Daan Killemaes
‘Handelsoorlog is ook ‘made in China”
Invoertarieven zijn een slecht idee, maar onze technologie cadeau doen aan China is een nog slechter idee. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.
Als China niest , riskeert de rest van de wereld een verkoudheid. Toen China in 2015 de munt onverwacht devalueerde, leek de Chinese economie af te stevenen op een harde landing. Op de financiële markten brak paniek uit uit vrees voor een mondiale recessie. Zijn we op weg naar een herhaling?
De renminbi heeft de voorbije maanden meer waarde verloren dan in de woelige dagen 2015. De Chinese economie vertraagt en de handelsoorlog met de Verenigde Staten dreigt te escaleren. Het is daarom opvallend hoe rustig de markten blijven bij het financiële tumult in China. De consensus luidt dat het regime de economie nog strak en succesvol kan dirigeren. Voorlopig toch.
Minder armoede
Sinds de koerswijziging in 1978 zijn 800 miljoen Chinezen uit de armoede getild. De Chinese economie is intussen de tweede grootste van de wereld en het inkomen per hoofd is van bijna niks geklommen tot een kwart van het Amerikaanse niveau. Wat een scheut kapitalistische marktwerking vermag.
Maar het groeimodel dat dat kunstje voor elkaar kreeg, heeft zijn beste tijd gehad. De enorme schuldenberg wordt instabiel, het milieu gaat kapot en de inkomensongelijkheid neemt toe. De Chinese economie is te groot geworden om dé fabriek van de wereld te blijven spelen. Bijsturing is dus nodig, of stagnatie dreigt. China zal dan sneller oud dan rijk worden. En als de kat geen muizen meer vangt, dreigt politieke en sociale instabiliteit, wat de heersende klasse ten allen prijzen wil vermijden.
China heeft werk gemaakt van de bijsturing. Sterke man Xi Jinping heeft de nieuwe strategie ingeschreven in de grondwet onder de titel Ideeën over Socialisme met Chinese Karakteristieken voor een nieuw Tijdperk. Misschien kan sp.a-voorzitter John Crombez er eens in snuisteren. Sleutelwoorden in die visie zijn productiviteit, technologie en hogere toegevoegde waarde. ‘Made in China’ kreeg al een andere betekenis. Pluchen beren maken plaats voor kritieke telecominfrastructuur.
Handelsoorlog is ook ‘made in China’
Maar die nieuwe strategie botst ook op limieten die samen te vatten zijn in twee woorden: Donald Trump. Strategisch is er grote bezorgdheid in de Verenigde Staten dat de verdere opmars van China ten koste zal gaan van de VS, zeker als de technologische upgrade ook de militaire slagkracht van China vergroot.
En tactisch klaagt het Westen, en bij uitstek Trump, terecht aan dat China het spel niet fair speelt. Chinese bedrijven krijgen enorme overheidssubsidies om een plek om de wereldmarkten te veroveren. Nog gevoeliger is de Chinese houding om in het Westen technologische bedrijven en strategische activa op te kopen, en tegelijk de eigen markt af te schermen. Wie in China investeert, moet dat doen via een joint-venture, wat eigenlijk een technologietransfer inhoudt.
Technologisch leiderschap
Het Westen reageert terecht op dit gebrek aan wederkerigheid. Invoertarieven zijn een slecht idee, maar onze technologie cadeau doen is een nog slechter idee. Voor Trump zijn handelstarieven het middel om China aan de onderhandelingstafel te dwingen. De eigenlijke inzet is het technologische leiderschap als sleutelvariabele in de geopolitieke machtsverhoudingen.
Op langere termijn moet China vooral schrik hebben van zichzelf. Is een ondemocratisch regime verenigbaar met innovatie en technologisch leiderschap? De vraag stellen is ze beantwoorden. Vrije markten, de bescherming van eigendomsrechten, objectieve regels, onafhankelijke rechtspraak en zelfs een vrije media, het zijn basisvoorwaarden om technologie te ontwikkelen en te verspreiden.
De Chinese instellingen zijn ingrijpend hervormd sinds 1978, maar het regime van Xi neigt weer naar meer overheidsinterventie. “De praktijk waarin winnaars worden gekozen door de overheid veeleer dan door de vrije markt, kan een belemmering vormen voor technologisch leiderschap”, schrijft de Nationale Bank in een boeiende doorlichting van de Chinese economie. In China wacht men vol ongeduld tot Trump de baan ruimt. In de Verenigde Staten kunnen ze rustig wachten tot het Chinese regime in eigen voet schiet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier