Duurzaamheidsgoeroe Gunter Pauli: ‘Van de klimaattoppen gruw ik. Die zijn puur tijdverlies.’
Duivel-doet-al Gunter Pauli schippert tussen de wereldpolitiek en lokale projecten. Zijn inkomen haalt hij vooral uit boeken en fabels over het milieu. “We proberen vooral te inspireren: leer van de natuur, daar bestaat geen afval.”
Aan het einde van het interview schuift Gunter Pauli me een koffiereep toe. Een luxeproduct dat 1 euro per reep kost en evenveel cafeïne bevat als twee espresso’s. “Ik ben al vijfentwintig jaar actief in de koffiebusiness, doordat we champignons kweken op koffiegruis. Alleen had ik nog nooit iets voor de boeren zelf gedaan. Een ton koffie kost 1100 dollar, een ton van die repen 100.000 euro. Een boer die zijn plantage vervangt door bos waarin de koffie- en theeplanten gedijen, heeft een oogst die vijf keer lager ligt, maar we gaan hem er vijfentwintig keer meer voor betalen.”
Het typeert de werkwijze van Pauli. De zeventalige Antwerpenaar is vooral een katalysator. Het eigenlijke werk, of dat nu veldwerk of academisch onderzoek is, laat hij over aan anderen. Voor zijn projecten zoekt hij lokale activiteiten, waarvan hij de cashflows fors kan opdrijven of waarop hij nieuwe activiteiten kan enten. Een voorbeeld is het Canarische eilandje El Hierro nabij Tenerife. Daar zorgen windmolens nu voor het gros van de energie. Een deel daarvan wordt gebruikt om water op te pompen naar een vulkaankrater. Die produceert stroom voor de ontzilting van zeewater. De kostprijs, 63 miljoen euro, werd terugverdiend omdat de waterzuivering nu goedkoper gebeurt, en vooral omdat de bewoners niet meer elk jaar 8 miljoen euro uitgeven aan diesel en olie.
De groene economie verwacht dat je iets extra’s betaalt om de aarde te sparen. Het is dus iets voor de rijken
Tegelijk doet de Vlaamse duivel-doet-al aan megapolitiek. Op de G20-toppen, de bijeenkomsten van de rijkste twintig landen, zoekt hij een politiek en financieel draagvlak voor het herbebossen van de zee. “Zeewier absorbeert microplastics. Misschien wordt de herbebossing van de zee nog geen thema op volgende top in de Verenigde Staten. Maar op de top die erop volgt, in Italië, wellicht wel.” Na het interview in het Parijse vijfsterrenhotel Le Meurice geeft hij lezingen bij de OESO, de organisatie van westerse landen, en op de befaamde businessschool Insead, waar hij een MBA haalde. “En die ik nu ga vertellen dat ze het anders moeten doen dan hoe ze het hebben geleerd” ( lacht).
Pauli richtte in 1994 de denktank ZERI op, kort voor Zero Emissions Research Initiative (zie kader Twee desillusies). Daarmee probeert hij wereldwijd lokale projecten op poten te zetten. Zijn inkomen haalt hij vooral uit de verkoop van fabels over het milieu. Die leverden hem in december erkenning op als een van de beste tien wetenschapsleraren van China. Het Chinese ministerie van Ecologie en Milieu engageerde hem om 366 fabels te publiceren, die in alle Chinese scholen voor leerlingen tussen 4 en 15 jaar worden verspreid. De teller staat op 216 en er komen er deze maand nog 36 bij. “Maar ik heb er al 325 geschreven. Nog 41 te gaan dus.”
Op zijn palmares staat ook een reeks boeken, waarvan The Blue Economy uit 2009 meer dan 1,5 miljoen keer werd verkocht. “De blauwe economie baseert zich op wat we van de natuur kunnen leren”, zegt Pauli. “Die milieuvriendelijke basisconcepten moeten goedkoper zijn voor de producent en de consument. De groene economie verwacht dat je iets extra’s betaalt om de aarde te sparen. Het is dus iets voor de rijken. Zeker als de economie tegenzit, werkt dat niet. Als de concurrentiekracht wordt bepaald door de goedkoopste, moet je als ondernemer de natuur en je personeel uitbuiten om te overleven. Zolang we in het keurslijf van schaalvoordelen zitten, zal de groene economie nooit tot de transformatie leiden die we nodig hebben.”
De strijd tegen plastic aangaan is goed, maar je hebt zakenmodellen nodig
Zorgt uw aanpak daar wel voor?
GUNTER PAULI. “Er is de voorbije kwarteeuw 5 miljard euro geïnvesteerd in meer dan 200 projecten volgens de ZERI-filosofie. Daarvan is het merendeel gelegen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika, niet in Europa. De weg is nog lang, maar er beweegt wel wat. Voor de verspreiding rekenen we op een sneeuwbaleffect. Er zijn wereldwijd inmiddels 5000 paddenstoelenkwekers die telen op koffiegruis. We proberen vooral te inspireren: leer van de natuur, daar bestaat geen afval.
“Ook wij moeten werken met wat we hebben en daar meerwaarde aan proberen te geven. Neem een goudmijn: per 5 gram goud wordt 1 ton steen opgedolven, waarmee niets gebeurt. De oplossing die wij aan de Chinese mijnbouwers voorstelden, was steenpapier te maken. Zo verdubbelen ze hun inkomstenbronnen. Bovendien zijn de marges op papier hoger dan op goud. Het staat haaks op wat je in MBA’s ( master of business administration, nvdr) leert: focussen op kernactiviteiten, zoeken naar schaalvoordelen. De Chinezen gaan ervan uit dat steenpapier een kwart van de papiermarkt kan innemen. Daarmee besparen ze evenveel water als de Drieklovendam bevat. Als je de keuze hebt tussen 20 miljard dollar investeren in een nieuwe dam of in fabrieken voor steenpapier, is de keuze snel gemaakt.”
Steenpapier klinkt niet milieuvriendelijk.
PAULI. “Er zit 20 procent polyethyleen in, dat klopt. Het voordeel is dat het altijd recycleerbaar is, terwijl gewoon papier maar een keer of zeven kan worden hergebruikt. In Europa kreeg ik het verwijt dat ik misleidende reclame de wereld instuur: ik zou van ‘steenbladen’ moeten spreken, niet ‘steenpapier’. Terwijl de Chinezen zeggen: wij hebben het papier destijds uitgevonden. Wel, nu vinden we het opnieuw uit.
“Elk jaar proberen we drie tot vijf nieuwe projecten te lanceren. We zijn al vijf jaar bezig om met behulp van artificiële intelligentie en robotica windenergie op te wekken met kites, het soort vliegers waarmee kinderen op het strand spelen. In Hamburg is Skysails bezig met dat concept, en op de Malediven, Mauritius, Madagaskar en La Réunion is de interesse groot. Liever dat dan zo’n windturbine. De hotelketen Lux op Mauritius wil de dieselgeneratoren van zijn resorts vervangen door kites. De transformatie van ons zakenmodel mag ook wel eens leuk zijn.”
U wordt de Steve Jobs en de Che Guevara van de duurzaamheid genoemd, maar u vliegt wel meer dan een miljoen airmiles per jaar.
PAULI. “Dat klopt, maar alleen al met het herbebossingsproject Gaviotas dat ik in de jaren negentig in Colombia heb opgestart, heb ik die uitstoot gecompenseerd (daar werd 8000 hectare savanne herbebost met naald- en rubberbomen, nvdr). Het kernwoord is doén. Ik heb niets tegen de jongeren die protesteren voor het klimaat, maar dat is niet voldoende. We hebben de verantwoordelijkheid zaken te doen.”
Europa lanceert de Green Deal: 1000 miljard investeringen voor het klimaat.
PAULI. “Dat is fantastisch, als het echte activiteit oplevert. De strijd tegen plastic aangaan is goed, maar je hebt zakenmodellen nodig. Daarvoor heb je geen vier haalbaarheidsstudies, milieurapporten of businessaccelerators nodig. Toen ik bij de Chinezen aanklopte met steenpapier, hadden ze geen businessplan nodig. Een waterbesparing die hen een nieuwe dam bespaart, een afvalprobleem – het steengruis – winstgevend opgelost, geen import van cellulose meer én een nieuwe inkomstenstroom? Hier, groen licht.
“Van de klimaattoppen gruw ik. Die zijn puur tijdverlies. Het klimaatakkoord van Parijs zal niet worden uitgevoerd. Ik geloof er wel in dat je de politiek kan inschakelen voor megaprojecten, wat ik bijvoorbeeld doe via de G20. We moeten bewegen. Vorige week was ik in Oslo bij Gruten. Dat bedrijfje haalt het afval van biologische koffie op om er oesterzwammen op te kweken. Die zijn dubbel zo productief als de klassieke paddenstoelenbedrijfjes. Dat is de weg die we moeten volgen.”
De Nederlandstalige ZERI-website ligt stil sinds 2016. Bent u aan het uitbollen?
PAULI. “We zijn actiegericht, communicatie is een afgeleide. In die periode heb ik meegeholpen aan Vlaamse Baaien, een multifunctioneel kustverdedigingsproject. Momenteel hebben we hier geen project lopen. Dus houden we ons ook niet bezig met de website.”
U hebt zes jaar geleden met Novamont in Sicilië een petrochemische fabriek omgebouwd tot een fabriek die polymeren produceert uit distels. Dat is mooi, maar frustreert het u dat de concurrentie niet ook in die richting beweegt?
PAULI. “Wij zijn geen investeerders. Er zit nooit geld in onze zakken. Wat we wel doen, is projecten versnellen. We zorgen ervoor dat alle partners rondom de tafel akkoord gaan met de richting die we uitgaan. De industrie moet zich heruitvinden, en dat kan ze het best doen door zich op de natuur te baseren.”
Bio
– Geboren in 1956 in Antwerpen
– Diploma’s economie UA en MBA Insead
– Assistent Aurelio Peccei, stichter Club van Rome (1979-1984)
– PPA Holding (eigen uitgeverij, die onder meer samenwerkt met Roularta Books)
– Europese dienstenvereniging ESIF (1984-1991)
– Ecover (1991-1993)
– Oprichter ZERI
– Auteur van meer dan 20 boeken en kinderfabels
Twee desillusies
Begin jaren negentig kwam Gunter Pauli aan het hoofd van de ecologische wasmiddelenproducent Ecover. Hij bouwde de eerste ecologische fabriek ter wereld, maar na onenigheid met medeaandeelhouder Group 4 Securitas zette hij in 1994 zijn industriële carrière stop. “Bij Ecover besefte ik dat ik niet de duurzaamheidsgoeroe was die ik dacht te zijn. Ik bezocht onze Indonesische palmolieplantages en was in shock omdat we regenwoud kapten en de leefomgeving van orang-oetangs vernielden.”
Hij begon met de denktank ZERI en werd door de Japanse regering gevraagd om de Kyoto-top te helpen voorbereiden. Doel: een businessmodel schrijven voor bedrijven om te werken zonder schadelijke milieu-uitstoot. “Bij Ecover had ik vijf onderzoekers onder mij, nu plots 82. Daarbovenop had ik toegang tot een netwerk van 3000 wetenschappers, als speciaal adviseur van de rector van de Universiteit van de Verenigde Naties in Tokio.”
De desillusie was zo mogelijk nog groter. “Ik dacht de wereld te kunnen verbeteren met een nieuw productiesysteem, waar 2600 Japanse bedrijven voor hadden getekend. Maar een jaar voor de Kyoto-conferentie beslisten de Verenigde Staten en Europa dat ze niet voor zero emissions zouden gaan, maar voor een emissiehandelssysteem. Toen ik mijn lezing gaf in Kyoto, zaten er vier mensen in de zaal: ik en drie mensen die verkeerd waren gelopen. Soms moet je eerst de dieperik in, voor je weer naar boven kan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier