Europa zit vol vuile subsidies
Alle groene en duurzame ambities van de Europese Commissie dreigen een maat voor niets te worden, als ze de subsidies voor fossiele brandstoffen in Europa niet aanpakt. Maar de lidstaten hebben weinig zin om ze terug te schroeven.
In al haar groene ambitie, waarvan de Green Deal het ultieme symbool is, botst Europa op één groot obstakel: fossielebrandstofsubsidies. Alle lidstaten hebben aanzienlijke subsidies voor het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals steenkool, bruinkool, gas en olie. Die geldstromen bedragen een veelvoud van de 55 miljard euro die de Europese Commissie als officieel cijfer naar voren schuift. Dat blijkt uit onderzoek van het pan-Europese journalistencollectief Investigate Europe en Trends, die alle fossiele brandstofsubsidies in alle lidstaten op een rij hebben gezet. De EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk geven jaarlijks 133 miljard euro financiële steun aan het verbruik van fossiele brandstoffen. Ter vergelijking: de Europese jaarbegroting bedraagt zo’n 155 miljard euro. De landen geven daarmee per jaar evenveel uit aan subsidies voor olie, gas en kool als ze bijdragen aan de Europese begroting.
In absolute cijfers is Duitsland de koploper met 34 miljard euro per jaar. Daarna volgen het Verenigd Koninkrijk (19 miljard), Italië (18 miljard) en Frankrijk (17,5 miljard). België staat op plaats zes met 6,8 miljard euro.
Slechte leerling
Een kanttekening voor ons land zijn de salariswagens. De schattingen lopen uiteen over hoeveel die bijdragen aan extra brandstofverbruik, maar volgens de Europese Commissie loopt de Belgische schatkist door de salariswagen jaarlijks 3,7 miljard euro mis. Dat betekent dat België 597 euro per inwoner uitgeeft aan fossiele brandstofsubsidies. In verhouding tot het aantal inwoners komt ons land er als slechtste uit.
Het merendeel van die subsidies in ons land en de rest van Europese Unie verlopen onrechtstreeks, via lagere belastingtarieven en accijnzen op stookolie, gas en andere fossiele brandstoffen. De grootste subsidiepot aan belastingvoordelen is voor de luchtvaart (29 miljard euro per jaar), met onder andere nultarieven op kerosine en verlaagde btw-tarieven voor vluchten. De tweede grootste subsidie is die voor benzine en diesel (28 miljard). Op plaats drie staat de Europese emissiehandel, waarmee lidstaten jaarlijks 18 miljard euro steun geven via gratis uitstootrechten.
Zelfs bruinkool krijgt subsidie
Al die subsidiestromen weerhouden Europa ervan haar klimaatdoelen te halen. Tegen 2030 wil ze 40 procent minder uitstoten dan in 1990. Waarschijnlijk wordt dat zelfs 55 procent. En tegen 2050 wil Europa klimaatneutraal zijn. Dat is niet haalbaar als die subsidies blijven bestaan, zegt Eurocommissaris Frans Timmermans, die verantwoordelijk is voor de Green Deal. “Ze zullen uitgefaseerd worden.”
Alleen blijken de lidstaten daar niet veel zin in te hebben. Eind vorig jaar moesten alle lidstaten een nationaal energie- en klimaatplan (NEKP) indienen bij de Europese Commissie. Daaraan moesten ze een inventaris van alle fossiele brandstofsubsidies toevoegen en een plan om die uit te faseren. Vrijwel geen enkel land heeft daaraan voldaan. Vijf lidstaten hebben geen NEKP ingediend. Van de overige 22 hadden slechts 16 een onvolledige lijst met alle fossiele subsidies. België was daar niet bij. En geen enkele lidstaat kwam met een plan om fossielebrandstofsubsidies op termijn te doen uitdoven.
Dat toont aan hoe hardnekkig het gebruik van die brandstoffen nog ingebed zit in de Europese economieën. Dat hoeft niet te verrassen, aangezien de meerderheid van de EU-lidstaten producenten van olie en gas zijn.
Zelfs steen- en bruinkool genieten nog aanzienlijke financiële steun. In Duitsland, Spanje en Oost-Europa vloeit daar jaarlijks meer dan 3 miljard euro aan subsidies naartoe. “Kool is de meest vervuilende fossiele brandstof”, zegt Jos Delbeke. Als voormalig Directeur-Generaal voor Klimaat in Europa geldt hij als de architect van het huidige Europese klimaatbeleid.
“Je mag niet onderschatten hoe de toetreding van Oost- en Centraal-Europa het energiedebat heeft veranderd”, voegt hij toe. “Die landen hadden nauwelijks een klimaatbeleid en werden dan deel van een club waarin dat wel belangrijk was. Dat vergemakkelijkte het politieke debat niet. Maar we moeten ook erkennen dat zij een belangrijke ommezwaai hebben gemaakt. Ze hebben al een hele weg afgelegd in de uitfasering van fossiele brandstoffen.”
Patstelling
Het grote probleem voor Europa is dat het merendeel van die brandstofsubsidies verlopen via belastingvoordelen en dat alle lidstaten unaniem moeten stemmen over veranderingen in het Europese belastingbeleid. De Europese richtlijn voor energiebelastingen van 2013 kan die subsidies aanpakken, maar elke poging om ze te herzien en de Europese minimumbelasting voor energieverbruik te verhogen, is tot nu mislukt. Altijd lagen lidstaten dwars. “De verhoging van dat minimumtarief is een belangrijk debat, maar nog belangrijker is de aanpak van alle uitzonderingen in de richtlijn, zoals de belastingvrijstelling voor kerosine of het dieselverbruik in de zeevaart”, zegt Delbeke. De Commissie plant tegen midden volgend jaar een herziening van de richtlijn.
De unanimiteitsregel voor het belastingbeleid leidt volgens Delbeke tot een patstelling in de uitfasering van brandstofsubsidies. Een mogelijke uitweg is dat sommige lidstaten zelf afspraken maken om hun energiebelastingen te harmoniseren. “Als enkele grote lidstaten afspreken een kleine heffing op kerosine in te voeren, verhoogt de druk op andere lidstaten om dat ook te doen. Dat kan de uitfasering versnellen.”
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Investigate Europe.
133 miljard
euro vloeit in Europa jaarlijks naar subsidies voor fossiele brandstoffen.
597 euro
per inwoner geeft België jaarlijks uit aan fossielebrandstofsubsidies.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier