Europa ontdekt de blauwe economie van Gunter Pauli

© TR
Roeland Byl redacteur bij Trends

Nulemissie is zijn dada. Gunter Pauli gelooft in de duurzame businessmodellen en maakt die belofte al in 188 projecten waar. Die worden almaar grootschaliger en vinden stilaan hun weg naar Europa.

Gunter Pauli verzamelt even snel airmiles als wij voetbalprentjes bij elkaar sparen. En dat voor een ecologist? “Ik maak me geen zorgen om mijn ecologische voetafdruk”, lacht Gunter Pauli. “Ik heb die gecompenseerd door 8000 vierkante kilometer regenwoud aan te planten. In theorie mogen mijn vijf kinderen en ikzelf gedurende 140 jaar alle dagen de wereld mogen rondvliegen.”

De uitspraak typeert Gunter Pauli. Hij is geen geitenwollensokkenjongen, maar gewoon een zakenman die gelooft in duurzame businessmodellen. Hij leidde ooit Ecover, het bedrijf gespecialiseerd in milieuvriendelijke wasproducten. Maar toen dat groene fabriekje begin jaren negentig goed draaide, kwam Pauli in gewetensnood. “Ik besefte dat wij door onze afhankelijkheid van palmolie het regenwoud aan het vernietigen waren”, zegt hij. Hij vertrok en kreeg in Japan de kans om het Zero Emissions Research and Initiative (ZERI) uit te bouwen. Twintig jaar later is hij als missionaris van duurzame businessmodellen – in zijn jargon de blauwe economie – bekend en verspreidt hij zijn boodschap via boeken, vertaald in 38 talen.

Intussen zijn al 188 van de duurzame ZERI-projecten ook echt gerealiseerd. Dat gaat van een paddenstoelenkwekerij op koffiegruis in Zimbabwe tot een emissie-neutrale viskwekerij op de Fiji-eilanden. In juni kwamen twee Europese ZERI-projecten in het nieuws: de bioraffinaderij van Novamont op Sardinië en het energieproject Gorona del Viento op het Canarische eiland El Hierro.

Koffieboerderijtjes die paddenstoelen kweken, veranderen de structuur van een wereldeconomie toch niet?

Pauli: “We zitten intussen op een ander niveau. We doen zonder probleem investeringen van meer dan 500 miljoen. Dat zijn bedragen waar ik twintig jaar geleden van droomde en waarvan tien jaar geleden niemand had gedacht dat het zou kunnen lukken.”

Zoals?

Pauli: “U kent het voorbeeld van steenpapier? In China is dat een project van 800 miljoen dollar. Een kopermijn van Peru, de steenkoolmijnen in Limburg of goudmijnen in Afrika kampen allemaal met hetzelfde probleem: een berg opgedolven steenafval. Als je vijf gram goud uit een ton steen haalt, heb je daarna een hoop puin van ongeveer een ton.

“Al achttien jaar werken 200 onderzoekers van mijn netwerk aan steenpapier. Dankzij hun onderzoek nemen we vandaag het gruis van de mijn, verpulveren het naar vijf micron. Dat mengen we vervolgens met 20 procent polyethyleen. En ziedaar steenpapier (toont steenpapier), honderd procent recycleerbaar.

“Ik heb het aan vele instanties in Europa gepresenteerd, maar niemand was geïnteresseerd. Voor China ligt dat blijkbaar anders. Toen de technologie op punt stond, duurde het geen zestien maanden eer de eerste fabriek open ging. Volgende week gaat de tweede open en in november de derde. Het papierverbruik stijgt in China, het water is er schaars en de Chinezen moeten cellulose _ de klassieke grondstof voor papier _ importeren. Als de grondstof voor steenpapier gratis is, terwijl cellulose 650 dollar per ton kost, dan past een haalbaarheidsstudie gemakkelijk op één bierkaartje. Onderzoekscommissies zijn dan voor Chinezen niet meer nodig. Zij zeggen gewoon: wij doen dat.”

Europa is China niet.

Pauli: “Dat is de grote uitdaging die ik steeds meer aanvoel: Europa moet opnieuw kansen leren te grijpen. Zijn er risico’s aan steenpapier? Natuurlijk, maar ook steenafval is al honderd jaar een risico.

“Europa probeert zijn papierindustrie te beschermen. Gaat een fabriek van Stora Enso dicht in Nederland, maar blijft die in Lanaken open? Dan roepen we hoera. Maar tegelijk laten we de kans liggen om mijnterrils af te bouwen.”

Zitten de 188 projecten van ZERI allemaal in de maakindustrie?

Pauli: “Bijna toch. Al proberen we eigenlijk vooral landbouw en industrie opnieuw met elkaar te verbinden. Daarom is mijn boodschap: we moeten herindustrialiseren in Europa. En dan bedoel ik niet dat we bestaande industrietakken moeten beschermen. Laat die maar gaan. Antwerpen-Rotterdam mag dan de derde petrochemische pool van de wereld zijn, China heeft zo veel geïnvesteerd dat er overcapaciteit is. In die context kost Nafta in Antwerpen 740 euro per ton; in Saudi-Arabië is dat 140 euro per ton. Het is toch uitgesloten dat je die industrietak hier kunt houden?”

U bent sinds vorige maand voorzitter van de raad van bestuur van Novamont. Waarom zijn bioplastics de toekomst?

Pauli: “Geloof me vrij: de chemische industrie moet zichzelf heruitvinden of ze is ten dode opgeschreven. Daarom hebben we in Sardinië een ENI-fabriek omgebouwd tot een site die polymeren produceert uit distels. Dat is slechts een van de mogelijkheden om een afbreekbare plastic zak te maken, maar het businessmodel erachter werkt.”

Is Europa klaar voor meer blauwe economie?

Pauli: “Novamont en Gorona del Viento zijn mijn eerste twee grote projecten in Europa. Het is niet langer de gekke Pauli met zotte ideeën in verre landen, maar het gaat nu om concrete bedrijven in Italië en Spanje. Ik krijg de indruk dat de twee projecten de geloofwaardigheid in Europa hebben gediend. Vooral ook omdat de financiering iedere keer vlot is verlopen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content