Filosoof Maarten Boudry: ‘Dit is niet het einde van de globalisering’
De coronapandemie heeft het vooruitgangsoptimisme van filosoof Maarten Boudry niet aangetast. De wereld zal zich herpakken van een tijdelijke corona-terugval, gelooft hij.
Eind januari verschijnt het zevende boek van de Gentse filosoof Maarten Boudry (36), Eerste hulp bij pandemie. Na samenwerkingen met zijn collega’s Johan Braeckman en Jeroen Hopster vond hij dit keer een schrijfbuddy in journalist Joël De Ceulaer. Beide auteurs lieten zich de afgelopen maanden niet onbetuigd in het publieke debat over de aanpak van de pandemie.
In uw vorige boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat schetste u de wetenschap als een soort proefondervindelijke vorm van zelfverbetering. U was de jongste maanden streng voor het beleid. Heeft een regering geen recht op zelfcorrectie?
MAARTEN BOUDRY. “Ik geloof in dat proces van zelfcorrectie, zowel in de politiek als in de wetenschap. In de politiek gaat het trager, omdat het echte evaluatiemoment pas de volgende verkiezingen zijn. Het probleem is dat een virus heel weinig bedenktijd geeft. Tijdens deze pandemie zijn de juiste inzichten wel gerijpt, maar ze kwamen altijd net iets te laat. Daardoor holden we achter de feiten aan.
“Uit deze crisis leren we dat we doortastend en snel moeten handelen, wanneer een potentiële ramp ons boven het hoofd hangt. Dat kan een groot verschil maken. Had ons land een paar dagen eerder de lockdown ingevoerd, dan waren er letterlijk honderden of zelfs duizenden doden minder geweest.”
Uw enige kritiek is dus dat onze politici te traag gereageerd hebben?
BOUDRY. “Ik maak een onderscheid tussen de eerste en de tweede golf. Het is begrijpelijk dat je niet meteen alles goed doet. De fouten van tijdens de eerste golf vind ik veel vergeeflijker. Je kunt aanvoeren dat de situatie nooit gezien was en dat een regering niet zomaar een lockdown kan afkondigen. Voor de tweede golf ligt dat anders. Toen wisten we wel waarmee we te maken hadden. Toch hebben onze beleidsmakers de zaak weer uit de hand laten lopen.”
Was het machtsvacuüm in afwachting van een nieuwe regering geen verzachtende factor?
BOUDRY. “België was op een bepaald moment het zwaarst getroffen land in Europa. Tijdens de tweede golf waren we wereldwijd de koploper. Zoals overal hebben pressiegroepen de druk opgevoerd: om de scholen niet te sluiten, om de horeca opnieuw te openen of om het toerisme toe te laten. Op zo’n moment heb je een daadkrachtige regering nodig, die niet zwicht voor de druk. Met de tandem Alexander De Croo en Frank Vandenbroucke hebben we die nu. Voor de regering-Wilmès gold dat veel minder.
“Voor Sophie Wilmès kun je verzachtende omstandigheden inroepen. Zij stond aan het hoofd van een regering in lopende zaken, was daar niet voor verkozen en had daar ook niet om gevraagd. Ze heeft zich terughoudender opgesteld. Maggie De Block wijs ik wel met de vinger. Zij was al langer minister van Volksgezondheid en heeft in vergelijking met buitenlandse ministers de kemels opgestapeld.
“Geen enkel Europees land heeft een tweede golf volledig kunnen vermijden, maar België is uniek in de manier waarop het in september de regels versoepelde, op een moment dat de curves weer stegen. Voor die noodlottige beslissing is De Block verantwoordelijk. En onrechtstreeks ook de door haar aangestelde versoepelbrigade, met mensen zoals de gezondheidseconoom Lieven Annemans. Er is niet één zwartepiet, maar het blijft schandelijk dat België twee keer op rij bij de zwaarst getroffen landen ter wereld was.”
De jongste weken blijkt toch dat in heel Europa het beleid faalt?
BOUDRY. “Heel Europa koos ervoor de curve af te vlakken. Die jojostrategie van versoepelen en verstrengen in functie van de ziekenhuiscapaciteit is dweilen met de kraan open. Beter was geweest de strategie van de Aziatische en de Oceanische landen te volgen: het virus de kop indrukken tot het aantal besmettingen zo laag is, dat de situatie goed beheersbaar wordt met tests en bron- en contactopsporing.
“Hadden we in mei in heel Europa doorgebeten, dan hadden we er in het najaar veel beter voorgestaan. In Australië zijn er wel weer sportieve wedstrijden en massa-evenementen met twintigduizend mensen. Nu is het te laat om nog voor die strategie te kiezen. De motivatie onder de bevolking is te laag.”
Wordt de coronacrisis een breuklijn voor de globalisering van de economie, zoals de oliecrisis van 1973 een keerpunt was, na drie decennia van spectaculaire economische groei?
BOUDRY. “Ik geloof niet dat dit het einde inluidt van de globalisering. Die redenering was dit voorjaar wel vaker te horen, maar het lijkt me wishful thinking van de antiglobalisten. Zodra het min of meer mogelijk is, zullen mensen weer reizen en zal de internationale handel aantrekken. De wereld zal eerder meer dan minder globaliseren.
“We worden wel een stukje terug in de tijd gekatapulteerd. Ik heb al vaker gehamerd op de spectaculaire daling van de armoede. Nooit eerder in de wereldgeschiedenis was die daling zo duidelijk als de afgelopen decennia. Zelfs de crisis van 2008 had relatief weinig impact op de mondiale armoede. Helaas zien we die evolutie nu voor het eerst in dertig jaar keren. De Wereldbank en de Verenigde Naties schatten dat een decennium van vooruitgang ongedaan is gemaakt. Op termijn verwacht ik dat we de draad weer zullen oppikken en dat de armoede weer zal dalen.”
Neemt naast de armoede ook de ongelijkheid toe?
BOUDRY. “Het is nog onduidelijk wat deze pandemie voor de ongelijkheid betekent. Ook rijke mensen hebben geld verloren. Iedereen is getroffen, maar het is nog onduidelijk in welke mate. Deze zomer las ik een interessant boek van Walter Scheidel. In The Great Leveler beschrijft hij de geschiedenis van de economische ongelijkheid door de eeuwen heen. Zijn stelling is dat alleen catastrofes, pandemieën, oorlogen en ontwrichtende revoluties in staat zijn de ongelijkheid drastisch te verkleinen.
“De ongelijkheid is veel minder belangrijk dan mensen denken. Het echte drama is dat de wereldwijde armoede is toegenomen. Ongelijkheid kan ook verminderen als kapitaal van de miljardairs wordt vernietigd, terwijl de armoede toeneemt. Dat is niet wenselijk. Andersom vind ik het goed nieuws als de ongelijkheid toeneemt, terwijl de armoede daalt.”
Intussen duiken de overheidsfinanciën dieper in het rood. Wordt een vermogensbelasting onvermijdelijk om de putten te vullen?
BOUDRY. “Ik ben er op zich voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Mensen die miljoenen scheppen, mag je zwaarder belasten dan nu het geval is. Onderzoek wijst uit dat meer belastingen de creativiteit niet fnuiken, tenzij ze buitensporig zwaar zijn. Een klein beetje meer afromen van miljardenwinsten heeft niet zo’n grote impact. Je kunt miljonairs prima redelijk belasten zonder in te boeten aan economische groei of innovatie. Een vermogensbelasting die werkt en ervoor zorgt dat kapitalen niet allemaal naar een belastingparadijs verdwijnen, lijkt in theorie dus rechtvaardig.
Had ons land een paar dagen eerder de lockdown ingevoerd, dan waren er letterlijk honderden of zelfs duizenden doden minder geweest
“Maar er is ook de kwestie van de haalbaarheid. Frankrijk heeft een miljonairsbelasting ingevoerd, maar omdat al het kapitaal naar het buitenland is vertrokken, werd ze al snel afgevoerd. Wellicht is een internationale aanpak nodig, om te vermijden dat iedereen naar een belastingparadijs verdwijnt.
“Ik bekijk de zaak het liefst pragmatisch: rijkdom is geen moreel kwaad. Sommige miljardairs, zoals Bill Gates, schenken enorm veel geld weg. Als iemand een voorstel heeft om de armoede op te lossen via een vermogensbelasting, dan vind ik dat de moeite. Maar als we het armoedeprobleem kunnen oplossen met private schenkingen en donaties aan goede doelen, dan vind ik dat ook goed. Het doel heiligt de middelen. We moeten gewoon de armoede bestrijden.”
En wat met de klimaatopwarming? Hoe passen de grenzen van wat onze planeet aankan in de voortschrijdende globalisering?
BOUDRY. “Ik ben een aanhanger van het ecomodernisme. Een van de belangrijkste concepten daarvan is het principe van ontkoppeling: je kunt economische groei loskoppelen van grondstoffengebruik en andere vormen van milieu-impact. Het is mogelijk economische groei te realiseren en tegelijk minder beslag te leggen op materiële grondstoffen. Voor een aantal grondstoffen zie je dat duidelijk: voor koper en aluminium is in de meest geavanceerde economieën de piek al voorbij. Boeken zijn ook een goed voorbeeld. Ik lees nu veel minder op papier, want ik heb een Kindle. Nu almaar meer zaken digitaliseren en dematerialiseren, denk ik niet dat we op de grenzen van de planeet zullen botsen.”
De pandemie veroorzaakte overal gedragswijzigingen. Zo nemen we vaker de fiets en staan er minder files.
BOUDRY. “Daarover ben ik toch iets pessimistischer. Het is deprimerend hoe beperkt de impact maar is. De mondiale CO2-uitstoot zou met 7 procent zijn gedaald. Blijft er iets hangen van die gedragswijzigingen? Misschien zullen mensen iets minder vliegen voor zakenreizen, maar het omgekeerde is even plausibel. De roaring twenties van de twintigste eeuw waren mogelijk een effect van de Spaanse griep. Op het moment dat de Eerste Wereldoorlog achter de rug was, volgde een pandemie die miljoenen mensenlevens eiste. Wie ook daaraan ontsnapte, zou uitbundiger en extravaganter zijn gaan consumeren en reizen. Ik vermoed dat een bepaald segment van de bevolking nu exact dat gedrag van uitgestelde consumptie zal vertonen.
De ongelijkheidskwestie is veel minder belangrijk dan mensen denken. Het echte drama is dat de wereldwijde armoede is toegenomen
“Ik zie de pandemie daarom veeleer als een experiment, dat toont hoe zelfs een enorme economische contractie, die honderd miljoen mensen opnieuw in de extreme armoede duwt, slechts een teleurstellende CO2-vermindering bewerkstelligt. Het is een andere manier om te beseffen dat het klimaatprobleem nog veel groter is dan we dachten.”
In de Verenigde Staten raakte Donald Trump niet herverkozen als president. Is dat voor de klimaatproblematiek een goede zaak?
BOUDRY. “Voor de klimaatproblematiek zal het contrast wellicht minder groot zijn dan sommige klimaatactivisten hopen. Zelfs zonder een klimaatontkenner als president blijft de opwarming van de aarde een ontzagwekkende uitdaging.
“Maar dat Trump de verkiezingen heeft verloren, is bijna het enige goede nieuws van 2020. De aanvankelijke verkiezing kon je nog beschouwen als een vergissing, omdat de Amerikanen nog niet wisten waar ze aan toe waren. Een herverkiezing had het publieke en het internationale aanzien van de Verenigde Staten permanent geschaad. Dat is trouwens voor een stuk nu al zo, na de schandelijke bestorming van het Capitool in Washington.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier