Diverse N-VA-kopstukken vragen een beter inkomen voor de boer. Een verfijning van de Europese mededingingswetgeving moet kartels mogelijk maken, zodat boeren samen producten kunnen aanbieden tegen hogere prijzen. Meer geld voor het waar van de boer is nobel. De landbouwer maalt vele uren, vaak in weer en wind, voor in ruil een doorgaans karig inkomen. Boeren zijn ook nog eens bijzonder afhankelijk van het wispelturige klimaat. Oogstvoorspellingen zijn een oefening in glazenbolkijken.
Dat betekent niet dat de marges hogerop in de keten rianter zijn. Ook de verwerkers van groenten en fruit of de winkelketens verdienen weinig aan die elementaire voedingsproducten. Bovendien zijn er al tal van samenwerkingsvennootschappen van landbouwers, via bijvoorbeeld contractteelt. Een probleem blijft het gebrek aan toegevoegde waarde. Dat vreet aan de marktmacht van de boer. Een komkommer blijft een komkommer, er zijn geen merken die de groente speciaal maken. Dat geldt in beperkte mate wél voor tomaten. En zeg tegen een Chiquita niet zomaar banaan.
De bezorgdheid bij N-VA over de landbouw smaakt bovendien zuur. Het stikstofdossier, gesymboliseerd door het Limburgse partijboegbeeld Zuhal Demir, zet de boer systematisch neer als een grootvervuiler. Landbouwers begrijpen niet waarom zij, die als geen ander met de natuur interageren, als natuurvernietigers worden weggezet. De jaren van dreigende rechtsonzekerheid als gevolg van het stikstofdossier leiden tot extra vertwijfeling. Jonge, doorgaans ambitieuze boeren/ondernemers weten niet of ze nog kunnen investeren in hun kapitaalintensieve sector. De N-VA zal meer uit de kast moeten halen dan duurdere komkommers, wil ze de boeren overtuigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier