Vrije Tribune
‘Een frisse kijk op de vennootschapsbelasting is noodzakelijk’
Volgens Herwig Joosten, professor Internationale Fiscaliteit aan de Universiteit van Gent, is er wel een duidelijke tendens tot harmonisering van de belastbare basis, maar ‘biedt die geen realistisch vooruitzicht op een harmonisering van de algemene belastingvoeten in Europa’.
De notionele-intrestaftrek is altijd een belangrijke troef geweest voor het aantrekken van internationale investeringen naar België. Op die manier kon ons land vooral de financiële centra behouden na het verdwijnen van het fiscaal statuut van de coördinatiecentra midden jaren 2000.
De jongste jaren heeft de maatregel echter veel van zijn aantrekkingskracht verloren Door de daling van de langetermijnrente tot historische dieptepunten, bedraagt het voordeel van de fictieve intrestvoet op eigen vermogen bedraagt nauwelijks nog 1,6 procent.
België kan in de gegeven omstandigheden beter inzetten op een daling van het algemene tarief van de vennootschapsbelasting. Nu de Europese Commissie bepaalde Europese mechanismen aanvalt, zoals de excess profit ruling, komt immers de rechtszekerheid in het gedrang aanvalt en zijn de spelregels inzake fiscale attractiviteit fundamenteel gewijzigd. België heeft het op een na hoogste vennootschapsbelastingtarief in West-Europa. Landen als Ierland (12,5%), Zwitserland (+- 10%) en het VK (in 2020 naar 18%) prijzen België met zijn 33,99 % geheel uit de markt. Europa is op zoek naar rulings die een uitzondering kunnen vormen op het algemene regime van de vennootschapsbelasting in zijn lidstaten. Het hanteert daarvoor een volledig nieuwe en verruimde definitie van het begrip ‘staatssteun’. Dat creëert enorme onzekerheid bij internationale investeerders die stabiliteit, voorspelbaarheid en rechtszekerheid vooropstellen bij het bepalen van een investeringslocatie. Het heeft dan ook geen zin meer dat landen zich tegenover potentiële investeerders proberen te profileren met fiscale systemen die als afwijkend kunnen worden beschouwd.
Een frisse kijk op de vennootschapsbelasting is noodzakelijk
Dat wil helemaal niet zeggen dat fiscale concurrentie onmogelijk wordt. Onder de Europese lidstaten heerst een trend om het algemene vennootschapstarief verlagen of dat serieus te overwegen. Het mooiste voorbeeld is Groot-Brittannië, dat zijn vennootschapstarief in 2020 verlaagt tot 18 procent, bijna de helft van het Belgische tarief. Het land kent bovendien geen bronheffing op dividenden.
Er is wel een duidelijke tendens tot harmonisering van de belastbare basis in Europa, de zogenoemde Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB). Maar die biedt geen realistisch vooruitzicht op een harmonisering van de algemene belastingvoeten in Europa; die kunnen nog altijd enorm van elkaar afwijken. Het bepalen van de vennootschapsbelasting blijft het exclusieve voorrecht van de lidstaten. Om dat te wijzigen, is een unanieme beslissing van de lidstaten nodig. In het beste geval zou men tot een ruime vork kunnen komen waarbinnen tarieven kunnen schommelen, maar dat sluit fiscale concurrentie niet uit.
De retroactieve aanval van de Europese Commissie op het rulingsysteem heeft de Belgische en internationale bedrijfswereld geschokt en België enorm veel reputatieschade doen lijden. België moet dus iets doen… In dat opzicht heeft de minister van Financiën groot gelijk. We moeten met een volledig nieuwe blik naar de Belgische vennootschapsbelasting kijken.
Herwig Joosten, professor Internationale Fiscaliteit Universiteit Gent, managing partner tax EY België
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier