Hans Bruyninckx (Europees milieuagentschap): ‘Klimaatverandering is geen religie, het is wetenschap’
“Als de volgende regering geen klimaatregering wordt, dan wordt het voor België moeilijk de klimaatdoelstellingen tegen 2030 te halen.” Hans Bruyninckx, de directeur van het Europees Milieuagentschap (EMA), waakt over het Europese klimaatbeleid.
Europa kan zijn klimaatdoelstellingen nog halen, maar ons land blijft achteraan in het peloton bengelen. “België is een van de landen met de grootste kloof tussen de doelstellingen en het beleid”, stelt Hans Bruyninckx vast.
Toen de Antwerpenaar begin jaren negentig wilde doctoreren over het internationale milieubeleid, kreeg hij de vraag of hij niet beter iets serieus zou onderzoeken. Het noopte hem zelfs uit te wijken naar de Verenigde Staten. “Het milieu- en het klimaatbeleid zaten heel lang in de marge van het economische debat, als iets waar je tijd voor kon maken in periodes van hoogconjunctuur. Nu gaat het over circulaire economie, koolstofarme economie, duurzame financiering. Sommigen in de klimaatbeweging hebben een probleem met de economisering van het debat, maar ik beschouw het als een kans. Het gaat nu over de kern van het economische debat: hoe ziet een toekomstgerichte samenleving eruit?”
Van de financiële instellingen verwachten we minder milieuprestaties dan van een gemiddelde kmo. Dat is niet logisch
Bruyninckx leidt in Kopenhagen het Europees Milieuagentschap (EMA). Hij stuurt 210 mensen aan op het Deense hoofdkwartier, 500 in wetenschappelijke instellingen en in de lidstaten nog eens 3000 mensen in wellicht het sterkste internationale kennisnetwerk rond milieu.
Hij bouwde het EMA uit tot de milieuwaakhond van Europa. “Wij verzamelen gegevens, maken rapporten en houden de vinger aan de pols van het Europese milieubeleid.” De website somt 200 bladzijden studies op over het milieu: de luchtverontreiniging, de biodiversiteit, de uitstoot, hernieuwbare energie, landbouw enzovoort. “In het Europees Parlement vroeg iemand me of ik in de klimaatverandering geloof. Nee, zei ik, natuurlijk niet. Het is geen religie, het is wetenschap.”
In dat geval een eenvoudige vraag: hoe staat het met het klimaat?
HANS BRUYNINCKX. “Zoals we nu bezig zijn, zal de gemiddelde temperatuur tegen eind deze eeuw met 3,5 tot 4 graden Celsius toenemen. Dat is behoorlijk ver van de well below 2 degrees die in het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken. Het is noodzakelijk zo snel mogelijk naar een koolstofarme economie te gaan.
“Er wordt soms geringschattend gedaan over de beperkte impact van Europa, omdat ons aandeel in de wereldwijde uitstoot slechts ongeveer 10 procent is. Maar het is de enige groep landen die de Kyoto-akkoorden uitvoert, een beleid voert om tegen 2030 haar CO2-uitstoot met 40 procent te verminderen en een langetermijnstrategie tot 2050 heeft uitgewerkt. Alleen is de uitdaging enorm: van een gemiddelde vermindering van 0,9 procent tussen 1990 en 2020 moeten we naar 1,5 procent minder per jaar tegen 2030.
“Europa is op weg de doelstellingen voor 2020 te halen, al waren de jongste twee jaar wat moeilijker. België haalt die wellicht niet, en ook voor 2030 komen we er niet, tenzij we fors investeren in energie-efficiëntie en nieuwe technologie. We kunnen geld steken in de verbetering van de huidige technologie. Dan halen we wellicht de doelstellingen van 2030 nog wel, maar dan klinken we ons vast aan het oude systeem. Willen we ook die van 2050 halen, dan moeten we inzetten op nieuwe technologie.”
