Waarom offeren we onze energie-intensieve industrie op zonder dat het klimaat daar beter van wordt? Industriëlen, energiebonzen, beleidsmakers en economie bogen zich vrijdag over die netelige kwestie tijdens een congres over de energietoekomst van Europa. Het werd georganiseerd ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de denktank Bruegel, in samenwerking met de Nationale Bank.
Een dodelijke drietand belaagt de Europese industrie. Aardgasprijzen zijn nog altijd drie tot vier keer duurder dan in de Verenigde Staten. China heeft zich ontpopt van een belangrijke klant naar een geduchte concurrent die de Europese markt overspoelt met goedkope producten. En in vergelijking met de internationale concurrentie krijgt de Europese industrie ook het strengste klimaatbeleid in de maag gesplitst. Vooral de energie-intensieve industrie, goed voor 15 à 20 procent van de Europese emissies, staat op omvallen.
Wouter Bleukx, directeur bij het internationale chemiebedrijf Ineos, met twaalf vestigingen in België, zette de toon op het event van Bruegel: “Tot 2015 investeerden we vooral om te groeien. Sinds 2015 investeren we vooral om minder uit te stoten bij een gelijke productie. Nu proberen we het einde van het jaar te halen. De productie daalt heel snel in Europa. De bezettingsgraad is te laag om winstgevend te zijn. We zijn niet meer competitief door de hoge energiekosten. Elektriciteit is in Europa minstens dubbel zo duur als in de VS. Aardgas is hier drie tot vier keer duurder. We voelen dat elke dag, omdat we op internationale markten concurreren. Daarbovenop torsen we in Europa de hoogste koolstofkosten. We hebben in België een fabriek die pvc produceert. Mochten we die in de VS produceren, dan besparen we 70 miljoen euro, waarvan 50 miljoen euro te wijten is aan hogere energieprijzen en 20 miljoen euro aan een hogere koolstofprijs.”
Europa verlaagt haar koolstofafdruk niet door de industrie af te bouwen.
Europa is de voorbije jaren in plaats van een netto-exporteur van plastics een netto-importeur geworden. “Dat helpt het klimaat niet vooruit”, zegt Wouter Bleukx. “De invoer uit de VS is dubbel zo koolstofintensief, die uit China drie keer. Europa verlaagt dus haar koolstofafdruk niet door de industrie af te bouwen. Die neemt toe omdat de hogere invoer uit de VS en China onze consumptie koolstofintensiever maakt. We sluiten onze ogen voor die realiteit.”
Industrie smeekt om ademruimte en steun
De Europese industrie raakt geplet tussen de VS en China. De VS genieten van lage energieprijzen en president Donald Trump beschermt er de industrie tegen unfaire concurrentie. China versnelt met royale staatssubsidies de uitbouw van de petrochemische productiecapaciteit. Wouter Bleukx: “Vorig jaar werd nog 1 procent van het Europese pvc-verbruik ingevoerd, nu al 15 procent, tegen importprijzen waarvan wij enkel kunnen dromen. Ze zijn lager dan onze variabele kosten. Volgend jaar zullen we 30 procent importeren. Zodra dat 50 procent wordt, zal de productie stoppen in Europa. En zonder basischemie zal Europa zéér afhankelijke worden van de rest van de wereld.”
De industrie smeekt om ademruimte en steun. Wouter Bleukx: “Ik wil niet overdreven negatief zijn, maar zonder steun is een groot deel van onze industrie weg in Europa. Alle grote chemiebedrijven sluiten vestigingen en herstructureren, om te overleven. We hebben nood aan lagere energieprijzen, lagere koolstofprijzen, een faire internationale handel, investeringssteun om te decarboniseren en een eenvoudiger regelgevend kader. In Noorwegen hebben we een prachtig elektrificatieproject geschrapt. Hoewel het voor 60 procent gesubsidieerd werd, was er geen sluitend businessplan. Zover is het gekomen.”
Klimaatneutraliteit blijft de noordster
Ook Pierre Wunsch, die als gouverneur van de Nationale Bank ook naam maakt als klimaateconoom, trekt aan de alarmbel. “Met de lancering van de Europese Green Deal leken we enkele jaren geleden op de goede weg om de klimaatambities te halen, met een koolstofprijs als belangrijkste hefboom. De wereld is echter veranderd. Andere regio’s volgen niet en leveren minder inspanningen. Onder het huidige klimaatbeleid is de Europese energie-intensieve industrie stervende. Een koolstofprijs is een goed idee, het probleem is dat de concurrentie dat niet of minder doet.”
‘Ons klimaatoptimisme is gebaseerd op technologie die uit China komt. Dat is een probleem, zeker als ik de Chinese president Xi Jinping en de Russische president Vladimir Poetin naast elkaar zie staan tijdens een militaire parade’
De industrie kreeg na fel protest intussen een Clean Industrial Deal, met meer aandacht voor de concurrentiekracht. In de klimaatdoelstelling richting 2040 bouwt Europa meer pragmatisme en flexibiliteit in. “Maar klimaatneutraliteit tegen 2050 blijft de noordster van ons beleid”, zegt Kurt Vandenberghe, directeur-generaal Climate Action van de Europese Commissie. “We houden deze koers vast. Stabiliteit is zeer belangrijk voor investeerders. Om de klimaatdoelstellingen te halen, moet Europa per jaar 2 procent van het bbp extra investeren. Nu bedraagt de investeringsgraad van de Europese economie 22,5 procent. We moeten naar een kleine 25 procent.”
“We doen dit om onze welvaart te beschermen”, zegt Kurt Vandenberghe. “We proberen te voorkomen wat Charleroi overkomen is. Charleroi was honderd jaar geleden de meest innovatieve staalregio, maar bij gebrek aan investeringen verloor het die positie. Ons klimaatbeleid is geen succes als de industrie teloorgaat. We willen ook de energie-intensieve industrie behouden. We zijn intussen wel de fase voorbij dat de Commissie zegt wie wat en hoe moet doen. Dat voorschrijfgedrag heeft plaats gemaakt voor technologieneutraliteit. We kijken daarom veel relaxter naar kernenergie.”
Laatste loodjes zijn onbetaalbaar
Experts maken zich vooral zorgen over de laatste loodjes. De ban van de laatste 20 procent emissies om net zero te bereiken, wordt op basis van de huidige technologieën een peperdure uitdaging. “Een groot deel van de klimaatinvesteringen is zinvol. Je kunt grote delen van de economie tegen een lage of zelfs negatieve kostprijs koolstofvrij maken. Ook in termen van luchtkwaliteit en strategische autonomie is dit beleid zinvol, ook als de VS niet volgen. Het is relatief gemakkelijk de uitstoot van de gezinsconsumptie te verminderen, maar voor de industrie is het heel moeilijk. Ik herhaal, met dit beleid zal de Europese zware industrie uitsterven”, zegt Pierre Wunsch.
De waterstofzeepbel is gebarsten.
De eerste generatie van technologie is fors in prijs gedaald en heeft meer succes dan verwacht. Zonnepanelen, warmtepompen en batterijen laten een betaalbare elektrificatie van mobiliteit en woningverwarming toe. “Maar we moeten over China praten”, zegt Pierre Wunsch. “Ons klimaatoptimisme is gebaseerd op technologie die uit China komt. Dat is een probleem, zeker als ik de Chinese president Xi Jinping en de Russische president Vladimir Poetin naast elkaar zie staan tijdens een militaire parade. China domineert de waardeketen van zeldzame aardmaterialen. Ze hebben dat jarenlang gepland en wij hebben daar niet op gereageerd.”
Om de zware industrie op een betaalbare manier koolstofvrij te maken, is een tweede generatie van technologie nodig”, zegt Pierre-Laurent Lucille, de hoofdeconoom van Engie. “Ik denk aan hernieuwbaar gas, waterstof of de afvang van koolstof. De onzekerheid daarover is nog groot. Als we er tegen 2035 niet in slagen die technologieën op toerental te krijgen en de kosten te verlagen door ze op grote schaal in te zetten, zijn de emissiedoelstellingen van 2040 en 2050 onhaalbaar.
De Europese Commissie zag lang waterstof als reddende engel voor de zware industrie. “Maar die zeepbel is gebarsten”, zegt Pierre Wunsch. “De zware industrie moet een beroep doen op de afvang en de opslag van koolstof, maar dat is nog duur. Reken op 200 euro per ton CO2. Om naar net zero te gaan heb je finaal zelfs een koolstofprijs van wellicht 800 euro per ton nodig. Als je die prijs oplegt, breekt een revolutie uit. Je kunt de koolstofprijs geleidelijk verhogen, maar dan ben je te laat om de klimaatdoelstellingen te halen.”
