Luc Maes
Grootse belastingplannen
In feite is de beleidsnota meer een plan dat aankondigt welke maatregelen nodig zijn voor een meer rechtvaardige en betere inning van de belastingen. Dat zegt Luc Maes, docent fiscaal recht aan KU Leuven, campus Brussel en aan de Fiscale Hogeschool (Odisee).
Onlangs maakte de minister van Financiën zijn beleidsplan tegen de fiscale fraude bekend. Het vertrekt vanuit een bezinning over de redenen waarom belastingplichtigen de fiscale regels niet naleven. De minister wil die oorzaken aanpakken met concrete actiepunten.
Het beleidsplan gaat in feite niet enkel over de bestrijding van echte fiscale fraude. Belastingontduiking veronderstelt dat een belastingplichtige opzettelijk zijn verplichtingen niet naleeft en dus bewust de bijdrage die hij aan de gemeenschap verschuldigd is, niet betaalt. Van fraude is er geen sprake als de fiscale wetgeving onvolmaakt is. Als fiscale voordelen of aftrekken worden toegekend in situaties die niet bedoeld zijn, dan is dat meestal niet de schuld van de belastingplichtige. Een voorbeeld is het belastingkrediet voor gezinnen met kinderen ten laste, en met een belastingvrij of klein belastbaar inkomen. Als de belasting die deze gezinnen in principe verschuldigd zijn, kleiner is dan de belastingvermindering, krijgen zij het verschil terugbetaald onder de vorm van een belastingkrediet. Ieder gezin dat in België is ingeschreven, heeft recht op dit voordeel. De minister van Financiën stelt in zijn nota de vraag of dit voordeel niet meer selectief moet worden toegekend. Meteen kondigt hij beperkende maatregelen aan. Met fiscale fraude heeft dit echter niets te maken. Niemand heeft een fout gemaakt.
‘Grootse belastingplannen’
Een ander voorbeeld is de aftrek van kosten door vennootschappen. Het Hof van Cassatie besliste in mei dat een vennootschap van haar brutowinst de kosten mag aftrekken die zij heeft gedaan in haar streven om belastbare winst te verwerven. Of de kosten tot enig positief resultaat hebben geleid, heeft geen belang. Of de uitgave enig verband heeft met het statutair doel van de vennootschap of met haar gewone activiteit, heeft ook geen belang. Zelfs uitgaven die een vennootschap doet om een fiscaal voordeel te verkrijgen en dus minder belasting te betalen, zijn volgens het Hof van Cassatie aftrekbaar. Bezondigt een vennootschap die deze interpretatie van het hoogste Gerechtshof volgt, zich aan fiscale fraude? Absoluut niet. Toch is dit onderwerp opgenomen in de beleidsnota en laat de minister weten dat hij een wetswijziging voorbereidt. Overdreven gebruik van deze aftrekmogelijkheid leidt tot een verlies aan belastingontvangsten en hij wenst dat te beperken.
In feite is de beleidsnota dus meer een plan dat aankondigt welke maatregelen nodig zijn voor een meer rechtvaardige en betere inning van de belastingen. Welke maatregelen springen in het oog? Ten eerste, zegt de minister zoals trouwens al zijn voorgangers, moet er werk gemaakt worden van een betere fiscale wetgeving. Complexe wetten zorgen voor discussies die alle partijen tijd en geld kosten en kunnen vermeden worden. Onduidelijke wetgeving opent ook de weg voor belastingontwijking die niet strafbaar is maar door de overheid ook niet gewenst wordt. Daarnaast is de minister ervan overtuigd dat de belastingdruk zeker niet mag stijgen. Hij realiseert zich dat een hogere belastingdruk de bereidheid om belasting te betalen vermindert. Om te komen tot een betere belastinginning moet volgens de minister ook gewerkt worden aan het controlesysteem. Doorgedreven digitalisering van gegevens, onderlinge samenwerking en uitwisseling tussen overheidsdiensten, federaal en gewestelijk, maar ook internationaal, dringen zich op. Van de belastingplichtige en de ondernemingen verwacht de minister meer medewerking. Wie niet wil meewerken, moet er rekening mee houden dat het Hof van Cassatie de administratie het recht heeft gegeven om bewijzen die ze onrechtmatig heeft verkregen, toch te gebruiken. De samenwerking met het parket moet grondig herbekeken worden en ook aan de effectieve inning van de belastingen zal gewerkt worden. Ten slotte is de minister van Financiën ervan overtuigd dat ondernemingen maar ten volle bereid zullen zijn de verschuldigde belasting te betalen als er een sfeer heerst van eerlijke concurrentie, zowel nationaal als internationaal.
Met deze beleidsnota neemt de minister van Financiën veel hooi op zijn vork. Zijn voorgangers hebben ook al intens gewerkt aan projecten van vereenvoudiging en rechtvaardige inning van de belasting. De nood wordt met de dag groter. Hopelijk zorgen het belastinggeld en de tijd die nu gestoken worden in een meer transparante fiscaliteit voor meer resultaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier