Fietsende filosoof Guillaume Martin: ‘Ik geloof niet in de natuurlijke leider’

© Hans Lucas via AFP
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Hoe kun je opkomen voor jezelf, zonder een egocentrische bullebak te worden? Het is een van de vragen waar Guillaume Martin, filosoof en kopman van de Franse Cofidis-ploeg in de Ronde van Frankrijk, over reflecteert aan de hand van zijn ervaringen in het peloton. In een boek pleit hij voor een authentiek egoïsme. “Je kunt je niet ontwikkelen als je geen waardevolle relaties aangaat met anderen.”

Vrijdag ging in de Deense hoofdstad Kopenhagen de 109de Tour de France van start. Guillaume Martin, de kopman van de Franse Cofidis-ploeg, neemt voor de zesde keer op rij deel aan die rittenwedstrijd, waarin hij vorig jaar achtste eindigde. Met zijn 55 kilogram voor 1,73 centimeter is hij het prototype van de klimmer. Maar Martin is niet alleen profrenner, hij haalde ook een master filosofie. Tijdens lange trainingsritten luistert de Fransman vaak naar de podcast van Les chemins de la philosophie, een programma van de radiozender France Culture, waarin hedendaagse filosofen te gast zijn. Martin zat er ook zelf al eens achter de microfoon, na de publicatie van zijn eerste boek, Socrate à vélo, in 2020. Toch spreekt hij niet graag over zichzelf als filosoof. “Dat klinkt zo gewichtig als titel. Ik ben een wielrenner, dat is mijn beroep. Maar als je dat beroep doet, heb je inderdaad wel tijd om te filosoferen, zeker tijdens de lange trainingsdagen”, lacht hij. Martin heeft ondertussen een tweede boek gepubliceerd, waarin hij parallellen trekt tussen het peloton en de samenleving. Het is net vertaald naar het Nederlands.

Alles wat gebeurt in de samenleving, zie je in het extreme terug in de sport. Sport is het ongefilterde leven

U hebt eens gezegd dat de filosofie u niet helpt om een betere renner te worden. Maar misschien helpt het wielrennen wel om een betere filosoof te worden?

GUILLAUME MARTIN. “Ik denk inderdaad dat wat je beleeft op de fiets een weerspiegeling van het leven is. Daarom heb ik ervaringen uit de koers verwerkt in dat boek. Alles wat gebeurt in een mensenleven of in de samenleving, zie je in het extreme terug in de sport. Sport is het ongefilterde leven. Je daagt elkaar uit, je gaat verbanden en vriendschappen aan, die vaak dieper gaan dan die in het gewone leven. Daarom is het peloton een interessante metafoor om menselijke relaties te doorgronden.”

Wat hebt u in het peloton geleerd over het gewone leven?

MARTIN. “Het bijzondere aan wielrennen is dat het een individuele sport is die toch in teamverband wordt beoefend. Dat spanningsveld maakt het erg interessant. Als wielrenner fiets ik voor mezelf, maar ik fiets ook voor mijn ploeg, en voor de sponsors die de ploeg financieren, dus die belangen moet je ook verdedigen. En soms moet je je persoonlijke belang opofferen voor het goed van het team of de sponsor. Maar tegelijk kun je jezelf niet altijd wegcijferen. Het is zonde als je aan het eind van je carrière moet denken: was ik maar wat meer voor mezelf opgekomen en mijn eigen kans gegaan. Dus is het belangrijk dat evenwicht en die gulden middenweg te vinden, zoals Aristoteles al wist.

“Zo werkt het ook in de maatschappij. Ieder individu is betrokken in organisaties, in groepen, in bedrijven. Maar als je alleen aan het belang van de groep of het bedrijf denkt, kun je nooit jezelf ontwikkelen en word je ongelukkig. Dat gebeurt zeker in ondernemingen, maar ook in organisaties met vrijwilligers. Je doet iets voor de goede zaak, omdat je idealen hebt, maar ook omdat je je daar zelf goed bij voelt, dat kan perfect samengaan. Dat spel tussen individualisme en het collectief wilde ik beschrijven aan de hand van wat ik beleef in het peloton.”

Met als idee: individualisme en collectivisme hoeven geen tegengestelden te zijn?

MARTIN. “Er zijn twee extremen. Er is het absolute individualisme dat volledig is geconcentreerd op zichzelf. Dat is nihilistisch. Het is vanuit moreel opzicht niet goed, maar het is ook niet goed voor jezelf, want je kunt je niet ontwikkelen als je geen waardevolle relaties aangaat met anderen. Maar het andere uiterste, het extreme altruïsme, is ook niet de weg die we moeten bewandelen. Want als je jezelf vergeet, krijg je op den duur spijt. Dus je moet ook een beetje voor jezelf leven.”

Dat evenwicht vinden, kun je dat leren?

MARTIN. “Dat denk ik zeker, maar je leert het niet uit boeken. Ik zie van die managementboeken liggen in de boekenwinkel, of lees over conferenties die managers volgen over hoe je je moet gedragen als baas. Maar volgens mij is dat iets wat je al doende leert, op de werkvloer, op een bijna organische manier. Leidinggeven is een soort kracht die je moet leren voelen. Dat is ook zo voor een renner, zeker voor een kopman. De eerste keer dat je mee bent in een ontsnapping, zul je altijd te veel meewerken, en dan verlies je, omdat je aan het einde te moe bent. De volgende keer zal je al wat slimmer rijden.”

Wielrennen is de kunst om te profiteren van de kracht van anderen. Eerst het bord van een ander leegeten, zoals wielercommentator José De Cauwer zegt?

MARTIN. “Ja, maar niet alleen dat. Als je alleen maar profiteert, nooit eens overneemt, nooit eens een demarrage countert, altijd hulp gaat vragen aan je sportdirecteur, zullen je medevluchters dat op een bepaald moment niet meer pikken. Dan is de organisatie weg en komt het peloton snel terug. Dus je moet profiteren, maar op een respectvolle manier, en op de juiste momenten ook geven. Alleen zo kun je een win-winsituatie creëren. En dat is niet zo eenvoudig, want er zijn geen vaste regels voor. Het hangt af van je medevluchters, van het parcours, van je vorm van die dag. Het is een gecompliceerd en subtiel spel.”

Een leider moet zijn statuut altijd ter discussie stellen en accepteren dat hij uitgedaagd wordt

Ook omdat de tegenstander van nu straks weer een potentiële medestander kan zijn?

MARTIN. “Dat ook, en wat op de fiets interessant is, is dat er verschillende belangen spelen, zeker in een rittenkoers zoals de Tour. De een wil de dagzege, de ander een goed klassement of punten voor het bergklassement. Die belangen gaan soms goed samen, maar vaak ook niet. Dan zit er iemand die iets helemaal anders wil, voor zichzelf of voor een kopman. Er zijn verschillende manieren om te winnen in een rittenkoers, en dat maakt het wielrennen interessant.”

Dus is het ook belangrijk op de hoogte te zijn van de belangen van je tegenstanders?

MARTIN. “Absoluut, je moet goed geïnformeerd zijn, of het goed aanvoelen. Hoe beter je op de hoogte bent van de belangen van de tegenstander, hoe meer je erop kunt inspelen en er gebruik van kunt maken om samen te werken.”

U hebt het ook vaak over leiderschap. Welke eigenschappen moet een goede leider hebben?

MARTIN. “Dat is echt moeilijk. Er zijn verschillende soorten leiderstypes die goed kunnen werken, dat hangt ook weer af van het team, de situatie, en het karakter en het temperament van de leider. Het is makkelijker te zeggen wat een slechte leider is. In het boek geef ik het voorbeeld van Lance Armstrong, hij is voor mij de echte antikampioen. Hij gedroeg zich als een tiran, wilde de anderen in en buiten zijn team zijn wil opleggen, en creëerde binnen zijn team een soort terreurbewind. Dat soort leiders zie je soms ook in bedrijven. Maar dat duidt op een gebrek aan vertrouwen, zowel in jezelf als in je team. Dat loopt uiteindelijk slecht af.

Fietsende filosoof Guillaume Martin: 'Ik geloof niet in de natuurlijke leider'
© Hans Lucas via AFP

“Ik geloof niet in de natuurlijke leider, niet op de fiets en niet in een bedrijf. Het is een situatie die ontstaat, soms op basis van verdienste, maar vaak ook arbitrair, artificieel. Je mag nooit denken dat er een waardeverschil bestaat tussen een leidinggevende en zijn medewerkers, of tussen een kopman en zijn teamgenoten. Ze zijn even belangrijk, en even afhankelijk van elkaar. Een leider moet het goede voorbeeld geven, maar ook altijd zijn statuut ter discussie stellen en accepteren dat hij uitgedaagd wordt, bijvoorbeeld aan de start van een nieuw seizoen. Misschien is er een andere renner die een betere kopman kan zijn. Dat zou in een bedrijf ook zo moeten zijn: meer kansen om de leider uit te dagen, meer wissels.”

U merkt ook een crisis in het leiderschap, vooral in de politiek. U verwijst daarbij naar Donald Trump, de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, de brexit. Ook daar ziet u een vergelijking met het peloton.

MARTIN. “We leven in een maatschappij die veel waarde hecht aan de kracht van het collectief. Maar ik denk dat dat soms gevaarlijk kan zijn en dat je moet accepteren dat het collectief of de meerderheid niet altijd gelijk heeft. Dat is natuurlijk een probleem, want zo zet je vraagtekens achter een van de fundamenten van onze democratie. Wij vinden dat het volk slim genoeg is en altijd gelijk heeft. Maar als ik kijk naar de waarden waarin ik geloof, vind ik het geen goede zaak dat iemand als Trump aan het hoofd van het machtigste land ter wereld kan komen. Dat plaats ik vraagtekens achter dat hele idee van collectieve intelligentie.

Je mag nooit denken dat er een waardeverschil bestaat tussen een leidinggevende en zijn medewerkers. Ze zijn even belangrijk, en even afhankelijk van elkaar

“Dat zie je ook bij ontsnappingen in een koers: je weet hoe die kopgroep zich logisch bekeken zou moeten gedragen om vooruit te blijven, maar toch gebeurt het niet. Dat is omdat het vaak makkelijker is iets op een afstand te analyseren dan te handelen op het moment zelf. Dat is ook het dilemma van de klimaatopwarming. Rationeel weten we dat er veel moet gebeuren, alleen handelen we er niet altijd naar. Het grotere probleem is dat ik daar niet meteen een duidelijke oplossing voor zie” (lacht).

Daar gaat mijn volgende vraag…

MARTIN. “Ik kan alleen antwoorden met een uitspraak van Winston Churchill: de democratie is het minst slechte van alle regimes. Maar ik denk dat het goed is ons bewust te zijn van het falen van die collectieve intelligentie, daar kritisch tegenover te staan en ons te concentreren op de zaken die we wel kunnen oplossen. Je moet misschien niet de wereld willen veranderen, maar je kunt je wel richten op de wereld om je heen, je buren, je vrienden, je teamgenoten of je collega’s. Daar gezonde relaties proberen aan te gaan om iets te bereiken, is het beste wat je kunt doen, denk ik.”

Is dat wat u bedoelt met ‘authentiek egoïsme’?

MARTIN. “Precies, en dat begrip gebruik ik als tegenstelling van egocentrisme. Authentiek egoïsme betekent dat je vanuit een eigen bewustzijn relaties aangaat met anderen en met de natuur, want er zit voor mij ook een ecologisch aspect aan dat begrip. Nu worden veel dingen opgelegd van hogerhand: je moet dit en je mag niet dat. Dat is overweldigend, het werkt verlammend, waardoor mensen zich machteloos voelen. Dus kun je beter bescheiden zijn, maar vanuit die bescheidenheid actie ondernemen met de mensen om je heen. En natuurlijk, we zijn falende wezens, dat moeten we aanvaarden, maar we kunnen er wel aan werken om onze onvolkomenheden te beheersen. Dat is net de rijkdom van de mens: leven vanuit een persoonlijke ethiek die eerlijk en respectvol is voor mens en milieu. Dat zal misschien de wereld niet redden, maar niemand wordt er slechter van, en je kunt als een trots mens door het leven gaan, trouw aan je idealen, en ‘s avonds tevreden in de spiegel kijken.”

Om de vergelijking met het wielrennen weer te maken: je kunt het peloton ondergaan, of je kunt het mee vormgeven.

MARTIN. “Dat is het helemaal. Als je het peloton bekijkt als een massa zonder persoonlijkheden, is het angstaanjagend. Maar als je een gesprek aanknoopt met de renner naast je, en dan weer met een volgende renner, dan maak je deel uit van de groep en bouw je relaties op. Dat is al veel minder angstaanjagend. En toch is het hetzelfde peloton.”

Guillaume Martin: Het peloton en ik. Een filosofie van de mens in de massa, Uitgeverij Balans, 192 blz., 21,99 euro

Bio

· Geboren in 1993 in Parijs

· Behaalde in 2015 een master in de filosofie aan de universiteit Paris-Nanterre

· Is profrenner sinds 2016, eerst bij het Belgische Wanty-Gobert, sinds 2020 voor Cofidis

· Was vorig jaar 8ste in de Tour en 9de in de Vuelta, waar hij ook het bergklassement won

· Debuteerde dit voorjaar in de Giro met een 14de plaats

· Publiceerde in 2020 zijn eerste boek: Socrate à vélo, een filosofische Tour de France

· In 2021 volgde La société du peloton, net in het Nederlands verschenen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content