Debaillie, die in 2012 overleed, maakten integraal deel uit van dit dorp van mijn jeugd. Ik bracht het drukwerk naar de cinema en mocht van Agnes gratis naar de film gaan kijken.”

Uw ouders waren ondernemers en u hebt een groot deel van je loopbaan besteed aan het promoten van het ondernemerschap. Waarom hebt u het zelf niet geprobeerd?

HANS MAERTENS. “Ik heb altijd een passie gehad voor ondernemerschap, maar ik heb er ook de moeilijke kanten van gezien. Een van de grote klanten van mijn vader was het West-Vlaamse bedrijf Flandria. Die onderneming, die fietsen, bromfietsen, grasmaaiers en verwarmingstoestellen maakte, was in de jaren zestig en zeventig heel succesvol. Wat niemand in de streek voor mogelijk hield, gebeurde toch: Flandria ging in 1981 failliet. Mijn ouders hebben daardoor veel geld verloren. Ik vergeet nooit het beeld van mijn vader en moeder die zaten te wenen aan de keukentafel. Dat heeft erin gehakt, ook bij mij en mijn zus. Het was in alle opzichten een kantelpunt. Een jaar later is mijn vader zwaar ziek geworden. Onrechtstreeks moet er een verband zijn geweest. Ondernemen is een hard vak. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn.”

Is dat de reden waarom veel Vlaamse ondernemers liever in de luwte werken?

MAERTENS. “We missen rolmodellen, dat klopt. Vlaanderen telt enorm veel stille, verborgen kampioenen, en die zouden veel meer naar buiten moeten komen. Met Voka hebben we ingezet op de Open Bedrijvendag, net om die rasechte ondernemers een forum te geven: één keer per jaar de deuren openzetten om te tonen wat ze doen en kunnen. Ik denk dat veel Vlaamse ondernemers last hebben van het impostersyndroom. Ze geloven dat hun succes meer te maken heeft met geluk, toeval of externe factoren dan met hun inzet of capaciteiten. Ze gaan ook gebukt onder een gebrek aan waardering. Sympathie voor de ondernemer gaat in Vlaanderen vaak hand in hand met afgunst.”

Uiteindelijk hebt u 38 jaar het ondernemerschap een stem gegeven, eerst als journalist en later als spreekbuis van de Vlaamse werkgevers. Wat was de mooiste periode?

MAERTENS. “Als je het mijn vrouw zou vragen, zal ze antwoorden: de periode als hoofdredacteur van De Tijd. Met een groep van vijftig tot zestig mensen elke dag een nieuw product maken, iets van nul creëren, de lezer verrassen… Intellectueel en creatief is dat heel uitdagend, en als je de volgende dag het resultaat ziet, en het blijkt een goede krant te zijn, geeft dat een ongelooflijke voldoening.

“Maar dat kun je maar gedurende een beperkte tijd volhouden. Je moet voorkomen dat je in een routine of in gewoontes vervalt. Daarom kun je mijn carrière in blokken van grosso modo zes jaar indelen. Ik heb me telkens gesmeten, er voluit voor gegaan. En voor mij ging dat gepaard met een houdbaarheidsdatum. Dat betekent niet dat ik een jobhopper ben. Ik heb maar drie werkgevers gehad, maar ik heb om de vijf tot zes jaar een nieuwe functie opgenomen. Ik heb dat blijkbaar nodig om mijn energie en creativiteit te voeden.”

Bij Voka Nationaal was u wel tien jaar aan de slag als CEO.

MAERTENS. “Dat was dan ook de moeilijkste en meest complexe functie die ik heb vervuld. Ik heb heel veel tijd en energie moeten steken in het winnen van het vertrouwen, niet alleen intern maar ook extern. Als CEO van Voka heb je heel uiteenlopende stakeholders. Er zijn tal van ondernemingen, groot en klein, in diverse sectoren. Daarnaast heb je de regionale Voka-Kamers van Koophandel, de sectororganisaties, de vakbonden, de media, andere middenveldorganisaties en de politiek, en je moet al die borden tegelijk in de lucht zien te houden.”

‘Ik heb me telkens gesmeten, er voluit voor gegaan. En voor mij ging dat gepaard met een houdbaarheidsdatum’

Waarnemers zeggen dat Voka het VBO en Unizo voorbijgestoken heeft als de belangrijkste spreekbuis van het bedrijfsleven.

MAERTENS. “Ik denk dat die perceptie klopt. Maar het was ook de opdracht die ik bij mijn aantreden in 2015 meekreeg van Voka-voorzitter Michel Delbaere (de CEO van Crop’s, nvdr): maak van Voka de meest representatieve en invloedrijke ondernemersorganisatie. We hebben dat gerealiseerd door de Voka-alliantie tussen de verschillende Kamers van Koophandel en het VEV te professionaliseren en aan te zwengelen. Door beter samen te werken, hebben we schaal, een groter netwerk en een betere serviceorganisatie gerealiseerd. Daarnaast hebben we het kenniscentrum van Voka, dat heel goed werk leverde, omgevormd en uitgebreid tot een lobbycentrum. Studies en analyses worden nu beter vermarkt en omgezet in lobbykracht. Ten tijde van de brexit en covid wist Voka telkens in heel korte tijd cellen op te zetten die de leden ondersteunden met advies, en die tegelijk de overheden informeerden over de behoeften en noden van het bedrijfsleven. Dat heeft ons veel extra leden opgeleverd. Ten slotte hebben we zwaar ingezet op communicatie en marketing – absoluut noodzakelijk in deze tijden.”

U begon uw carrière als Wetstraatjournalist voor de Financieel-Economische Tijd (nu De Tijd). Een droom die uitkwam?

MAERTENS. “Ik ben een kind van de jaren zeventig, opgegroeid met de oliecrisis, Vietnam, Watergate en de hoogdagen van Eddy Merckx. Ik had een enorme passie voor de actualiteit en las alles wat ik te pakken kreeg. Ik wilde journalist worden, terwijl mijn ouders me stimuleerden om te studeren voor burgerlijk ingenieur of dokter. Uiteindelijk is rechten als compromis uit de bus gekomen, met de belofte dat, als ik slaagde, ik een aanvullende studie communicatiewetenschap zou mogen doen. Dat bleek uiteindelijk niet de beste voorbereiding op de journalistiek, maar in 1987 kon ik inderdaad mijn droom waarmaken.”

Dat was een andere wereld dan de journalistiek van vandaag. Hoe hebt u dat beroep in veertig jaar zien veranderen?

MAERTENS. “De grootste verandering is technologisch. Ik tikte mijn eerste teksten op een schrijfmachine. Die teksten werden gecorrigeerd met rode viltstift en bezorgd aan een linotypist, die dat in de drukkerij in loden letters zette. ’s Avonds om 18 uur moesten alle teksten binnen zijn, want dan sloot de krant. We hadden enkel een vaste telefoon, internet bestond niet. Het was behelpen. Vandaag is iedereen permanent bereikbaar en gaat alles veel sneller. Nieuws wordt op het moment zelf gebracht.

“Ik ben ook nog opgevoed in de school van de objectieve journalistiek. Je mocht alleen de feiten brengen, en dat gebeurde bovendien vrij anoniem. De meeste journalisten van de Financieel-Economische Tijd ondertekenden hun artikels enkel met hun initialen. Commentaar en opiniëring was het exclusieve voorrecht van enkele hoofdredacteurs, zoals Manu Ruys van De Standaard of Hugo Camps van Het Belang van Limburg. Vandaag geven kranten vaak alleen nog achtergrond, commentaar en duiding. De feiten worden als bekend beschouwd. Journalisten zijn geëvolueerd tot commentatoren, influencers en opiniemakers.”

‘Als de media de derde macht willen worden, dreigen ze op de vijfde plaats te eindigen’

Is dat een zorgelijke evolutie?

MAERTENS. “De pers is de vierde macht, maar probeert zich meer en meer op te werpen als de derde macht. Sommige mediafiguren proberen zich meer macht en invloed toe te eigenen dan ze uit hoofde van hun functie hebben. Aan de andere kant zie je dat politici in bepaalde regimes en landen de media willen terugdringen tot de vijfde macht. Ik vind dat de pers zich moet houden aan haar positie als vierde macht, een plaats die ze elke dag moet verdienen. Als media de derde macht willen worden, dreigen ze op de vijfde plaats te eindigen.

“De grootste bedreiging voor de pers ligt volgens mij bij fake news. Ten eerste omdat de media zelf niet meer garant staan voor correct nieuws, correcte duiding of analyse. Ten tweede omdat ze zich verplicht voelen te berichten over alle fake news die anderen, tot en met de president van de Verenigde Staten, verspreiden. Op die manier word je eigenlijk een soort katalysator van de verspreiders van fake news.”

‘Ik ben niet meteen een open boek. Maar mensen die mij beter leren kennen, weten wat ze aan mij hebben’

U was hoofdredacteur en CEO van een uitgeversbedrijf, u overzag een magazineportefeuille die 100 miljoen euro omzet draaide bij het beursgenoteerde Roularta en u leidde Voka op provinciaal en landelijk niveau. ChatGPT omschrijft uw managementstijl als inhoudelijk, strategisch en verbindend. Klopt dat?

MAERTENS. (Lacht) “Dat is nog eens een bewijs dat artificiële intelligentie er vaak niet zover naast zit. De inhoud gaat bij mij inderdaad voor op de vorm. Strategisch? Ik reken mezelf niet bij de grote strategen, maar ik weet wel verdraaid goed waar ik naartoe wil met een organisatie. Verbindend? Ja, ik vind empathie belangrijk. Ik heb duizenden gesprekken gevoerd met ondernemers en vaak reageren ze achteraf dat ze het een goed gesprek vonden. Terwijl ik eigenlijk nauwelijks iets gezegd heb, maar ik heb wel geluisterd en geregistreerd wat ze zeiden.

“Als ik mag, zou ik één ding toevoegen: authenticiteit. Dat is een belangrijke eigenschap voor een leidinggevende. Je moet zijn en blijven wie je bent. Ik weet dat mensen mij soms bekijken als een stugge West-Vlaming. Ik ben niet meteen een open boek. Maar mensen die mij beter leren kennen, weten wat ze aan mij hebben. Ik ben wie ik ben. En ik heb me nooit gespiegeld aan anderen.”

Ik herinner me dat u als koersliefhebber vaak parallellen trok met het wielrennen om bepaalde beslissingen uit te leggen. Kunt u ook een grote les uit uw carrière op die manier verpakken?

MAERTENS. “Of het nu om lobbyen, communicatie of ondernemen gaat, alles draait rond timing en positionering. Zoals Wout van Aert die laatste rit in de Tour won: zich goed positioneren tijdens de eerste en tweede beklimming van Montmartre, en het juiste moment afwachten om tijdens de derde beklimming de beslissende aanval te plaatsen. Goed kijken naar de concurrenten en waar die zitten, en het goede moment kiezen om iets te ondernemen. Dat is volgens mij de basis van succes.”

‘Of het nu om lobbyen, communicatie of ondernemen gaat, alles draait rond timing en positionering’

U houdt het eind augustus bekeken bij Voka. Wat zijn uw toekomstplannen?

MAERTENS. “Ik hoop een stuk vrijheid terug te winnen, zowel qua tijdsbesteding als intellectueel. Ik voel ook de microbe om opnieuw meer te schrijven. Volgend jaar viert het VEV, zeg maar de voorloper van Voka, zijn honderdjarige bestaan, en bij die gelegenheid wordt een boek uitgegeven. Ik heb me geëngageerd om dat project te trekken. Daarnaast wil ik een beperkt aantal bedrijven en organisaties adviseren, al dan niet via een zitje in de raad van bestuur. En ten slotte wil ik maatschappelijk iets bijdragen via de erfgoedvennootschap Herita. Dat is een vzw die met Vlaamse overheidssteun waardevolle historische plekken en monumenten restaureert en beheert.”

Daarvoor hebt u ervaring opgedaan door uw betrokkenheid bij Cinema De Keizer?

MAERTENS. “Cinema De Keizer kun je mijn legacy voor Lichtervelde noemen – wat ik aan de lokale gemeenschap wil teruggeven. Wij slagen erin zonder noemenswaardige subsidies licht rendabel te zijn. Door van het cultuurhuis ook een ontmoetingsplaats en museum te maken, waar mensen graag een kijkje komen nemen. Met Herita is het de bedoeling is een viertal restauratieprojecten per jaar te realiseren, waarvoor telkens een geschikte exploitatieformule moet worden ontwikkeld. Het is dus eigenlijk een combinatie van ondernemerschap en ondersteuning van cultureel erfgoed. Sta mij toe de baseline van Voka te citeren: ‘Alleen door samen te ondernemen kunnen we samen groeien.’”

Hans Maertens over…

De meest bepalende figuur in zijn carrière. “Dat was René De Feyter, de toenmalige topman van het VEV, en ironisch genoeg dus mijn voorganger bij Voka. Hij belde mij in 1993 met de vraag om hoofdredacteur van de krant De Financieel-Economische Tijd te worden. Dat hij iemand van amper 31 jaar alle vertrouwen gaf, was een kans die mijn carrière een enorme boost heeft gegeven. Dat lijdt geen twijfel.”
Zijn periode bij Roularta. “Bij Roularta heb ik de magazinemarkt ontdekt, een medium waarin ik nog altijd sterk geloof. Kranten evolueren tot magazines in het weekend. Ik heb bij Roularta ook de sterkte van een familiale onderneming ervaren. Familiale aandeelhouders belichamen patient capital: het mag al eens stormen, de aandeelhouders bieden houvast.”
De overname van De Tijd in 2006 door De Persgroep en Rossel. “De Tijd was een succesvolle nichekrant, maar met een omzet van 50 miljoen euro was ze te klein om op eigen kracht te overleven. We waren operationeel onvoldoende gewapend om de zware investeringen in de digitale transformaties alleen te dragen. En we konden onvoldoende schaal uitspelen bij onderhandelingen over druk- en posttarieven. Later is gebleken dat wij onze tijd vooruit waren. De consolidatie op de krantenmarkt is daarna niet meer gestopt.”

1962: geboren in Roeselare
• Studie rechten en communicatiewetenschappen aan de KU Leuven

1987: begint zijn carrière als journalist bij De Financieel-Economische Tijd

1993: hoofdredacteur van die krant en later algemeen directeur van het Uitgeversbedrijf Tijd

2006: directeur van de nieuwsmagazines van Roularta
2010: algemeen directeur van de Voka-Kamer van Koophandel in West-Vlaanderen

2015-2025: gedelegeerd bestuurder van Voka Nationaal

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content