Marc De Vos

‘De Amerikaanse politieke steun voor Oekraïne kan alleen maar tanen’

Marc De Vos Columnist

De zomer van 2023 moest de zomer worden van Oekraïne. Bewapend met westers wapentuig en getraind door Amerikaanse en Europese elitesoldaten, moesten twaalf brigades met in totaal meer dan 40.000 heldhaftige soldaten de Russische bezetter een lesje leren. Moesten, want tot op heden bijt Oekraïne vooral zijn tanden stuk op verdedigingslinies en landmijnentapijten die de Russen volgens vriend en vijand met kunde en ijver hebben aangelegd.

Ten koste van veel mensenlevens en materieel heeft Oekraïne al enkele honderden vierkante kilometers grondgebied heroverd. Maar Rusland bezet zowat 160.000 vierkante kilometer, een gebied twee keer zo groot als de Benelux. Bij gebrek aan een sterke luchtmacht moet het Oekraïense leger zowaar de Eerste Wereldoorlog imiteren: de ingegraven vijand met artillerie bombarderen en dan manschappen en materieel er tegenaan gooien.

Ik ben geen militaire expert en ik heb geen glazen bol. Ik lees dat de Russische verdediging alsnog kan breken als glas of kan worden doorprikt met een domino-effect op de logistiek voor grote delen van de Russische linie. Ik hoop en duim. Maar vooralsnog is de vaststelling dat de Russen veel sterker blijken te zijn in de verdediging dan in de aanval, dat Europa en de VS te lang hebben gewacht om Oekraïne de gevechtsvliegtuigen te gunnen waarmee het verdedigingslinies kan platgooien, en dat het front dreigt vast te lopen in een patstelling.

Die nuchtere militaire realiteit spoort met de economische realiteit. Ondanks een ongeziene barrage van handelssancties, ondanks de boycot van Russisch gas en olie, ondanks het verbod op technologie- en wapenleveringen aan Rusland, blijft de Russische economie robuust en draait de wapenproductie op volle toeren. Waarnemers wijzen erop dat Rusland de oorlog financieel nog jaren aankan, dat de Russische economie intussen een echte oorlogseconomie is die ook de bevolking onderhoudt, en dat het internationale sanctiesysteem lekt als een zeef.

Ook politiek en geopolitiek blijkt Vladimir Poetin weerbaarder dan velen hadden verwacht. Oekraïne, de Verenigde Staten en Europa moeten hemel en aarde bewegen om niet-westerse landen ook maar enigszins mee te krijgen in het sanctieregime tegen Rusland. China blijft Rusland de hand boven het hoofd houden. De Russische bevolking is monddood en biedt een diepe reserve aan manschappen die het Kremlin instant digitaal kan mobiliseren. De bizarre rebellie van de Wagner-militie keert zich zowaar tegen Europa, nu de verdreven huurlingen aan de grens met Polen amok maken.

Tegen die achtergrond tikt de politieke klok in de Verenigde Staten, waar de presidentiële verkiezingscampagne voor de deur staat. Het is piek-Oekraïne: de Amerikaanse politieke steun voor Oekraïne kan alleen maar tanen onder de onvermijdelijke kritiek die een kiescampagne zal losweken. De VS hebben intussen voor bijna 77 miljard dollar aan militaire, humanitaire, financiële en veiligheidssteun voor Oekraïne op tafel gelegd. Hoe langer een doorbraak aan het front uitblijft, hoe pregnanter de politieke vraag of de Amerikaanse burger dit nog lang kan blijven betalen.

De Europese Unie en Europese landen hebben ook al voor tientallen miljarden in de buidel getast. Maar onze capaciteit om Oekraïne een levenslijn van wapens, materieel en technologie te verzekeren, daalt zienderogen. We hebben noch de voorraden, noch de industrie, noch het reservevermogen tot nieuwe productie om de oorlogsinspanning van Oekraïne te onderhouden. Als de Amerikaanse steun verslapt, dreigt Rusland met een complete oorlogseconomie zowel in manschappen als in wapentuig ongenaakbaar. Ondertussen wacht Poetin geduldig op oorlogsmoeheid, misschien zelfs op Donald Trump. Laat de zomer aan het front maar lang duren.

Marc De Vos is strategieconsultant, doceert aan de UGent en is fellow bij het Itinera Institute in Brussel. www.marcdevos.eu

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content