Michel Maus
‘De opkomst van het metaverse roept tal van fiscale vragen op’
‘De federale overheidsdienst Financiën mag best vooruitstrevend zijn en virtuele kantoren zullen zeker ook bij de overheid hun plaats hebben. Maar tegelijk moet de dienst dezelfde vooruitstrevendheid tonen tegenover de belastingplichtige en rechtszekerheid brengen voor de boeiende fiscale discussies die zich zullen stellen.’ Dat zegt Michel Maus, advocaat en hoogleraar fiscaal recht.
De website van de federale overheidsdienst Financiën meldde onlangs dat belastingplichtigen voortaan ook door virtuele ambtenaren ontvangen worden. Het gaat om een proefproject van drie maanden in de infocenters van Antwerpen en Luik. Ambtenaren zullen in de vorm van een hologram de belastingplichtigen te woord staan. Een hologram is een driedimensionele afbeelding of video van een object of een persoon. Als u de eerste Star Wars-film uit 1977 hebt gezien, dan herinnert u zich misschien de magische scene waarin Prinses Leia als hologram wordt geprojecteerd door de robot R2D2 en met de epische woorden “Help me, Obi-Wan Kenobi, you’re my only hope“, de rebellen om hulp vraagt. Of Prinses Leia de inspiratie is geweest voor Financiën valt allicht te betwijfelen, feit is dat de federale overheidsdienst met dit project een stap zet in het metaverse, de virtuele wereld die geldt als de opvolger van het internet.
Het project past in de ambities van Financiën in de digitalisering te versmelten met de voorkeur van sommige belastingplichtigen voor ‘fysieke’ contacten. Als de test succesvol is, zullen de belastingplichtigen, volgens het persbericht, op termijn niet meer naar de kantoren van de federale overheidsdienst moeten komen. Het persbericht stelt tot slot dat het hologram in principe ook bij de belastingplichtige thuis of op kantoor geprojecteerd kan worden, zodat de fiscus “nog gemakkelijker bereikbaar” zal zijn.
De opkomst van het metaverse roept tal van fiscale vragen op.
Op zich is het een goede zaak dat Financiën anticipeert op technologische evoluties. Verwacht wordt dat we binnen enkele jaren zowel privé als professioneel via avatars in de metaverse met elkaar zullen communiceren en interageren, en dat we massaal in 3D-webshops producten zullen kopen. Dat de fiscus nu al de stap naar de virtuele ambtenarij zet, mag best vooruitziend genoemd worden en moet gestimuleerd worden. De vraag is echter of de belastingplichtigen dit ook zo zien en wat hun reactie zal zijn als ze worden geconfronteerd met een virtuele versie van hun belastingambtenaar.
De opkomst van het metaverse roept ook tal van fiscale vragen op die momenteel onbeantwoord blijven. Daar moet Financiën op anticiperen en met rondzendbrieven voor rechtszekerheid zorgen. Zo niet dreigt, net zoals met de opkomst van de cryptomunten, een gevecht met de rulingdienst waar uiteindelijk alleen de fiscale consultants beter van worden. Er is bijvoorbeeld de vraag over de afschrijfbaarheid van virtuele grond. Als een bedrijf in het metaverse een 3D-kantoor, showroom of expositieruimte wil bouwen, moet eerst virtuele grond gekocht worden. Fysieke grond is niet afschrijfbaar, maar wat met virtuele grond? Hetzelfde geldt voor de oprichting van virtuele gebouwen. In de echte wereld moeten gebouwen over minstens twintig jaar worden afgeschreven, maar wat met virtuele gebouwen? En wat als een bedrijf een 3D-winkel heeft opgericht in pakweg Threedee World of Decentraland, waar is deze winkel dan gevestigd? Is dat het land waar het bedrijf is gevestigd, of is dat in het land waar Threedee World of Decentraland zijn gevestigd, of zelfs in het land waar de servers staan waarop deze 3D-werelden draaien?
De federale overheidsdienst Financiën mag best vooruitstrevend zijn en virtuele kantoren zullen zeker ook bij de overheid hun plaats hebben. Maar tegelijk moet de dienst dezelfde vooruitstrevendheid tonen tegenover de belastingplichtige en rechtszekerheid brengen voor de boeiende fiscale discussies die zich zullen stellen. Het is hoog tijd om daar aandacht aan te besteden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier