‘Eind 2023 kan deflatievrees de kop opsteken in de VS’
Kaapte een onverwacht hoge inflatie de krantenkoppen in 2022, dan kan 2023 het jaar van een onverwacht snelle desinflatie worden.
“Tegen eind 2023 kan deflatievrees de kop opsteken”, zegt Christophe Barraud. De hoofdeconoom van Market Securities maakte die analyse tijdens een avonddebat over de economische vooruitzichten voor 2023, georganiseerd door het Belgian Finance Center, dat België promoot als financieel centrum. Een opgemerkte gast was ook de Belgische econoom Gertjan Vlieghe, die waarschuwde dat landen met een hoge schuldgraad, zoals België, lessen moeten trekken uit de recente financiële storm in het Verenigd Koninkrijk.
Snelle desinflatie in de VS
“Alle componenten van de Amerikaanse inflatie zullen volgend jaar stabiliseren of dalen”, zegt Christophe Barraud. “De huurprijzen, die een groot aandeel in het inflatiecijfer hebben, dalen sinds de tweede helft van dit jaar. Intussen komt de volgende kwartalen veel nieuwbouw op de Amerikaanse markt, met een piek in het vierde kwartaal van 2023. De consumptieprijsinflatie reageert met zes tot twaalf maanden vertraging op dalende huurprijzen. Ook de voedingsinflatie is over haar piek, omdat de prijzen voor meststoffen en landbouwgrondstoffen dalen. De flessenhalzen in de aanvoerketens zijn, zeker in de VS, zo goed als opgelost. De goederenprijzen zullen volgend jaar dalen, omdat heel wat bedrijven hun grote voorraden enkel kwijtraken als ze kortingen geven.”
Ook het stijgende gevaar op een Amerikaanse recessie in 2023 gooit water op het inflatievuur. “De kans op een Amerikaanse recessie in 2023 is bijzonder groot. Diverse vooruitlopende indicatoren wijzen op een recessie, zoals omgekeerde rentecurves, een dalend vertrouwen van de industrie, krappere kredietvoorwaarden en een sterk afkoelende huizenmarkt”, zegt Christophe Barraud.
Wat kunnen een toenemend recessiegevaar en een snelle desinflatie betekenen voor het monetair beleid van de Amerikaanse centrale bank, de Fed? “De beleidsrente stijgt naar maximaal 5 procent. De Fed zal nog eventjes vasthouden aan een krapper beleid, omdat hij de fouten van de jaren zeventig niet wil herhalen. Maar als de inflatie onder 4 procent daalt in het tweede kwartaal van volgend jaar, wint een scenario van renteverlagingen aan geloofwaardigheid”, zegt Christophe Barraud.
Europa worstelt het hoge energiefactuur
Ook de Europese economie start 2023 onder een moeilijk gesternte. De inflatie is hoog, terwijl de economie flirt met een recessie. “Toch is de Europese economie veerkrachtiger dan gedacht. De arbeidsmarkt blijft voorlopig mooi op toerental”, zegt Florence Pisani, hoofdeconoom van Candriam.
“Tot zover het goede nieuws. De vertrouwensindicatoren in de industrie en in de dienstensector wijzen op een milde recessie. Het consumentenvertrouwen is zwak. De hoge energieprijzen ondermijnen de activiteit in energie-intensieve sectoren en wegen op de koopkracht. Die hoge prijzen zullen ook niet meteen verdwijnen. Zonder Russisch aardgas wordt het moeilijk de voorraden opnieuw aan te vullen voor de volgende winter én de winter van 2024-2025. De factuur is hoog. De Europese handelsbalans voor energie is al voor 700 miljard euro slechter geworden. Een prijs van 100 euro per megawattuur aardgas verhoogt op jaarbasis de invoerfactuur voor Europa met 2,5 procent van het bbp. Bij een prijs van 200 euro kost een hogere aardgasfactuur ons 5 procent van het bbp.”
China kampt met covid en vastgoedcrisis
Ook de Chinese economie stapt op wankele benen naar 2023. “Het laatste kwartaal van dit jaar zal zwak zijn, omdat de economie nog in de greep zit van een stop-and-gobeleid als gevolg van de strijd tegen covid. De overheid heeft dat gevecht nog niet gewonnen. Ook de krimp in de bouwsector duurt voort. De overheid probeert dat te compenseren met meer infrastructuurinvesteringen, maar die moeten gefinancierd worden door de lokale overheden, die het financieel lastig hebben. Voor China blijft het moeilijk de groeidoelstellingen te halen”, zegt Florence Pisani.
Christophe Barraud is optimistischer over China. “Ik verwacht een economisch herstel in de loop van 2023 dankzij een soepeler covidbeleid en steun aan de vastgoedsector. Voor de partijleiding is voldoende economische groei opnieuw belangrijker geworden dan de gezondheid van de bevolking. Een herstel van de Chinese economie impliceert ook een sterke vraag naar energie en vloeibaar aardgas (lng, nvdr)”, zegt Christophe Barraud.
Verenigd Koninkrijk in de lappenmand
De Belgische econoom Gert-Jan Vlieghe was de derde gast op het debat. Vlieghe is de hoofdeconoom van het hefboomfonds Element Capital en besliste tussen 2015 tot 2021 mee over het rentebeleid van de Britse centrale bank, als lid van het Monetary Policy Committee.
Vlieghe maakte een scherpe analyse van de Britse economie: “Net als in de VS is de arbeidsmarkt krap en de kerninflatie hoog in het Verenigd Koninkrijk. Daar eindigt echter de vergelijking. De Britten kampen ook met hoge energieprijzen, een haperende werkgelegenheid en een stagnerend reëel inkomen. Het land telt slechts evenveel banen als voor de pandemie. Dat is het gevolg van een zwakke participatiegraad. Sinds de pandemie hebben 500.000 Britten de arbeidsmarkt verlaten, vooral omdat ze langdurig ziek zijn. Een mogelijke verklaring is de gebrekkige gezondheidszorg, die gebukt gaat onder lange wachtlijsten. Mensen kunnen niet aan de slag omdat hun behandeling uitgesteld wordt.”
Het Verenigd Koninkrijk is ook kwetsbaar voor turbulentie op de financiële markten, omdat het land al sinds de eeuwwisseling kampt met een tekort op de begroting en een tekort op de handelsbalans. In oktober kwam het Verenigd Koninkrijk nog in een financiële storm terecht, toen de regering van voormalig premier Liz Truss niet-gefinancierde belastingverlagingen aankondigde. Vlieghe: “Liz Truss had kort daarvoor ook de onafhankelijkheid van de Britse centrale bank en de Britse begrotingswaakhond ondermijnd. De combinatie van die lagere geloofwaardigheid van de Britse instituties en van het roekeloze budgettaire beleid veroorzaakte een meltdown. De financiële markten hielden rekening met een verhoogd risico op inflatie en wanbetaling, zoals je dat normaal enkel op de ontluikende markten ziet.”
Het wedervaren van het Verenigd Koninkrijk is een les voor andere landen met hoge overheidsschulden, zegt Vlieghe. “Landen met een schuldgraad van 100 procent bevinden zich op glad ijs en moeten voorzichtig zijn. Het vertrouwen van de financiële markten mag je niet als vanzelfsprekend beschouwen, zeker als politici vragen stellen over de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank.”
Ook de brexit blijft de Britse economie achtervolgen. Vlieghe: “De migratie naar het Verenigd Koninkrijk is niet gedaald, maar ze is wel van karakter veranderd. Het gaat nu veel meer om migratie van mensen van buiten de Europese Unie. Er is ook een verschuiving naar een instroom van mensen die niet op de Britse arbeidsmarkt komen. Dat kan het groeipotentieel van de Britse economie verlagen. De brexit woog ook op de investeringen en de export. Heel wat kleinere bedrijven exporteren niet meer naar de EU.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier