Duitse econoom Reint Gropp laakt subsidies voor Oost-Duitsland: ‘Het inhaalproces is vertraagd’

zicht op Dresden (Oost-Duitsland) © reuters
Gerben van der Marel correspondent voor o.a. Trends in Duitsland

De situatie in Oost-Duitsland doet denken aan België, met de eindeloze geldtransfers van noord naar zuid, zonder dat het welvaartsverschil wezenlijk afneemt. Zelfs dertig jaar na de val van de Berlijnse muur verwacht de meerderheid van 136 toonaangevende Duitse economen niet dat Oost-Duitsland de achterstand op het westen zal inhalen. Dat blijkt uit een studie van het Ifo-instituut in München.

Miljarden gingen na de val van de Muur van West- naar Oost-Duitsland. Nu nadert het einde van die ‘solidariteitspacten’. Ze hebben het oosten niet geholpen, integendeel, constateert de econoom Reint Gropp. De subsidies hebben de impact van veertig jaar wanbeleid niet verholpen. De voormalige socialistische heilstaat Oost-Duitsland staat er in veel streken niet best voor.

Banen subsidiëren in verouderde industrieën? Snel internet aanleggen op het platteland? “Geldverspilling”, oordeelt de directeur van het vermaarde economisch instituut IWH in het Oost-Duitse Halle. “Richt je liever op de achtergebleven stedelijke agglomeraties als Leipzig en Dresden, en op de digitale infrastructuur voor dienstverlenende beroepen. Die creëren veel meer waarde”, zegt hij.

Het leverde Gropp overweldigende kritiek op, van onder meer de minister-presidenten van de deelstaten. “Ik heb een dikke huid”, zegt Gropp. “Maar ik ben een beetje bang dat een gek mij in elkaar wil slaan. Ik heb een appartement in Leipzig, maar mijn naam staat niet op de deur. De politiek heeft een poging gedaan ons in diskrediet te brengen. Dat is populisme: wetenschappers neerzetten als idioten. Ik moet mezelf en mijn werknemers daar tegen beschermen.”

Gropp, die bij het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank werkte, is niet vies van een beetje provoceren. Maar om de krantenkoppen gaat het hem niet. “We moeten met elkaar om de tafel om na te denken over de vraag hoe we de kloof kunnen dichten.”

Negatief economisch effect

De stopzetting van de solidariteitspacten ligt gevoelig omdat dit najaar in drie deelstaten in de voormalige DDR lokale verkiezingen worden gehouden. Het groeitempo van de economie van Duitsland verliest dit jaar sterk aan kracht en de kloof tussen arm en rijk wordt groter. Oost-Duitse kiezers vallen in de armen van de rechts-populistische AfD.

Gropp constateert dat de miljarden uit het westen niet hebben kunnen verhinderen dat de rechts-populisten zoveel aanhang hebben gekregen. Het strooien met subsidies over Oost-Duitsland, zegt hij, heeft zelfs een negatief economisch effect gehad. “Het inhaalproces is vertraagd.”

Bedrijven in het oosten konden na 1990 niet meer concurreren door de één-op-éénwisselkoers die de Oost-Duitsers van de toenmalige bondskanselier Helmut Kohl kregen. “Dat was begrijpelijk, want anders zou iedereen het oosten zijn ontvlucht.” Om het hoofd boven water te houden verstrekte ‘de grote broer’ royale subsidies aan bedrijven.

Reint Gropp noemt als voorbeeld Buna-Werke. “Een chemisch bedrijf uit Halle met duizenden werknemers. Gigantische subsidies zijn betaald om de productielocatie en het personeel te houden. Per werknemer werd een miljoen Duitse mark aan subsidie betaald. Je vraagt je af of het niet beter was geweest de mensen dat miljoen te geven. Het is misschien te vergoelijken om een werkloosheid van 30 procent te voorkomen. Maar nu hebben we slechts 6 procent werklozen en nog altijd wordt er gesubsidieerd.”

Steden kunnen niet mee

Na dertig jaar zijn de Oost-Duitse deelstaten nog altijd gemiddeld 20 procent armer per hoofd van de bevolking dan de West-Duitse deelstaten. Het oosten heeft meer geconsumeerd dan geproduceerd. “Dat is nog altijd zo”, zegt Gropp. Tot nu toe kon geen enkele Oost-Duitse deelstaat tippen aan de productiviteit van Saarland, de zwakste deelstaat in het westen. De achterstand wordt groter. Het westen groeit sneller.

“De politiek maakte zich er lange tijd vanaf door te zeggen dat het in het oosten ontbreekt aan grote hoofdkantoren van bedrijven zoals BMW, Mercedes, Volkswagen, Siemens en Deutsche Telekom”, zegt Gropp. “Die ondernemingen hebben goedbetaalde banen, daardoor zou het westen van het land productiever zijn. ‘Daar kan je niets aan doen’, was het gemakzuchtige argument. Het klopt dat er in het oosten veel meer kleine bedrijven zijn, maar dat is niet het hele verhaal. Als je bedrijven uit oost en west van dezelfde grootte uit dezelfde sector vergelijkt, is er nog altijd een productiviteitsverschil van 20 procent.”

“Voorts blijkt dat het probleem onevenredig vaak zit bij bedrijven in de stedelijke gebieden in het oosten van Duitsland. De kloof tussen steden in het oosten en het westen is groter dan de kloof tussen landelijke gebieden in het oosten en landelijke gebieden in het westen.” Conclusie: het zijn vooral de Oost-Duitse steden die niet meekomen.

Gropp pleit daarom voor meer geld voor de stedelijke gebieden in het oosten, en minder voor het platteland. “Het heeft geen zin nieuwe hogescholen te bouwen in afgelegen gebieden. Als je daar ergens een autosnelwegverbinding aanlegt, zal de industrie er niet ineens opbloeien. Waarom 5G in een dorp als het van levensbelang is voor economisch succes in de stad?”

De reacties waren niet mals. “Ondemocratisch, asociaal en politiek onhoudbaar”, noemde Reiner Haseloff, de minister-president van deelstaat Sachsen-Anhalt, de opmerkingen van Gropp. De econoom riposteert dat politici in het oosten maar één ding voor ogen hebben: de rechts-populistische AfD de wind uit de zeilen nemen en de plattelandsbevolking tevredenstellen voor de deelstaatverkiezingen. Gropp: “De Oost-Duitsers hebben het economisch nog nooit zo goed gehad als nu. Toch waren ze nog nooit zo ontevreden als nu. Om dat te verklaren heb je sociologen en psychologen nodig in plaats van economen. Dat is aan de politiek. Maar de AfD naar de mond praten is totaal verkeerd.”

REINT GROPP
REINT GROPP “We hebben het productiviteitsverschil tussen oost en west kunstmatig gecreëerd.”

Oost-Duitsland is er inderdaad flink op vooruitgegaan, maar de beloofde “bloeiende landschappen” van Helmut Kohl zijn er nooit gekomen, op een paar deelregio’s na. Dat is volgens Gropp deels de schuld van ssubsidies die vaak zijn gekoppeld aan het behoud of het scheppen van banen. Dat is een rem op de groei van de arbeidsproductiviteit en dus op een stijging van de lonen, aldus Gropp. Hij stelt: wie niet productief genoeg is, kan op de lange termijn niet overleven en moet ook niet in de watten worden gelegd.

“In alle jaren na de Duitse hereniging heeft de industrie arbeidsplaatsen verloren. Waarom zijn Frankfurt en München zo rijk? Niet omdat ze een industrie hebben. China kan dat goedkoper. Goede banen worden gecreëerd in de dienstensector. Niet bij kapperszaken maar in de software, productontwikkeling, consultancy, enzovoort. Dat werkt niet op het platteland, maar wel in Oost-Duitse agglomeraties. Die moeten we aantrekkelijker maken.”

Risico’s mijden

De vergrijzing zal het oosten hard raken. In West-Duitsland heeft immigratie nog tegenwicht geboden aan de krimpende bevolking. “Het westen heeft sterk geprofiteerd van de Europese schuldencrisis. Jaarlijks kwamen 120.000 Grieken, Italianen, Spanjaarden en Portugezen naar Duitsland. Het oosten lieten ze links liggen.” De immigranten uit de golf van 2015 en 2016 zijn ook in Oost-Duitsland terechtgekomen. Volgens Gropp is ongeveer de helft aan het werk.

Het oosten presteert volgens Gropp per hoofd van de bevolking economisch niet beter dan de omliggende landen uit het voormalige Oostblok. Maar Oost-Duitsland heeft ook voordelen ten opzichte van het westen, zegt de econoom. “Het oosten kan in een inzakkende economie beter presteren, zoals in 2008 en 2009. Het heeft minder te verliezen. Als startende onderneming ben je in Frankfurt of München de sigaar. In Leipzig krijg je nog voor een appel en een ei bedrijfsruimte.”

Volgens Gropp ontbreekt het behalve aan arbeidsproductiviteit ook aan innovatie en ondernemerschap. Na vijf jaar werken in Halle valt het de econoom op dat Oost-Duitsers nóg liever risico’s mijden dan de al voorzichtige West-Duitsers. Gropp koppelt dat aan een Oost-Duits trauma: volledige werkgelegenheid in de DDR sloeg dertig jaar geleden over in massale werkloosheid. Die werd goedgemaakt met miljardensubsidies. “Ik denk niet dat Oost-Duitsers anders zijn dan West-Duitsers. Met dezelfde subsidies zouden ook zij minder ondernemend zijn.”

Meerdere breuklijnen

Oost-Duitsland heeft nog problemen. “De meest ondernemende mensen gingen direct na de val van de Muur of zelfs daarvoor naar het westen. Als ingenieur kreeg je meteen een baan bij BMW met een salaris dat tien keer hoger was dan in het oosten. De minder ondernemende mensen zijn gebleven.”

Een andere factor is volgens Gropp dat Oost-Duitsers minder tijd hadden om vermogen op te bouwen. “Ze erven dus veel minder. In West-Duitsland wordt veel vermogen overgedragen, wat het nemen van ondernemingsrisico’s veel minder riskant maakt.”

Bovendien loopt de breuklijn niet meer alleen tussen oost en west. Er zijn grote economische verschillen in Duitsland tussen het noorden en het welvarende zuiden, tussen de stad en het land. In het Ruhrgebied zijn meer mensen werkloos dan in Saksen. In het Duitse Oost-Friesland wordt niet meer verdiend dan in Thüringen.

Duitsland wil af van het eenrichtingsverkeer van subsidies van west naar oost. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In de Duitse grondwet worden gelijke levensomstandigheden gegarandeerd. Gropp noemt dat onzinnig. “Moeten de levensomstandigheden in een dorp in Oost-Duitsland dezelfde zijn als in München? Tot nu toe zeiden lokale overheden eenvoudigweg dat ze het slecht hadden en meer subsidies nodig hadden. Mensen zijn aan banen geholpen die er anders niet waren geweest. Zo hebben we het productiviteitsverschil per hoofd van de bevolking tussen oost en west kunstmatig gecreëerd.”

Bio Reint Gropp

– Geboren op 21 december 1966

1989: bachelor economie Universiteit van Freiburg, Duitsland

1992-1994: master en PhD economie aan Universiteit van Wisconsin in Madison, Verenigde Staten

1994-1999: econoom International Monetary Fund, Washington DC

1999-2007: European Central Bank, Frankfurt

2008-2014: hoogleraar in Frankfurt en Wiesbaden

2012: gasteconoom, Federal Reserve San Francisco

2014: gasthoogleraar, Universiteit van Amsterdam

Sinds 2014: hoogleraar economie Otto von Guericke Universiteit Magdeburg

Sinds 2014: directeur van Halle Institute for Economic Research (IWH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content