Stan De Spiegelaere
‘Effent Duitsland het pad naar een kortere werkweek?’
Stan De Spiegelaere van Denktank Minerva over het debat rond arbeidsduurvermindering dat momenteel in Duitsland wordt gevoerd.
Met een eerste waarschuwingsstaking op maandag legt de Duitse metaalvakbond IG Metall de lat voor het lopende sociaal overleg hoog. Hun eisen (een 6% loonsverhoging en een soort arbeidsduurvermindering) zijn niet louter voor de tribune. Het antwoord van de werkgevers (2% loonsverhoging en een flexibilisering van overwerk) zijn voor de Duitse bond dan ook ver ondermaats.
Beide eisen kunnen al eens een Belgische wenkbrauw doen fronsen. Wijzelf hebben nog maar een indexsprong moeten slikken en de loonsverhoging van het laatste Interprofessioneel Akkoord (1.1%) ligt een stuk onder het openingsbod van de Duitse werkgevers. Rond arbeidstijd wordt hier het tijdskrediet beperkt en het gebruik van overuren geflexibiliseerd.
Regen in Berlijn, druppels in Brussel
Sinds even is de wind al gekeerd en als het regent in Berlijn, dan kan het snel gaan druppelen in Brussel. Tijd dus om het voorstel van de Duitse bond even van dichterbij te bekijken.
Het voorstel rond arbeidstijd luidt als volgt: elke werknemer in de Duitse metaalsector zou het recht moeten hebben om haar/zijn arbeidstijd voor twee jaar te laten dalen van 35 uur per week naar 28 uur per week. Dit moet hen in staat stellen om hun arbeidsleven beter te combineren met hun privéleven. Het prijskaartje van dit alles wordt betaald door de werkgever en de werknemer. Als de werknemer in ploegen werkt krijgt die een compensatie van 750 euro per jaar voor verloren inkomsten. Als de werknemer een zorgtaak heeft (kleine kinderen, zieke familieleden) zou de compensatie ongeveer 200 euro per maand betreffen. Let op, dit alles is een eis van de vakbond, de kans is dus groot dat als er een compromis gevonden wordt, het resultaat hier wat vanaf zal wijken.
Effent Duitsland het pad naar een kortere werkweek?
Het voorstel van arbeidsduurvermindering van IG Metall is dus een vrijwillige, individuele en tijdelijke arbeidsduurvermindering. Het zijn de werknemers die beslissen om erin te stappen en na twee jaar moet de werkgever een terugkeer naar een voltijdse baan garanderen. Het is ook een sectorregeling en geen nationale regeling. Ter vergelijking: dit voorstel wijkt nogal af van het idee van een 30-urenweek die collectief zou zijn, permanent en op nationaal niveau. Het best is het voorstel nog te vergelijken met een soort tijdskrediet geregeld op sectorniveau en waar de overheid niet in tussenkomt.
Het doel van het voorstel is ook duidelijk: de verbetering van de combinatie van werk en privé. En dat doel (net zoals het voorstel) komt niet zomaar uit de lucht vallen. Reeds even staat het punt arbeidstijd op de agenda en in 2017 organiseerde IG Metall een bevraging van meer dan een half miljoen (!) werknemers en van zo’n 2000 bedrijven over dit thema.
Drie doelen en een kiezel
Maar is dit alles nu een goed idee? Daarvoor toetsen we het voorstel af aan drie traditionele doelen van (verschillende soorten) arbeidsduurvermindering: het verbeteren van de balans tussen werk en privé, het verbeteren van de gelijkheid tussen man en vrouw en het herverdelen van de werkgelegenheid. Daarnaast kijken we ook naar een traditionele kiezel in de schoen van elke arbeidsduurvermindering: de impact op de werkdruk.
Het eerste en voornaamste doel is een verbetering van de balans tussen werk en privé. Het idee is dat als werknemers een hogere zorglast hebben, dat ze het even rustiger aan kunnen doen. De tijdelijke 28-urenweek zal voor hen welgelegen komen, met de garantie dat ze later terug voltijds (en met een voltijds loon) aan de slag kunnen. Het zal zeker niet alle problemen oplossen, maar is wel een duidelijke stap vooruit.
Een tweede toetssteen is de gendergelijkheid. Je moet weten dat IG Metall zich organiseert in zeer mannelijke sectoren. Ter illustratie, bijna 80% van de ingevulde vragenlijsten uit de sector kwam van mannen. Het type werk in de metaal kan een drempel zijn voor vrouwen om in te stappen, maar ook de arbeidsuren kunnen dat zijn. Een dergelijk systeem kan er dus misschien voor zorgen dat er meer vrouwen gaan werken in deze (goedbetaalde) sector. Maar het systeem kan mannen ook ertoe aanzetten om meer zorgtaken op zich te nemen in het huishouden, en dat kunnen we uit gendersperspectief enkel toejuichen.
Werkgelegenheid dan. Het voorstel van IG Metall heeft niet als doel om arbeidsplaatsen te herverdelen, maar het zou er wel een neveneffect van kunnen zijn. In productiesectoren is arbeid namelijk relatief opdeelbaar. Een werknemer die enkele uren minder werkt moet dus vervangen worden door een andere, wil men de productie op peil houden. Ook IG Metall wil (een soort) garanties rond de vervanging van werknemers die hun arbeidstijd verminderen. Maar hier zou het schoentje kunnen knellen. De werkgevers klagen namelijk al langer over de moeite die ze hebben om hun vacatures in te vullen, maar daar stelt de vakbond tegenover dat net zo’n arbeidsduurvermindering (en de loonsverhoging) de aantrekkelijkheid van de sector kan verhogen.
En daarmee komen we bij de traditionele kiezel in de schoen van elke arbeidsduurvermindering: de werkdruk. Als de uren minder werken niet samengaan met minder werk of met meer werknemers, dan stijgt de werkdruk in de resterende werkuren, of voor de resterende werknemers; of daalt de productie. Gelukkig is de kans op een hogere werkdruk na arbeidsduurvermindering in deze sector en bij arbeiders het laagst. Met een slim systeem kan de kiezel dus uit de schoen gehaald worden.
Arbeidstijd terug op de agenda
Wat IG Metall hier doet is zijn rol ter dege spelen: op basis van een economische realiteit eisen stellen waarover hun leden (en niet-leden) wakker liggen. Het is zonder meer positief dat IG Metall eisen stelt rond arbeidstijd die wat ingaan tegen de flexibiliseringsdrang van werkgevers. Ze doet dat op basis van enkele duidelijke eisen en niet enkel met slogans. Dat verrijkt het debat rond arbeidstijd(vermindering) en hiervan kunnen we ook in België de vruchten dragen.
Stan De Spiegelaere is onderzoeker aan het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) en kernlid van Denktank Minerva. Samen met zijn collega Agnieszka Piasna publiceerde hij zonet het boek: “The why and how of working time reduction“.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier