Duurzaamheid in het Belgische relanceplan: niet meer dan een likje groene verf
België zal amper verduurzamen door het groene onderdeel van het relanceplan. Daarvoor ontbeert het visie, ambitie en innovatie.
Van de zes strategische assen van het Belgische relanceplan gaat het grootste budget naar de poot klimaat, duurzaamheid en innovatie. Met 2,02 miljard euro kapen de vergroeningsplannen 34 procent van het totale budget van 5,9 miljard euro weg. Daarin zijn de maatregelen om het wegvervoer te vergroenen (210 miljoen, 4%) en de circulaire economie te ondersteunen (190 miljoen, 3%) niet eens inbegrepen.
In totaal kleeft op 57 procent van de projecten het label ‘duurzaam’. Dat is meer dan het minimum van 37 procent dat Europa vraagt. Of die plannen onze economie echt verduurzamen, mag worden betwijfeld. Veel investeringen zijn maatregelen die al waren gepland, en waarvan de overheden hopen die ze die nu voor een deel met Europees geld kunnen financieren.
De projecten moeten voor eind 2026 zijn afgerond. Maat dat is misschien wel wishful thinking. De bouwsector, waarop zwaar wordt gerekend voor onder meer de renovatie van gebouwen, klaagt al jaren over het personeelstekort. De nationale maatregelen moeten het fiat van de Europese Commissie krijgen. Die wil vermijden dat er geld gaat naar weinig zinvolle projecten. Een aantal van de Belgische projecten zal vooral moeten hopen dat Europa zich soepel opstelt.
Politieke koehandel
Veel projecten lijken te weinig ambitieus. Dat is wellicht te wijten aan de koehandel die de politieke onderhandelingen tussen de verschillende overheden nu eenmaal zijn. Daardoor ontbreekt het aan een duidelijke visie. De structurele hervormingen zijn een herhaling van wat al in de regeringsverklaring stond, met een klein beetje extra uitleg.
Het gevolg is een plan dat het Belgische huis niet zal vergroenen. Hoogstens geeft het er een likje groene verf aan. “Dit plan brengt ons niet eens in de buurt van de doelstellingen tegen 2030, laat staan dat het ons op weg zet naar 2050”, zegt professor Ronnie Belmans, de CEO van het onderzoeksinstituut Energyville.
Ten bewijze: het woord ‘warmtepomp’, een technologie die tegen 2050 een flink deel van het gebouwenbestand zal moeten verwarmen, staat amper vijf keer in het document. ‘Zonnepanelen’ komt één keer voor. Enkel de Duitstalige gemeenschap en het Waals gewest verwijzen, elk in één project, naar ‘klimaatneutraliteit’, wat nochtans de Europese doelstelling is voor het gebouwenpark tegen 2050.
De renovatie van gebouwen, met 1,012 miljard euro de poot waar het meeste Europese geld voor wordt gevraagd, is symbolisch voor het gebrek aan ambitie. Het Belgische gebouwenpark behoort tot de minst energie-efficiënte van Europa. Volgens het energieprestatiecertificaat is meer dan 80 procent energie-inefficiënt, 50 procent hoort bij de slechtst presterende. 73 procent van de totale uitstoot van gebouwen is afkomstig van de residentiële sector. Het huidige renovatietempo van ongeveer 1 procent per jaar zou moeten verdrievoudigen om ons gebouwenpark tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
Die urgentie blijkt amper uit de ingediende projecten. Vlaanderen wil 243,1 miljoen euro om het premiestelsel voor particulieren te moderniseren en het meer af te stemmen op het beschikbare inkomen van de aanvragers. Ook Brussel (16 miljoen) en de Duitstalige Gemeenschap (5 miljoen) kijken daarnaar, maar in Wallonië blijft het op dat vlak stil. Het gevolg is dat het meeste geld vooral gaat naar de renovatie van sociale woningen, scholen, universiteiten en sportinfrastructuur.
Waterstofeconomie
Bij de opkomende energietechnologie gaat de meeste aandacht naar de uitbouw van de waterstofeconomie. De meest opvallende maatregel is de 50 miljoen euro die de federale overheid wil investeren in de industriële waardeketen van waterstof. Ze wil tegen 2025 in gasgestookte elektriciteitscentrales turquoise waterstof produceren (door gas te kraken in waterstof en koolstof, zonder CO2-uitstoot) en die gebruiken als middel om CO2 af te vangen.
“Dat is technisch-wetenschappelijke onzin. Zoals het hier wordt verwoord, is het gewoon fout”, zegt Ronnie Belmans. “Bovendien gaat het om nog niet commercieel beschikbare technologie, maar pas om de eerste stappen. Er gebeurt wel onderzoek naar turquoise waterstof, maar niemand verwacht dat die voor 2030 op een industriële schaal kan worden ingezet.”
De pijpleidingen voor het vervoer van waterstof en CO2 zullen worden verlengd met 150 tot 260 kilometer. “Waar, behalve in Antwerpen en Gent, is er het volgende decennium een grote vraag naar waterstof die nieuwe leidingen nodig maakt?” vraagt Belmans zich af. “België en Europa kunnen nooit voldoende hernieuwbare energie produceren om aan de eigen stroombehoeftes te voldoen, en dan zouden we van dat onbestaande overschot groene energie waterstof maken? Dan lijkt het me veel logischer die groene moleculen te importeren.”
De hoogspanningsnetbeheerder Elia mag hopen op 100 miljoen euro voor de bouw van een energie-eiland. Dat kan dienen om de stroom van de nieuwe offshorewindzone Prinses Elisabeth aan land te krijgen. Daarnaast kan het ook dienen om de integratie en de invoer van hernieuwbare energie in en rond de Noordzee te vergemakkelijken, om groene moleculen te produceren en als exploitatie- en onderhoudsbasis voor offshore-activiteiten.
Het Europees geld is ook welgekomen voor de Blue Deal van minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), die aanspraak maakt op 292,1 miljoen euro. Meer dan de helft van ons land kampt met lage grondwaterpeilen. Daarnaast wil Vlaanderen een kleine 25 miljoen naar de bestrijding van ecologische defragmentatie en geeft Wallonië 84 miljoen uit aan een beter bosbeheer. Zo wil het de eerste twee nationale parken op Waals grondgebied creëren.
2,02 miljard euro kapen de vergroeningsplannen van het Belgische budget van 5,9 miljard euro weg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier