Energie-experts Federaal Planbureau: ‘Investeringen zijn noodzakelijk. Maar het omgekeerde is gebeurd’
“Het gevolg van vrije marktwerking voor elektriciteit is dat de prijzen in tijden van schaarste sterk kunnen stijgen. Dat moeten we durven te zeggen.” Een interview met Danielle Devogelaer en Dominique Gusbin van het Federaal Planbureau, dat als eerste waarschuwde voor een dreigend stroomtekort.
Het zijn hectische weken geweest sinds het Federaal Planbureau op 23 september waarschuwde voor dreigende stroomtekorten vanaf november. Politici beweerden dat het hun bevoegdheid niet was, de energiespecialist Danielle Devogelaer en de teamleider Energie en Transport Dominique Gusbin werden om uitleg gevraagd in het federaal parlement, terwijl de hele sector op zoek ging naar productiecapaciteit.
“We hebben ons nochtans gebaseerd op bestaande studies en rapporten”, zegt Devogelaer. “Uit de studie naar de impact van het Energiepact wisten we dat een lagere nucleaire beschikbaarheid in de winter de kans verhoogt dat het aanbod niet altijd de vraag kan dekken. Uit de periode 2013-2016, toen sommige reactoren stillagen, leerden we dat 2,5 gigawatt (ongeveer 2,5 grote kerncentrales, nvdr) minder kernenergie leidt tot een stijging van de groothandelsprijs van ongeveer 10 euro per megawattuur.
En die stijging is niet lineair: de kans is groot dat dat voor 5 gigawatt eerder naar 30 euro gaat. Ten slotte leerde de Belgische black-outstudie dat het onverwachts uitvallen van de elektriciteit op een winterse werkdag 126 miljoen euro per uur kost, althans voor het eerste uur. Daarna komt een licht gewenningseffect, maar na drie tot vier uur loopt dat bedrag sterk op, omdat koelkasten uitvallen, u niet meer kunt tanken, een deel van het logistieke systeem daardoor uitvalt, enzovoort.”
‘Potentiële investeerders wachten af. Logisch. Waarom nu al investeren als er mogelijk nog een extra ondersteuning komt?’
Is dat een voorproefje van wat ons staat te wachten als de kerncentrales sluiten?
DANIELLE DEVOGELAER. “Er is een groot verschil tussen de toestand vandaag en de wettelijk bepaalde kernuitstap. Vandaag is er een soort tijdelijke sluiting van de kerncentrales, en Elia moet alle zeilen bijzetten om het evenwicht op het net te verzekeren. In principe kan het systeem een N-1-situatie – het plots uitvallen van een grote centrale of interconnectielijn – opvangen, en zelfs een N-2. Maar nu zitten we aan N-6. Dat is ongezien in een winterperiode.
“Voor de kernuitstap moeten de eerste stappen eerder worden gezet. De wet, die al in 2003 werd goedgekeurd, ging over een uitfasering tussen 2015 en 2025, die nu is herleid tot 2022-2025. We pleiten al jaren dat nieuwe investeringen dringend en noodzakelijk zijn. Maar net het omgekeerde gebeurde: er werden centrales uit de markt genomen. Nu zien we een begin van een capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM: een systeem waarin centrales worden vergoed voor hun beschikbaarheid, nvdr), maar het dossier moet nog worden aangemeld bij de Europese Commissie, en goedgekeurd in het parlement.”
DOMINIQUE GUSBIN. “De kernuitstap is nog mogelijk. Een nieuwe gascentrale bouwen duurt 1,5 tot 2,5 jaar. In principe duurt de vergunningsprocedure een jaar, al sluit ik niet uit dat er een noodwet nodig zal zijn.”
‘Er wordt gepraat over een koolstoftaks, maar voor de verkiezingen zal er niets meer gebeuren, horen wij’
DEVOGELAER. “Een ander systeem is ook mogelijk: een soort aanbesteding, zoals is ontwikkeld voor de offshoreparken. Nederland doet dat. Het brengt de vergunningen in orde, zodat de producent minder risico loopt. De sector heeft interesse, maar de spelers willen zekerheid. Een onderzoek bij energiebedrijven in 24 Europese lidstaten rangschikte wat zij beschouwen als hun grootste risico’s. Politiek beleid stond afgetekend op één. Zij willen stabiliteit. Infrastructuur die decennia moet meegaan.”
Is het echt nodig nieuwe gascentrales te ondersteunen?
GUSBIN. “Zonder een CRM-systeem zal het moeilijk zijn nieuwe investeerders over de streep te trekken. Potentiële investeerders wachten af. Logisch. Waarom nu al investeren als er mogelijk een extra ondersteuning komt?”
Nobelprijswinnaar William Nordhaus pleit al jaren voor een CO2-taks. Zou dat niet veel oplossingen vergemakkelijken?
GUSBIN. “Er wordt gepraat over een koolstoftaks, maar voor de verkiezingen zal er niets meer gebeuren, horen wij. Nochtans zal die geen geld kosten, maar andere belastingen vervangen. In de industrie is de kostprijs van de emissierechten vaak een discussiepunt, maar dat geld vloeit terug naar de lidstaten. Het Vlaamse Klimaatfonds kan die middelen inzetten voor de ondersteuning van meer energiezuinige technologie. Maar je zou een CO2-taks ook perfect kunnen gebruiken om de loonkosten te verminderen.”
Zijn onze politici te bang voor prijsstijgingen?
DEVOGELAER. “Wij berekenen nooit een energieprijs. Dé energieprijs bestaat ook niet: je hebt er één voor levering de dag erop, over een maand, over drie jaar, onevenwichtsprijzen, en daarbovenop is de prijs voor elektriciteit voor een huishouden nog amper een kwart van wat de consument betaalt.
‘De vraag naar elektriciteit zal wellicht toenemen’
“Daarom kijken wij naar de gemiddelde kosten om een megawattuur op te wekken. Wij verwachten dat die tot 2030 zal pieken, en daarna zal dalen door onder meer de impact van steeds meer hernieuwbare energie. Die is kapitaalintensief, maar wel brandstofarm. Volgens ons evolueert het Belgische elektriciteitssysteem naar een bipolair systeem: hernieuwbare energie en aardgas. Op termijn zal dat gas worden ‘verproperd’, door het op te wekken uit hernieuwbare bronnen of uit waterstof. De Magnum-centrale in het Nederlandse Eemshaven bouwt een van zijn drie turbines om naar waterstof, en in het Zweedse Finspong draait al een turbine alleen op waterstof.”
GUSBIN. “De vraag naar elektriciteit zal wellicht toenemen. Er zijn enkele volume-effecten: bevolkingsgroei, gezinsverdunning, meer elektrische apparaten, elektrische mobiliteit, warmtepompen, … Anderzijds zullen we besparen op olie en aardgas. Momenteel stijgen alle brandstofprijzen. Op dat gebied doet elektriciteit het niet slechter dan andere vormen.”
Blijft er een markt na 2030, als de prijzen dalen?
DEVOGELAER. “Veel zal afhangen van de CO2-prijs. Met een voldoende hoge CO2-prijs duwt gas kolen uit de elektriciteitsmarkt, ook in kolenlanden als Polen, Duitsland en Roemenië. Al is die hoge CO2-prijs misschien niet nodig, want Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië willen stoppen met kolencentrales.
“Gasgestookte centrales zullen niet alleen dienen als back-up van hernieuwbare energie, maar ook voor de baseload (de permanente stroom voor de industrie, nvdr). Er is een toekomst voor de gascentrales, nieuwe en bestaande. Elia gaat ervan uit dat er nieuwe gascentrales voor 3,6 gigawatt nodig zijn om 6 gigawatt nucleaire energie te vervangen. Die kloof van 2,4 gigawatt is de markt voor de bestaande centrales.”
‘Er is een toekomst voor de gascentrales, nieuwe en bestaande’
En voor hernieuwbare energie? Die levert gratis energie, maar wie zal investeren in een windmolen als de productie niets opbrengt?
DEVOGELAER. “Dat is een van de grote uitdagingen van het energiesysteem. Er zijn zeker constructies mogelijk met langetermijncontracten of een slimme vergoeding boven op de stroomprijs. Je zou ook kunnen vragen dat mensen die zonnepanelen plaatsen geen injectiekosten moeten betalen, maar moeten investeren in een batterij.”
Intussen wordt België steeds afhankelijker van import.
GUSBIN. “Is dat slecht? Het is net de bedoeling van de interne markt goedkoop elektriciteit te kunnen kopen in het buitenland. Alleen moet de markt goed werken. Voor ons volledige energieverbruik zijn we voor 85 procent afhankelijk van het buitenland, en als je uranium meerekent zelfs nog voor meer. Waarom vinden we het oké dat we voor olie en gas voor 100 procent afhangen van import, maar voor elektriciteit niet? Terwijl die uit de buurlanden komt, en olie en gas uit politiek minder stabiele regio’s. Door meer in te voeren, lopen de prijzen bij ons en in de buurlanden ook meer gelijk.”
‘Is import slecht? Het is net de bedoeling van de interne markt goedkoop elektriciteit te kunnen kopen in het buitenland’
DEVOGELAER. “Politieke en economische overwegingen botsen hier. Economisch is het niet nodig en niet zinvol de volledige vraag binnenlands af te dekken. Dan krijg je veel productiecapaciteit die amper draait. Daarvoor kun je veel beter vraagsturing inschakelen, en flexibele en goedkopere import.
“De politiek zet sterk in op het garanderen van de bevoorradingszekerheid. Als het aanbod slechts drie uur per jaar onvoldoende mag zijn om de vraag te dekken, dan pleit je voor extra capaciteit. Dat vertaalt zich in extra kosten om een strategische reserve (systeem waarmee centrales die anders zouden sluiten, tegen een vergoeding beschikbaar blijven, nvdr) aan te houden. Die kost een gezin 2 tot 3 euro per jaar, maar voor bedrijven loopt dat snel op in de tienduizenden euro’s.
“Het gevolg van vrije marktwerking voor elektriciteit is dat de prijzen in tijden van schaarste sterk kunnen stijgen. Dat moeten we durven te zeggen. Die prijsstijgingen zijn een signaal om te investeren in nieuwe productiecapaciteit.”
Meer import klinkt goed, maar er moet wel productie zijn aan de andere kant van de grens.
DEVOGELAER. “Dat, of misschien minder vraag. Wellicht gaan klanten in de toekomst kunnen kiezen voor minder bevoorradingszekerheid. Zodat hun leverancier hen bijvoorbeeld enkele uren per maand mag afschakelen, in ruil voor een lagere prijs. Het is dus misschien niet nodig dat de regering voor elke consument garant wil staan.”
Danielle Devogelaer (42)
· Handelsingenieur KU Leuven
· Sinds 2004: energie-expert Federaal Planbureau
· Bestuurder Benelux Association for Energy Economics (BAEE), lid Reflectiegroep Energie van Koninklijke Academie voor Wetenschap en Kunsten van België, lid Belgische afdeling International Council on Large Electric Systems (Cigré) on Electricity Markets and Regulation
Dominique Gusbin (60)
· Doctoraat fysica, diploma economische wetenschappen UCL
· 1985-1989: onderzoeksvennoot Center for Operations Research and Econometrics
· 1989-2001: medeoprichter en bestuurder studiebureau COERENCE
· Energie-expert en vanaf 2003 teamleider Energie-Transport Federaal Planbureau
· Belgische vertegenwoordiger in werkgroep Energy and Climate Change van Comité voor economische politiek van de Europese Unie, lid van de Energy Economic Analysts Group in de Europese Commissie
Wat doet het Federaal Planbureau?
Het Federaal Planbureau is een onafhankelijke instelling van openbaar nut. Het voert studies uit, op eigen initiatief of in opdracht van onder meer de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven of de regeringsleden. Daarnaast heeft het Planbureau een aantal wettelijke opdrachten. Zo werkt het bijvoorbeeld samen met de Algemene Directie Energie om regelmatig een rapport op te stellen dat de energiebevoorrading monitort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier