Van Peteghem: “Fiscale hervorming is 835 euro voor werkende Belg, niet om begroting in evenwicht te krijgen”

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem. © belga

Als het van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) afhangt, houdt de gemiddelde werkende Belg straks 835 euro netto per jaar meer over. Het is de krachtlijn van de eerste fase van zijn fiscale hervorming die voorligt in de regering.

Van Peteghem stelde zijn plannen woensdag op zijn kabinet in detail voor aan de verzamelde pers. De CD&V-vicepremier is ambitieus: hij legt een vijfentwintigtal maatregelen op tafel, en schuwt daarbij de heilige huisjes niet. Zo wil hij van de twee verlaagde btw-tarieven van 6 en 12 procent een geharmoniseerd tarief van 9 procent maken, met een tarief van 0 procent op zaken als groenten en fruit. Om de socialisten niet voor de borst te stoten, zou de btw op energie dan wel behouden blijven op 6 procent. Daarnaast moet de opbrengst van de effectentaks maal twee, een punt dat moeilijk ligt voor de liberalen. Van Peteghem wil ook af van het huwelijksquotiënt, een heikel punt voor zijn eigen partij. De minister maakt zich dan ook sterk dat het om een “zeer evenwichtig” voorstel gaat, waar voor eenieder eten en drinken in zit. 

Lasten omlaag voor werkende Belg

De kern van het betoog en de belangrijkste doelstelling: de lasten voor wie werkt moeten naar omlaag, zodat werken netto meer loont. Dat bereikt Van Petghem onder meer met een verhoging van de belastingvrije som van 10.160 euro naar 13.500 euro en het optrekken van de ondergrens voor de hoogste belastingschijf van 50 procent naar 60.000 euro per jaar, in plaats van 46.440 euro nu. Om de promotieval te vermijden, wordt de werkbonus uitgebreid, wat vooral de laagste inkomens netto meer moet opleveren. Een alleenstaande zonder kinderen die ongeveer 3.200 euro bruto verdient, houdt zo elk jaar 1.660 euro meer over, een daling van de belastingdruk met ruim 11 procent, rekende Van Peteghem voor. Voor de gemiddelde werknemer gaat het om nettomeerinkomst van 835 euro per jaar. “De belastingdruk daalt in dit voorstel spectaculair voor iederéén die werkt”, maakte hij zich sterk. 

Van Peteghem maakt zich sterk dat deze fiscale hervorming geen onderdeel vormt in een breder plan van de regering om de begroting opnieuw in evenwicht te brengen. Dat blijkt uit een interview met Kanaal Z. Deze hervorming moet in eerste zin meer opbrengen voor de gezinnen en het moet het btw-stelsel en onze fiscaliteit moderniseren.

Fiscaliteit moderniseren

Een andere doelstelling is de vereenvoudiging en modernisering van het fiscaal stelsel. Zo verdwijnt bijna een tiende van de codes op de belastingbrief, worden het huwelijksquotiënt en het fiscaal stelsel rond onderhoudsuitkeringen afgebouwd – want niet meer van deze tijd – en wordt de belastingvermindering voor kinderopvang stapsgewijs verhoogd tot 24,7 euro per kind per dag, een maatregel die de combinatie werk en gezin moet vergemakkelijken. 

Het plan bevat ook een luik rond de eerlijke bijdrage op vermogens, met de invoer van een minimumbelasting voor multinationals, een hervorming van de DBI-aftrek zodat het systeem niet meer oneigenlijk wordt gebruikt en een verdubbeling van de opbrengst van de taks op effectenrekeningen. Om de concurrentiekracht van bedrijven te verhogen en onderzoek en ontwikkeling te stimuleren wordt de investeringsaftrek versterkt en de innovatieaftrek hervormd.

Btw-hervorming

Tot slot wil Van Peteghem werken aan een “duurzame en gezonde samenleving”. De btw-hervorming past daarin: het geharmoniseerde verlaagde tarief van 9 procent zou immers niet van toepassing zijn op groenten en fruit, geneesmiddelen, het openbaar vervoer en luiers, maandverbanden en tampons. Op al die zaken zou voortaan een tarief van 0 procent gelden. De accijnzen op tabak gaan dan weer de hoogte in en de subsidies op fossiele brandstoffen worden afgebouwd. 

Aan de maaltijdcheques, de belasting op de reële huurwaarde, of het stelsel van de bedrijfswagens, zaken die nochtans wel voorkwamen in de blauwdruk van professor fiscaal recht Mark Delanote, wordt voorlopig niet geraakt. Dat is iets voor de regeringsonderhandelingen na 2024, oordeelt Van Peteghem.

Eerste fase van hervorming

De minister maakt zich sterk dat zijn hervorming zo goed als budgetneutraal is, als er tenminste rekening wordt gehouden met “redelijke, door het Planbureau berekende” terugverdieneffecten. In casu gaat het vooral over een hogere werkzaamheidsgraad. Op kruissnelheid zou de hervorming 114 miljoen euro opleveren.

De plannen moeten echter niet bekeken worden als een manier om de putten in de begroting te vullen, waarschuwde Van Peteghem. “Wat voorligt, is een lastenverlaging van bijna 6 miljard euro gespreid over 2024, 2025 en 2026, als je niet naar die terugverdieneffecten kijkt.” Hoe dan ook gaat het wat de minister betreft nog maar om een eerste fase: een tweede fase moet volgens hem het voorwerp zijn van de regeringsonderhandelingen na de verkiezingen van 2024. Zaken als de invoer van een meerwaardebelasting, waarvoor de tijd nu ontbreekt, horen daar ook in thuis, klonk het.

De vraag blijft nu hoe ver de Vivaldi-regering voor mei 2024 nog wil en kan springen. Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert zei enkele weken geleden in Het Nieuwslad al dat de “grote hervorming waarmee je de mensen blij gaat maken” voor later is, Vooruit-voorzitter Conner Rousseau stelde afgelopen weekend zijn veto voor de verhoging van de btw op basisproducten.  “Iedereen mag veto’s stellen, maar als we dat allemaal doen, is er op het einde van de rit 0,0 euro netto meer”, benadrukte Van Peteghem. “Wat vandaag voorligt is een evenwichtig voorstel.” 

De minister wil zich niet vastpinnen op een deadline – “ik heb van Vlaanderen geleerd dat dat nooit een goed idee is”, grapte hij. De hervorming zou vanaf 1 januari 2024 moeten ingaan.

Lees meer over:

Partner Content