Waar liggen de grootste knopen?
BRUYNINCKX. “De grootste sector is hernieuwbare energie, maar dat is meer dan wind en zon. In de voedingssector gaat de uitstoot slechts zeer langzaam achteruit . Ook ons gebouwenpatrimonium is een uitdaging. De lastigste klus wordt wellicht transport, de enige sector waarvan de uitstoot sinds 1990 is gestegen.”
Vlaams minister van Verkeer Ben Weyts (N-VA) begroef het rekeningrijden omdat er geen draagvlak voor zou zijn.
BRUYNINCKX. “Rekeningrijden is een deel van de oplossing. Maar in verschillende steden en regio’s in Europa is de aanpak veel meer systemisch. In Kopenhagen gebeurt 85 procent van de mobiliteit per fiets, te voet of met het openbaar vervoer. Met één kaart kan je in heel Denemarken de trein, de tram en de bus nemen. Laten we de vergelijking met Brussel maar niet maken ( lacht). En dat heeft met het beleid te maken. Ik ben optimistisch over de technologie, maar je moet een duidelijke richting bepalen en die aanhouden. In België is er verbetering, met mondjesmaat. Dat het zo traag gaat, heeft veel te maken met de versnippering van bevoegdheden en middelen.”
Alles wat u vermeldt, komt neer op zware investeringen. Terwijl de sp.a stelt dat de gewone man de kosten van de energietransitie niet moet betalen. Is dat realistisch?
BRUYNINCKX. “Een verkiezingsdiscours is iets anders dan concrete maatregelen. Er moeten economische keuzes en keuzes over sociale verdeling worden gemaakt. De subsidies voor zonnepanelen waren een keuze, net zoals de beslissing van de Duitsers hun steenkoolmijnen tot 2038 open te houden.
“Het kosten-batenplaatje op macroniveau is cruciaal. In de meeste studies is er een batig saldo voor de energietransitie, ook voor de tewerkstelling. Alleen geldt dat niet op microniveau: sommige bedrijven en sectoren krijgen het moeilijk. Dat is creatieve destructie. Het is niet het einde van de banencreatie, die zal verschuiven naar andere sectoren.”
Die sectoren zien de energietransitie niet zitten.
BRUYNINCX. “Daarom pleit ik er sterk voor de sociale dimensie mee te nemen in de beleidsplanning. Economische ontwikkelingen en het klimaatbeleid vinden altijd plaats in een sociale context.
“Tegelijk wordt veel gepraat over de kosten van de transitie, maar veel minder over de kosten van niets doen. Het is bijna onmogelijk ons aan te passen aan een temperatuurstijging van 3,5 tot 4 graden. Er is economisch geen andere keuze dan te investeren in de beperking van de klimaatverandering en onze aanpassing daaraan.”
Waar moeten de middelen vandaan komen? De gele hesjes zeggen: niet van ons.
BRUYNINCKX. “Ze kunnen ook niet alleen van de overheid komen. Die moet milieuschadelijke subsidies versneld afbouwen. Daar is vooral een taak weggelegd voor de financiële instellingen. We verwachten van hen minder milieuprestaties dan van een gemiddelde kmo. Dat is niet logisch.
“Er is geen tekort aan financiële middelen, wel aan de koppeling van dat kapitaal aan investeringen in duurzaamheid. Als je de fundamenten van de markteconomie wilt veranderen, moet je de kern van het systeem erbij betrekken, en dat zijn de kapitaalmarkten. De Europese Investeringsbank is de grootste uitgever van groene obligatieleningen op de planeet, en ook de Franse, Noorse en Nederlandse nationale banken staan daar al ver in.”
Er zijn verkiezingen op 26 mei. Hoe beoordeelt u het klimaatbeleid van de regering-Michel?
BRUYNINCX. “We zijn op het punt gekomen dat het meer politieke moed vergt om geen milieu- en klimaatbeleid te voeren, dan om het wel te doen. Maar als de volgende regering geen klimaatregering is, wordt het zeer moeilijk de doelstellingen voor 2030 te halen. De volgende regering moet keuzes maken: welke technologie, welke gedragsverandering,… Hetzelfde geldt voor het milieu. De lucht- en de waterkwaliteit, de biodiversiteit en het beleid om ons aan te passen aan de droogte en de hitte worden almaar beter, maar de verbetering is meestal beperkt. Het gaat te traag en het is niet structureel genoeg.”
Europa heeft topbedrijven, alleen dobberen veel sectororganisaties nog altijd in het tempo van hun minst progressieve leden
Liggen de Europese doelstellingen niet te hoog? We hebben geen lange kustlijn. De mogelijkheden voor zon en wind zijn een pak kleiner dan in Scandinavië of Zuid-Europa.
BRUYNINCKX. “Daarom zijn de doelstellingen gedifferentieerd per lidstaat. Voor hernieuwbare energie is België het vierde zwakste land, maar Nederland doet het nog slechter, ondanks een veel langere kustlijn. Het heeft dus vooral te maken met het beleid.
“België zou kunnen investeren in zijn functie als doorvoerland voor hernieuwbare energie, maar die rol kan je pas opnemen als er een langetermijnvisie is, die is gekoppeld aan de klimaatproblemen en aan Europa. Die is er niet, en dat creëert onzekerheid voor investeerders.”
Door het gebrek aan beleid is de kans groot dat België zijn kerncentrales langer openhoudt. Voor het klimaat is dat zelfs beter, want gascentrales stoten meer CO2 uit.
BRUYNINCKX. “Als je beslist met een technologie te stoppen, moet je de nodige megawattuur elders vinden. Tijdig uitvoeren wat we Europees afspreken, zou al een flinke stap in de goede richting zijn.
“Het voordeel van gascentrales is dat ze flexibeler zijn, maar ze blijven gebaseerd op koolstof. Ik zeg niet dat ze als tussenoplossing te verwerpen zijn, maar ik denk dat we meer moeten werken aan de hernieuwbare-energiemix en aan energie-efficiëntie gekoppeld aan een Europees netwerk.”
Welke rol spelen bedrijven?
BRUYNINCKX. “Die hebben een cruciale rol. Enkele bedrijfsleiders weten heel goed waar de klepel hangt. Klimaat wordt een element van competitiviteit. De regelgeving duwt ons in de richting van vernieuwing en industriegedreven innovatie. Europa heeft topbedrijven in die sectoren, alleen dobberen veel sectororganisaties nog altijd in het tempo van hun minst progressieve leden. Het kost nu eenmaal minder energie om niets te veranderen.
“Het gevaar is dat wie te lang wacht, zijn markt verliest. De Europese autosector bouwt de beste wagens ter wereld, maar China wil de belangrijkste producent van elektrische auto’s worden. De jaarwinsten van de Duitse wagenbouwers laten hun toe daar ook in te investeren. Doen ze dat niet, dan moeten ze niet klagen over hun concurrentiepositie.”
Bio
· Geboren in 1964 in Schoten
· Politieke wetenschappen Ufsia en KU Leuven, ontwikkelingswetenschappen UCL, milieuwetenschappen Universiteit Antwerpen, doctoraat internationale milieupolitiek Colorado State University
· Docent Colorado State, Canisius College in Buffalo en Universiteit van Wageningen
· Hoogleraar internationaal milieubeleid KU Leuven, coördinator Steunpunt Transities voor Duurzame Ontwikkeling.
· 2010-2013: algemeen directeur HIVA
· 2004-2012: voorzitter Bond Beter Leefmilieu
· Sinds december 2012: directeur Europees Milieuagentschap
· Vrije tijd: actief buiten zijn (fietsen, zeilen) en de kinderen steunen in al hun activiteiten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier