Drie vragen over het Europees Openbaar Ministerie: ‘Als er meer geld in omloop is, is er meer risico op misbruik’
Het Europees Openbaar Ministerie (EPPO) plaatste cijfers op Twitter over het aantal geregistreerde dossiers (1700) en opgestarte onderzoeken (300), naar aanleiding van de eerste honderd dagen van zijn bestaan. Drie vragen aan woordvoerder Tine Hollevoet.
1 Waarom werd het Europees Openbaar Ministerie in het leven geroepen?
“Het EPPO is nodig om het belastinggeld van de Europeanen beter te beschermen. Een voorbeeld is het coronaherstelfonds. De uitgave van dat geld moet worden gecontroleerd. Als er meer geld in omloop is, is er ook een groter risico op misbruik”, zegt woordvoerder Tine Hollevoet. “Al te vaak werden misbruiken met Europees geld verschillend behandeld in verschillende landen. Het is belangrijk dat dat in de hele Europese Unie op dezelfde manier gebeurt. Onze procureurs hebben grensoverschrijdende bevoegdheden waardoor het makkelijker is om dat soort onderzoeken te voeren.”
2 Waarvoor is het EPPO bevoegd?
“Onze bevoegdheden zijn strikt bepaald”, legt Hollevoet uit. “Het gaat om inbreuken tegen de financiële belangen van de Europese Unie. Denk aan grensoverschrijdende btw-fraude met minstens 10 miljoen euro schade, andere vormen van fraude en corruptie, het onterecht toe-eigenen van Europese fondsen door een ambtenaar, witwassen en georganiseerde criminaliteit, maar enkel als er een link is met de financiële belangen van de Europese Unie.”
3 Wanneer mogen we resultaten verwachten?
“Financiële onderzoeken duren vaak langer, maar we hopen voor het einde van 2021 de eerste inbeschuldigingstellingen uit te vaardigen”, zegt Hollevoet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier