Daan Killemaes

‘De nuttige staatsgreep in de sociale zekerheid’

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

“De sociale partners moeten eerst zelf wat meer en beter op de centen letten, voor ze aan de federale uier mogen hangen”, zegt Daan Killemaes, hoofdredacteur van Trends.

Voor de vakbonden en de ziekenfondsen zijn de volgende drie vragen staatsgevaarlijk. Zijn er maatregelen tegen sociale fraude genomen? Hoeveel draagt de sociale zekerheid bij aan de sanering van de overheidsfinanciën? Welke maatregelen stellen de sociale partners voor als hun sociale akkoorden een bres slaan in de begroting?

Die vragen getuigen niet meteen van sociale afbraak, maar toch reageren de vakbonden en de ziekenfondsen in De Standaard vandaag nogmaals als door een wesp gestoken op de hervorming van de financiering van de sociale zekerheid. Het monument van sociale bescherming kan elk jaar rekenen op een gulle dotatie van de federale overheid om uit de rode cijfers te blijven, maar in het najaar maakte de regering die blanco cheque voorwaardelijk. De evenwichtsdotatie zal voortaan pas toegekend worden na de aftoetsing van zes ‘responsabiliseringscriteria’, zoals de maatregelen tegen de sociale fraude. Kortom, de sociale partners moeten eerst zelf wat meer en beter op de centen letten, voor ze aan de federale uier mogen hangen. Dat is de logica zelve, ook zonder de budgettaire druk van vandaag.

De sociale partners moeten eerst zelf wat meer en beter op de centen letten, voor ze aan de federale uier mogen hangen

De vakbonden en de ziekenfondsen schuwen de grote woorden nochtans niet. Ze hebben het over “de onopgemerkte maar gevaarlijke verzwakking van de sociale zekerheid”, de “destabilisatie van de sociale zekerheid” en het “einde van ons socialezekerheidsmodel”. Het is een klassiek en doorzichtig staaltje van bangmakerij om de eigen machtspositie te beschermen. De regering versterkt met deze extra controle inderdaad haar greep op de sociale zekerheid, die als een staat binnen de staat opereert, met een werkingsbudget van 2,17 miljard euro. Die staatsgreep is nuttig, want alleen zo maakt de federale regering een kans om de begroting onder controle te krijgen en geld vrij te maken voor groeivriendelijke investeringen. Op termijn kan voor een vergrijzende bevolking alleen een sterke economie een sterke sociale zekerheid dragen.

Grappig is dat de vakbonden en de ziekenfondsen de regering verwijten dat ze de budgettaire gevolgen van beleidskeuzes bij de sociale partners zal leggen. Het is nochtans altijd de specialiteit van de sociale partners geweest de kosten van hun sociale keuzes af te wentelen op de belastingbetaler. Het is wel fijn vast te stellen dat Patrick Develtere, de topman van beweging.net, vindt dat de gevolgen van eigen beleidskeuzes niet op een derde betaler mogen worden afgewenteld. Beweging.net probeert nochtans schaamteloos de verliezen van zijn Dexia-avontuur met Arco deels af te wentelen op de belastingbetaler.

Met de besparingen in en de aanval op de sociale zekerheid valt het bovendien wel mee. Vakbonden en ziekenfondsen citeren in hun brief geen enkel cijfer, terwijl die toch voor enige relativering kunnen zorgen. De sociale zekerheid kan in 2017 rekenen op een budget van 99,2 miljard euro, tegenover 95,9 miljard euro in 2016. Dat is dus een stijging met ongeveer 3 procent. Besparen betekent in dit land nog altijd niet ‘minder uitgeven’, maar wel ‘minder meer uitgeven’. Het budget van de sociale zekerheid kan daarbij rekenen op 33,9 miljard euro die de federale regering toestopt, onder meer via de alternatieve financiering en de evenwichtsdotatie. Vorig jaar bedroeg die subsidie nog 32,2 miljard euro. De sociale zekerheid is elk jaar iets minder een verzekeringsmechanisme en iets meer een algemeen basisrecht.

De vakbonden en de ziekenfondsen sluiten hun pleidooi voor het behoud van een blanco cheque en een vrijstelling van budgettaire verantwoordelijkheid onvermijdelijk af met een pleidooi voor “fiscale rechtvaardigheid”. De alternatieve financiering van de sociale zekerheid rust met deze hervorming nochtans nog meer op ontvangsten van de roerende voorheffing, die de voorbije jaren verdubbeld is van 15 naar 30 procent. Dat is een inspanning die meer verdient dan totaal genegeerd te worden. De sociale zekerheid heeft op termijn veel meer toekomst met een efficiënter beheer, dan met een verdere belastingverhoging die de economische fundamenten van dat monument aantasten. Onze sociale zekerheid wordt bedreigd als de sociale partners de drie bovenstaande vragen niét kunnen beantwoorden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content