Ons land kreunde de vorige week onder de hitte. De vrees voor een watertekort slaat dan weer toe. Toch lijkt daar almaar minder reden toe. Want het regent nog altijd meer dan genoeg in Vlaanderen, en een decennialang fout waterbeleid wordt eindelijk gecorrigeerd. Ook de industrie en de landbouw dragen hun steentje bij.
Jaarlijks valt er gemiddeld meer dan 11 miljard kubieke meter regen in Vlaanderen. Dat is dertig keer meer dan het grondwater dat wordt opgepompt. En particulieren verbruiken ook minder leidingwater dan in de buurlanden: gemiddeld 80 liter per dag. Het totale waterverbruik stijgt weliswaar lichtjes sinds 2009, maar het verbruik van leidingwater blijft stabiel (zie grafieken).
Hoe komt het dan dat Vlaanderen lijdt aan waterstress en angst voor droogte zodra het enkele weken niet regent? Daar is een historische verklaring voor. Regenwater wordt in ons gewest zo snel mogelijk afgevoerd naar zee. In het verleden was dat logisch. “In principe is Vlaanderen een overstromingsgebied”, zegt Bernard De Potter, administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), in een zeldzaam interview. “Dat merk je ook aan de etymologie van de plaatsnamen. Je vindt heel veel ‘moer’ of ‘broek’ in Vlaanderen, wat verwijst naar moerasland. Er vloeien ook grote rivieren als de Schelde en de Maas door Vlaanderen. In de Middeleeuwen werden drainagetechnieken ontwikkeld, zodat de mensen het land zouden kunnen bewerken.
“Dat was toen en nu een zegen, maar ook een vloek. Alles is op de afvoer van regenwater gericht, het water stroomt te snel naar de zee. De jongste tijd hebben we meer drogere jaren, en dan stelt zich een probleem.”
Drie kwart van onze moerasgebieden is drooggelegd. Willen we droogteperiodes vermijden, moeten we ons water opnieuw beter en langer bijhouden. (Lees verder onder de grafieken)



Snel reageren
Dat Vlaanderen het niet goed doet, blijkt ook uit internationale vergelijkingen. Het World Resources Institute meet wereldwijd de hoeveelheid beschikbaar water en zet dat af tegen de vraag. België zit volgens de internationale ngo in de categorie met ‘hoge stress’. Een land in die categorie verbruikt jaarlijks 40 tot 80 procent van het beschikbare water. In Europa kampen alleen ons land, Italië, Portugal en Spanje met hoge waterstress en het risico op droogte. Wereldwijd zitten we in het gezelschap van onder meer Australië, India, Mexico en Zuid-Afrika. (Lees ook: waarom Mexico er niet in slaagt om zijn waterprobleem op te lossen)
Het probleem in ons land stelt zich bovendien vooral in Vlaanderen, minder in Wallonië. De hoge bevolkingsdichtheid, de verkavelingsstedenbouw en de daarmee gepaard gaande verharding van de bodem, zijn enkele verklaringen. Voeg daarbij nog de hoge industrialisering en het intensieve karakter van onze landbouw.Daar komt sinds de jaren tachtig een neerslagtekort bovenop, dat vooral in de periode 2015-2024 sterk is opgelopen. “Het onevenwicht tussen vraag en aanbod zal door de klimaatverandering alleen maar toenemen. De hamvraag is of we voldoende snel kunnen reageren, aangezien het klimaat snel verandert”, benadrukt Bernard De Potter.
‘Het onevenwicht tussen vraag en aanbod zal door de klimaatverandering alleen maar toenemen. De hamvraag is of we voldoende snel kunnen reageren, aangezien het klimaat snel verandert’
Minder dringend
Vlaanderen kent voor zijn waterhuishouding vier niveaus. Groen is normaal, daarna volgen geel en orange en bij fase rood komen er crisismaatregelen. “Ik hoop dat we nooit in die laatste fase belanden, want dan is er geen water meer om aan alle essentiële functies te voldoen”, zegt Bernard De Potter. Hij is ook voorzitter van de Droogtecommissie, die waakt over de waterstanden in Vlaanderen. “We zitten momenteel in fase twee, geel. Dan kunnen de waterbeheerders preventieve maatregelen nemen, op lokaal vlak. Voor enkele waterlopen geldt vandaag een captatieverbod voor de landbouw.” Half mei vroeg Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) een stop op het sproeien van gazons en het wassen van wagens, maar voorlopig blijft het bij een aanbeveling.
VMM rapporteert maandelijks de grondwaterstanden. Voor kraantjeswater – gewonnen uit oppervlakte- en grondwater – was de situatie begin augustus normaal. Het grondwater zelf scoort slechter. Begin augustus toonden 31 procent van de meetpunten een lage en 14 procent een zeer lage waterstand. Dat was het gevolg van vijf maanden droger weer dan normaal, van februari tot juni. Juli was een normale neerslagmaand.
‘Voor een klein bedrijf is het nog altijd moeilijk om het afvalwater te zuiveren’
Alles bij elkaar is de situatie nog behoorlijk. “Het is niet te vergelijken met september 2022, toen we ei zo na in fase rood waren beland”, duidt Bernard De Potter. “Bedrijven zouden dan niet langer water mogen capteren uit beken en rivieren. Dat heeft een enorme economische impact, zeker voor bedrijven die water nodig hebben voor hun processen. Zij werden er zich van bewust dat ze eventueel twee tot drie weken onvoldoende water zouden hebben voor hun productie. Een bedrijfsleider moet dan rekening houden met een virtueel oneindige prijs voor water. Terwijl de waterprijs in normale omstandigheden heel redelijk is in Vlaanderen.”
Dat gevoel van hoogdringendheid is vandaag wat weggeëbd.
“De geopolitieke ontwikkelingen hebben de rangorde van de prioriteiten drastisch veranderd”, constateert De Potter. “Het beleid is nu meer bezig met de Amerikaanse invoerheffingen, de oorlog in Oekraïne, defensie en cybersecurity. De macro-economische context vandaag is anders dan drie jaar geleden. In 2024 viel er ook plots heel veel regen, al heeft dat weinig invloed gehad. Bedrijven denken op lange termijn.”

Blue Deal
Vlaanderen timmert ondertussen aan een beter doordacht waterbeleid om het hoofd te bieden aan de droogte. In de zomer van 2020 lanceerde de Vlaamse regering de zogenoemde Blue Deal. Het programma van 343 miljoen euro wordt gefinancierd door het Europees Herstelfonds en het Vlaamse Veerkracht-fonds, die na de coronapandemie werden opgetuigd. ‘Anders omgaan met water’ luidt het motto: meer water vasthouden, minder water gebruiken en meer hergebruiken.
De bescherming van het grondwater is een essentiële pijler. De Blue Deal streeft naar meer ‘natte natuur’: het herstel van gebieden die water vasthouden, zoals veengebieden, broekbossen, vallei- en moerasgebieden, vochtige graslanden. Er is ook aandacht voor ‘groen-blauwe’ infrastructuur: vijvers, bufferbekkens, hagen, bomen en groendaken. Voor al die thema’s zijn er diverse investeringen en/of subsidies.
Alles samen gaat het om 70 acties en 400 projecten, kriskras verspreid over Vlaanderen. “We zaten in de zaaifase voor die projecten”, zegt Bernard De Potter. “We hebben gelukkig voldoende koplopers gevonden, met mooie projecten. Het duurt wel even vooraleer een schop de grond ingaat. Je moet alle lokale actoren aan tafel krijgen. Vorig najaar waren er ook de gemeenteraadsverkiezingen. Nieuwe burgemeesters leggen soms andere accenten. Als alle projecten van de Blue Deal worden uitgevoerd, zal 6.000 hectare natte natuur gecreëerd zijn. Meer dan 50 kilometer waterlopen zullen anders en milieuvriendelijker ingericht zijn. Er zal 100 hectare minder verharde oppervlakte zijn. Meer dan 50 miljoen liter regenwater zal op een andere manier worden gebruikt.”
Dat geldt voor de eerste fase van de Blue Deal. Half juli maakte de Vlaamse regering een tweede schijf vrij van 330 miljoen euro. Vanaf 2026 volgt een tweede reeks van lokale projecten.
Van kmo tot grootindustrie
Ook de industrie draagt haar steentje bij. Dat blijkt niet echt uit het totale waterverbruik, dat alleen daalt in tijden van recessie. Maar er zijn duidelijke verschuivingen naar een intelligenter beheer van de verschillende watertypes. Dat is ook een gevolg van een gewijzigde reglementering. Het gebruik van grondwater halveerde sinds 2000. Hemelwater groeide in diezelfde periode met drie kwart. ‘Ander water’ (ijs, afvalwater van andere bedrijven, water dat tussen bedrijven wordt verhandeld) wordt nu ruim vier keer meer gebruikt.
De lijst van projecten gaat heel breed, van een samenwerking van een handvol lokale boeren met een kmo, tot miljoenenprojecten in de grootindustrie. Wasserij Excelsior bijvoorbeeld verhuist in september van het centrum van Ninove naar een 300 meter verder gelegen pand. Daarbij wordt ook het waterbeheer grondig herdacht. In het nieuwe gebouw wordt het regenwater van de buurbedrijven gezuiverd en verzameld in grote zakken. Dat water is voldoende om zo’n tien weken lang kledij industrieel te wassen. Daarnaast wil Wasserij Excelsior ook haar afvalwater recupereren, maar dat kan nog niet. “Voor een klein bedrijf als het onze is dat nog altijd heel moeilijk”, zegt tweedegeneratietelg Ludwina Couck, die de winstgevende kmo met vier werknemers leidt. “Zuiveringsinstallaties hebben een minimale capaciteit van 80 kubieke meter afvalwater nodig en wij verbruiken slechts 50 à 60 kubieke meter. Daardoor is de kosten-batenanalyse nog niet in orde.” (Lees verder onder de grafiek.)

Samenwerken met landbouwers
Aan de andere kant van het spectrum werkt Ardo, het wereldwijde nummer één in diepvriesgroenten, samen met lokale boeren aan zijn waterbeleid. De onderneming, met als controlerende aandeelhouder de familie Haspeslagh en met ruim 3.300 werknemers, haalde in het jongste boekjaar ruim 1,4 miljard euro aan bedrijfsopbrengsten.
Ardo heeft een waterbekken van 150 miljoen liter. Het water vloeit via een 25 kilometer lang netwerk van leidingen naar 500 hectare akkers.
Bij de hoofdzetel in Ardooie heeft ze sinds 2019 een waterbekken van 150 miljoen liter water. Ardo gebruikt zelf 600.000 liter water per jaar, waarvan de helft leidingwater. Door zuivering kan het water twee keer worden benut. Uiteindelijk wordt het nog eens gezuiverd, en vervolgens aan landbouwers in een straal van 5 kilometer rond de fabriek ter beschikking gesteld. Daarvoor wordt samengewerkt met Inero, een landbouwcoöperatie van vijftig boeren in West-Vlaanderen. Het water komt via een 25 kilometer lang netwerk van leidingen in de omringende velden, en vloeit op 500 hectare akkers. “Dit jaar werd al 50 miljoen liter water uitzonderlijk vroeg in het seizoen uit ons bekken onttrokken”, zegt Tijl Goens, de COO van de diepvriesgroentereus. “Dat water ging vooral naar de teelt van spinazie, bloemkool en wortelen. We hebben een soortgelijk systeem in Geer in Haspengouw. Daar irrigeren we 1.200 hectare landbouwgrond nabij onze productiesite. Daarnaast hebben we op meer dan dertig velden in België, Frankrijk en Nederland bodemvochtsensoren geplaatst. Die meten het vochtgehalte op verschillende dieptes. We kunnen de landbouwers gericht adviseren over wanneer en hoeveel water nodig is, wat leidt tot aanzienlijke besparingen.”
Bieten worden drinkwater
Nog een industriële reus is Tiense Suikerraffinaderij. De suikermaker haalde in het boekjaar 2024-2025 ruim 452 miljoen euro bedrijfsopbrengsten met 555 werknemers. Tiense heeft twee centrale initiatieven rond waterbeleid. Een investering in duurzaamheid van 25 miljoen euro leidde onder meer tot een besparing van 150 miljoen liter water in de suikerproductie.
‘We kunnen elke dag ongeveer 1 miljoen liter gezuiverd irrigatiewater geven aan landbouwers of gemeenten’
Daarnaast is er het project Tiense Watervelden. Door de suikerproductie ontstaat jaarlijks 1,4 miljard liter water, want suikerbieten bestaan voor drie kwart uit water. Dat water wordt gezuiverd, en in de eerste plaats opnieuw gebruikt in het productieproces, bijvoorbeeld voor het wassen van suikerbieten. Uiteindelijk komt het opnieuw gezuiverde water in de nabije rivier Grote Gete terecht. Vandaar vloeit het naar de zee. “Hoewel we al veel hergebruiken, blijft er nog altijd een grote hoeveelheid water over”, zegt fabrieksdirecteur Jan Ingels. “We kunnen elke dag ongeveer 1 miljoen liter gezuiverd irrigatiewater geven aan landbouwers of gemeenten. Dat doen we sinds 2019 in periodes van droogte. Ook dit jaar geven we water, sinds begin juli.”
Tiense Suiker wil het structurele overschot aan gezuiverd bietenwater nog duurzamer inzetten. “In samenwerking met De Watergroep zullen we het water verder verbeteren. Het doel is drinkwaterkwaliteit. Daarnaast blijft er net als vandaag water beschikbaar voor de landbouwers, uit een afzonderlijk bassin. We denken ook aan recreatief gebruik door buurtbewoners. Als de operatie samen met De Watergroep lukt, kunnen we jaarlijks 1,4 miljard liter water circulair gebruiken”, benadrukt Jan Ingels. z