Econoom Simon Ward ziet het inflatiespook opduiken
Banken worden aangemaand voluit kredieten te verlenen, en dus vreest econoom Simon Ward dat de massale geldcreatie ditmaal wel tot inflatie zal leiden. “Dat we die waarschuwingen eerder hebben gehoord, maakt ons zelfgenoegzaam.”
Na de sluiting van grote delen van de wereldeconomie en de crash van de olieprijs lijkt inflatie wel de minste van onze zorgen. Onterecht, vindt Simon Ward, de hoofdeconoom van de Britse vermogensbeheerder Janus Henderson Investors, een fondsenboetiek die 270 miljard euro beheert. “Op korte termijn zullen de inflatiecijfers in veel landen negatief zijn. Maar ik kijk twee jaar vooruit”, zegt hij. Ward baseert zijn voorspelling op gegevens over de toename van de geldhoeveelheid. Daar pikt hij verontrustende signalen op. “We zien een sterke versnelling van de geldgroei, en zelfs de sterkste groei sinds de Tweede Wereldoorlog. En in die data zitten nog niet eens alle genomen maatregelen. De vraag is of die cijfers normaliseren naarmate economieën weer opengaan, of dat de geldgroei een permanent karakter krijgt. Ik vrees het laatste.”
Ook het algemene budgettaire en monetaire beleid werd versoepeld. Ik ben niet zeker dat dat gerechtvaardigd is
“Mijn bezorgdheid is dat de overheden en de centrale banken overdreven hebben gereageerd”, stelt Ward. “Er waren zeker doelgerichte en beperkte maatregelen nodig om de liquiditeitsproblemen aan te pakken. Maar ook het algemene budgettaire en monetaire beleid werd versoepeld. Ik ben niet zeker dat dat gerechtvaardigd is. En ik ben bezorgd over de gevolgen daarvan op lange termijn.”
Voor welke gevolgen vreest u?
SIMON WARD. “Mensen die in een snel herstel geloven, worden wat weggelachen. Maar de geldgroei suggereert dat het herstel van de vraag sterker zal zijn dan verwacht en dat een snel herstel van de economie waarschijnlijk is. Als de economie volgend jaar sterk groeit, kunnen er problemen opduiken aan de aanbodzijde, doordat de productieketens verstoord zijn en de voorraden laag zijn. Als de vraag positief verrast, zal er druk op de prijzen ontstaan.”
U verwacht dus dat de inflatie volgend jaar zal aantrekken?
WARD. “De regel is dat monetaire trends zes tot twaalf maanden voorlopen op de economie en zich pas na twee jaar in de inflatiecijfers laten zien. Dat betekent dat we vanaf eind volgend jaar, maar vooral vanaf 2022 meer inflatie zullen krijgen.”
Data over de geldgroei geven volgens u aan dat er een sterk herstel op komst is. Dat vloekt toch met de waarnemingen in de eerste economieën die weer opengaan? Daar lijkt het nieuwe normaal dat de economie maximaal op 90 procent draait.
WARD. “Dat klopt voor de volgende maanden, maar ik ben veel positiever over de economie over één of twee jaar. Het hangt natuurlijk allemaal af van de evolutie van de pandemie. Ik ga ervan uit dat het economische en sociale verkeer over een jaar weer grotendeels normaal zal verlopen, ofwel omdat er een vaccin is, ofwel omdat we een uitgebreide contacttracing– en testcapaciteit hebben uitgebouwd, waardoor het virus onder controle is.
“Dat lijkt me het meest waarschijnlijke scenario. Dat maakt dat we over een jaar een massale monetaire stimulering en een economie met een sterke groei hebben. Initieel zal dat een inhaalbeweging zijn, maar zelfs na die herstelperiode verwacht ik dat de groei sterk zal blijven.”
Maar de banken beogen toch inflatie? Of vreest u dat ze de controle zullen verliezen?
WARD. “Dat is mijn zorg, ja. Ik denk dat het bijna onvermijdelijk is dat de centrale banken het gevaar zullen onderschatten en dat ze onder druk zullen staan om hun beleid niet te verstrakken. Als we wat verder kijken, staan we misschien wel aan het begin van een periode vergelijkbaar met de vroege jaren zeventig, toen de geldgroei ook explodeerde en we een decennium van toenemende inflatie kregen.”
Is een hogere inflatie wel slecht? Sommige economen argumenteren dat de inflatie al zo lang laag is dat het gezond zou zijn een tijdlang een sterkere stijging van de levensduurte te hebben.
WARD. “Ik vrees dat de centrale banken te laat zullen reageren op de eerste tekenen van inflatie, die daardoor verder zal stijgen. En als de inflatie meer stijgt dan enkele procentpunten, heeft dat een destructieve impact op de economische activiteit en grote herverdelingseffecten. Een oplopende loon-prijsspiraal zoals in de jaren zeventig is echt niet wenselijk.”
Is een goede geut inflatie niet de enige manier om af te rekenen met de gigantische schuldenberg in de wereld?
WARD. “Tja, maar dan beroof je spaarders om schuldenaars te helpen. Het is een oplossing voor het schuldenprobleem, maar je slaat er wel een gat mee in iemand anders zijn financiën.”
Na de vorige crisis klonken ook waarschuwingen dat de geldcreatie door de centrale banken tot inflatie zou leiden. Dat is niet gebeurd. Waarom zou het nu anders zijn?
WARD. “Hoe werkt het proces van geldcreatie? De stimuleringsprogramma’s van de centrale banken zorgen ervoor dat grote hoeveelheden cash terechtkomen op de rekening van commerciële banken. Na de financiële crisis hebben de banken dat geld niet voluit in kredieten omgezet, want ze moesten voldoen aan strengere regels en hun kapitaal versterken. Het verschil is dat ze nu wel worden aangemoedigd om iedereen kredieten te verstrekken. Na de financiële crisis was het dus niet verrassend dat we geen inflatie zagen. Nu zien we wel een sterke groei van de ruime geldhoeveelheid. Ik denk dat dat zal blijven duren. Dat velen zeggen dat ze die waarschuwingen eerder hebben gehoord, maakt ons net zelfgenoegzaam, waardoor we het gevaar niet zien.”
Nog een punt dat velen maken, is dat er wel inflatie was, maar alleen in financiële activa en niet in de reële economie. Verwacht u dat opnieuw?
WARD. “Dat is een heel goed punt. Als er te veel geld in de economie is, kan het ofwel naar financiële activa ofwel naar goederen en diensten vloeien. Na de financiële crisis is het geld vooral naar die eerste groep gegaan. Ik denk dat we dat weer zullen zien, maar ik verwacht ook een stijging van de prijzen van goederen en diensten. Eigenlijk zien we nu al de impact van de toename van de geldhoeveelheid op de financiële markten. De beurzen staan volgens mij veel hoger dan je zou verwachten, gezien de omstandigheden.”
Anticiperen de aandelenmarkten niet gewoon op een sterk herstel, zoals u dat in de gelddata ziet?
WARD. “Ik denk niet dat beleggers erg optimistisch zijn. De stijging van de beurzen is gewoon het resultaat van het gewicht van het geld dat ertegenaan wordt gegooid. Iedereen heeft veel geld, en dat moet ergens worden geparkeerd.”
Dat verklaart de titel van uw blog, ‘Money Moves Markets’.
WARD. “Klopt. Ik geloof dat de vraag naar activa wordt gedreven door de hoeveelheid geld die in de economie in omloop is. Die vraag wordt nauwelijks gedreven door waarderingen en houdt maar een beetje verband met de economie en de winstvooruitzichten.”
Bio
· Hoofdeconoom Janus Henderson Investors
· Auteur van de blog Money Moves Markets
· Werkte voor New Star, WorldInvest, Lombard Street Research en Bank Julius Baer
· Studeerde aan Cambridge University en Birbeck College
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier