Europese Commissie: ‘Belgische overheidsuitgaven mogen maximaal 2,6 procent per jaar stijgen’

Formatuer Bart De Wever © Belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Europese Commissie maant België aan om de stijging van de overheidsuitgaven te beperken tot 2,6 procent per jaar in een saneringstraject gespreid over zeven jaar. Zonder structurele hervormingen mogen de uitgaven slechts met 2,2 procent per jaar toenemen. Dat strenge dieet betekent een trendbreuk met het verleden.

Zoals bekend heeft de Europese Commissie een strafprocedure opgestart tegen België om de kaduke overheidsfinanciën opnieuw in het gareel te krijgen. Tegen 20 september, of ten laatste tegen half oktober, moet België aan Europa een budgettair plan presenteren dat het tekort op middellange termijn tot ruim onder 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) duwt. Dat wordt een pittige oefening. Bij ongewijzigd beleid stijgt dat tekort naar 6,5 procent van het bbp tegen 2029. Op de stoep van de Wetstraat 16 ligt een saneringsoperatie van bijna 30 miljard euro.

België krijgt budgetmeter

De Europese Commissie heeft een duidelijke mening over het te volgen begrotingsbeleid en overhandigde België in het kader van de nieuwe Europese begrotingsregels op 21 juni een referentietraject voor de begroting. Het gaat om een saneringstraject van vier jaar (voor de periode 2025-2028) of van zeven jaar (voor de periode 2025-2031). Een gespreide sanering over zeven jaar mag van Europa als België voldoende hervormingen realiseert die Europa aanbeveelt. Het gaat daarbij vooral om hervormingen in de pensioenen, de fiscaliteit en op de arbeidsmarkt.

Dat traject is nieuw in het Europese begrotingskader, is op maat gemaakt van elke lidstaat en moet de houdbaarheid van de schuld op middellange termijn verzekeren. Nieuw is ook dat een uitgavennorm, of een maximale stijging van de uitgaven, dé sleutelvariabele wordt. De begrotingszondaars krijgen als het ware een budgetmeter, wat voor België geen overbodige luxe is, gezien de snelle stijging van de overheidsuitgaven aan de basis ligt van de ontsporing van de begroting. De Europese Commissie zal België enkel evalueren op het naleven van die uitgavengroeinorm, en niet op basis van de evolutie van het begrotingstekort of van de schuldratio. Een belangrijk detail is dat afwijkingen op het aanbevolen traject niet langer worden kwijtgescholden, maar in de volgende jaren moeten worden goedgemaakt.

Europa legt streng dieet op

In een vandaag gepubliceerd advies van de Hoge Raad van Financiën duikt het begrotingstraject op zoals de Europese Commissie dat op 19 juni overhandigde aan België. In het traject van vier jaar legt de Europese Commissie een netto-uitgavenstijging met maximaal 2,2 procent per jaar op. Die stijging van de uitgaven resulteert in een verbetering van het structurele primaire begrotingssaldo met 0,7 procent per jaar. In het traject van zeven jaar mogen de uitgaven jaarlijks hooguit met 2,6 procent per jaar stijgen. Dat levert een verbetering met 0,5 procent per jaar op.

Lees verder onder de grafiek

Een maximale stijging van de overheidsuitgaven met jaarlijks 2,6 procent impliceert pittige besparingen. Uitgaande van een inflatie van gemiddeld 2 procent betekent dit dat de reële uitgaven nog maar met 0,6 procent per jaar mogen stijgen, op een ogenblik dat de vergrijzingskosten snel toenemen. Dit jaar bijvoorbeeld stijgen de overheidsuitgaven nog met 4 procent. Bij ongewijzigd beleid verwacht het Monitoringcomité dat de uitgaven in de periode 2025-2029 ook ongeveer 4 procent per jaar stijgen. Het terugdringen van de uitgavengroei met 1,4 procentpunt komt overeen met een inspanning van ongeveer 5 miljard euro per jaar. Een saneringstraject over vier jaar zou de volgende regeringen tot nog grotere besparingen veroordelen.

Een uitgavengroei van 2,6 procent betekent ook een trendbreuk met het verleden. De voorbije jaren, om niet te zeggen decennia, stegen de overheidsuitgaven systematisch sneller dan het bbp. Begin deze eeuw schommelden de overheidsuitgaven nog rond 43 procent van het bbp, dit jaar is dat al gestegen naar 55 procent. Bij ongewijzigd beleid zal dat nog stijgen naar 56 procent tegen 2029. De Europese begrotingsregels moeten voor een kentering zorgen. De Hoge Raad voor Financiën rekent de volgende jaren op een jaarlijkse groei van het nominale bbp met 3,4 procent, bij een uitgavennorm van 2,6 procent. De uitgaven mogen dus niet langer sneller stijgen dan het bbp. Voor elke 100 euro dat het bbp toeneemt in de periode 2025-2031, mogen de gezamenlijke overheden slechts 76 euro extra uitgeven in het saneringstraject over zeven jaar.

Verdeling van de inspanning

Dit saneringstraject, zoals aanbevolen door Europa, is een traject voor de gezamenlijke overheid. De Hoge Raad van Financiën doet ook een aanbeveling hoe die inspanning verdeeld kan worden over de overheden in dit land. De Hoge Raad kiest voor een verdeelsleutel op basis van de som van de totale uitgaven en de eigen ontvangsten van een overheid. Niet alle overheden zullen even gelukkig zijn met het resultaat.

Voor het geheel van de federale overheid en de sociale zekerheid brengt de verdeling van de inspanning een beetje soelaas. In het traject van zeven jaar mogen de primaire uitgaven op dit niveau met 2,7 procent per jaar stijgen. De deelstaten staan voor een grotere inspanning. Voor Vlaanderen beveelt de Hoge Raad een uitgavennorm van 2,4 procent per jaar aan. Voor het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap mogen de uitgaven niet sneller stijgen dan respectievelijk 1,1 procent en 1,2 procent. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest is helemaal de pineut, want de uitgaven mogen er helemaal niet stijgen. Dat impliceert in reële termen een besparing van 2 procent per jaar. Dat zou een bijzonder harde noot om kraken zijn.

Die verdeelsleutel is een aanbeveling van de Hoge Raad van Financiën. Overheden kunnen uiteraard onderhandelen hoe de inspanning verdeeld wordt, maar vrijbuitersgedrag kan dit land zich niet meer veroorloven. “Het nieuwe begrotingskader biedt een uitgelezen kans om het Belgische begrotingskader grondig te herzien en meer bindend te maken. België heeft nood aan een intern Stabiliteits- en Groeipact met bindende begrotingsregels voor alle entiteiten. Er is ook een evaluatie van het gevoerde beleid met sanctiemogelijkheden en een sterke begrotingsinstelling nodig”, besluit de Hoge Raad van Financiën in haar advies.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content