De mist over de Chinese economie: ‘Data vertonen geen enkele gelijkenis meer met realiteit’
De officiële economische gegevens van China hebben altijd al hun gebreken gehad. Dat is er de voorbije jaren niet op verbeterd. Maar de interne informatiesystemen van de Communistische Partij kunnen ook gebrekkig zijn.
Het artikel van Zhao Jian stond op 16 augustus slechts een paar uur online voordat het door censoren werd verwijderd. Zhao, een gerespecteerd econoom, stelde dat het moeilijk te begrijpen was waarom de Chinese regering niet meer moeite deed om de Chinese economie te stimuleren. “De markt kan de logica en de restricties van de besluitvormers niet begrijpen”, schreef hij. De verwijdering van het artikel bewees, ironisch genoeg, Zhao’s punt. China’s leger van internetcensoren zuivert routinematig berichten die indruisen tegen het beleid van leider Xi Jinping. Maar wat als te gevoelig wordt beschouwd, is de afgelopen jaren snel uitgebreid en omvat nu ook veel discussies over de economie. Academici en deskundigen die een debat willen voeren over schijnbaar alledaagse economische zaken, worden het zwijgen opgelegd. Gegevens die vroeger makkelijk beschikbaar waren, verdwijnen uit de publieke sfeer.
Verbeterd en geoptimaliseerd
China’s officiële economische gegevens hebben altijd al hun gebreken gehad. Li Keqiang, de vorige premier, heeft zelf de nauwkeurigheid ervan in twijfel getrokken. Economen hebben lang gemopperd dat het nationale statistiekbureau niet genoeg details geeft over zijn methodologie. Maar China-watchers gingen ervan uit dat de gegevens geleidelijk uitgebreider en betrouwbaarder zouden worden.
Het tegenovergestelde lijkt te gebeuren. Recente gegevens over de kapitaalrekening van China waren zo tegenstrijdig, dat het Amerikaanse ministerie van Financiën Chinese ambtenaren opriep de cijfers te verduidelijken. Er volgde een ingewikkelde verklaring, die de zaken alleen maar verder verwarde. Op 19 augustus stopten de Chinese beurzen, tot ongenoegen van de beleggers, met het publiceren van dagelijkse data over de stromen buitenlands kapitaal, een cruciale graadmeter voor het sentiment. Die cijfers worden alleen nog per kwartaal bekendgemaakt.
Werkloze jongeren
Ondertussen komen de gegevens die openbaar worden gemaakt, steeds minder overeen met de ervaring van bedrijven en investeerders ter plaatse. Volgens de officiële cijfers is de groei van het bruto binnenlands product (bbp) teruggekeerd naar het niveau van voor de pandemie, ondanks de malaise in de huizensector en de lage investeringen in infrastructuur. Dat is een lachwekkend, zegt Logan Wright van het adviesbureau Rhodium Group: “Het bredere probleem is simpelweg dat de gegevens over het bbp geen enkele gelijkenis meer vertonen met de economische realiteit.”
De voortdurende verdraaiing van officiële statistieken lijkt bedoeld om nieuws te verdoezelen dat de regering in verlegenheid zou kunnen brengen. Midden 2023 zei een professor aan de Universiteit van Peking publiekelijk dat 16 miljoen werkloze jongeren niet in de werkloosheidsstatistieken voorkwamen, omdat ze gestopt waren met het zoeken naar werk. Met hen erbij geteld, zou het percentage werkloze jongeren meer dan 46 procent bedragen. Binnen een maand stopte het statistiekbureau met het publiceren van data over de jeugdwerkloosheid in de steden. In januari begon het met het publiceren van een “verbeterd en geoptimaliseerd” cijfer, dat veel lager was.
Weinig inhoud
De stoutmoedige beweringen van ambtenaren over de Chinese economie worden vaak niet ter discussie gesteld, tenminste niet in het openbaar. De regering heeft verklaard dat niemand in China meer in absolute armoede leeft. Toch is er in de media bijna geen debat geweest over die bevinding. Hetzelfde geldt voor onderwerpen die van groot belang zijn voor de economie, maar lastig voor ambtenaren. De grootste slachtoffers van de Chinese vastgoedcrash zijn de 20 tot 30 miljoen huishoudens die vermoedelijk hebben betaald voor appartementen die nooit zijn afgewerkt. Om de vastgoedmarkt nieuw leven in te blazen, is het cruciaal te begrijpen wie die mensen zijn en wat kan worden gedaan om hen te helpen. Toch lijken maar weinig economen daar onderzoek naar te doen.
De economische effecten van lange, ernstige en impopulaire lockdowns tijdens de pandemie in steden als Sjanghai en Wuhan zijn nooit openbaar onderzocht. Journalisten en commentatoren die op sociale media zulke onderwerpen aansneden, zijn gevangengezet. Het werkelijke aantal doden door covid-19 in China is onbekend. Een vooraanstaande wetenschapper in Sjanghai, die onderzoek deed naar de oorsprong van covid, werd dit jaar uit zijn laboratorium gezet.
De terughoudendheid om over de Chinese economie te praten, strekt zich uit tot private interacties met buitenlanders. Bezoekende zakenmensen bevestigen dat ontmoetingen wel gemakkelijk te regelen zijn, maar de discussies missen inhoud, klagen ze. De argumenten die lokale ambtenaren gebruiken om investeringen naar hun regio aan te trekken, zijn vaag en formeel geworden, klinkt het. Er zijn weinig details bekend over de lokale economische omstandigheden. En het is veel moeilijker meer inhoudelijke ontmoetingen met regelgevende instanties te krijgen.
Beperkingen
Buitenlandse academici melden soortgelijke ervaringen. Veldwerk doen in China wordt steeds moeilijker, zegt Huang Yanzhong van Seton Hall University in Amerika, omdat contact met buitenlanders riskant kan zijn voor de lokale bevolking. “Je voelt het politieke klimaat en je wilt mensen niet in de problemen brengen.”
Dat soort beperkingen geldt ook voor buitenlandse journalisten. Velen zijn na de pandemie teruggekeerd naar China en merkten dat hun interacties met bedrijven onder streng toezicht van bureaucraten staan. In de industriestad Hefei hebben grote Chinese bedrijven instructies gekregen om niet met de pers te spreken zonder toestemming van de lokale autoriteiten. Journalisten wordt gevraagd reisplannen van uur tot uur in te dienen, met de namen van degenen die ze willen interviewen. Sommige diplomaten worden op ongeveer dezelfde manier behandeld. Effectenmakelaars zijn steeds terughoudender om analistenrapporten te overhandigen. Negatieve berichten over de Chinese economie of het staatsbeleid worden zeldzaam.
De toegang tot de Chinese universiteiten wordt ook steeds beperkter, waardoor een van de belangrijkste manieren waarop buitenlanders en de lokale bevolking hun inzicht in de Chinese economie konden verbeteren, wordt ingeperkt. Toen een groot deel van de campussen begin vorig jaar na de coronalockdowns weer openging, bleven sommige universiteiten voor buitenlanders gesloten. Tot nu hebben bezoekers toestemming nodig om die campussen te betreden.
Sinds Xi in 2012 aan de macht kwam, zijn de omstandigheden waaronder academici werken veel strenger geworden. In 2019 wijzigden verscheidene topuniversiteiten hun statuten, om expliciet te verwijzen naar hun loyaliteit aan de Communistische Partij. Controversiële onderwerpen kunnen worden besproken, zolang het beleid van de centrale regering niet geanalyseerd wordt. Sommige economische onderzoekers konden lokale onderzoeken uitvoeren over controversiële onderwerpen, maar zijn niet van plan ze te publiceren. In plaats daarvan bewaren ze hun bevindingen, in de hoop dat er een tijd komt dat het veilig is om ze te publiceren.
Interne rapporten
De geleidelijke verstikking van informatie roept dezelfde vraag op die Zhao Jian in zijn gecensureerde artikel stelde: op welke basis nemen Xi en andere hoge ambtenaren beslissingen over de economie? China heeft lang een vertrouwelijk systeem gehanteerd voor het verzamelen van informatie uit de academische wereld, de nieuwsmedia en denktanks. Journalisten, onderzoekers en economen worden gevraagd “interne rapporten” te schrijven – neican in het Chinees. Die documenten worden op alle overheidsniveaus besteld. Lokale ambtenaren hebben toegang tot analyses van lokale onderzoekers. Wetenschappers van topuniversiteiten en denktanks produceren rapporten voor de hoogste leiders in Peking.
Zulke rapporten kunnen veel uitgesprokener zijn dan materiaal dat openbaar wordt gemaakt. Academici en journalisten kunnen een soort dubbelleven leiden: ze produceren zowel openbare rapporten als rapporten die alleen bedoeld zijn voor de ogen van ambtenaren. Een verslaggever van het staatspersbureau Xinhua kan, bijvoorbeeld, achter de schermen explosieve artikelen schrijven over vervuilende bedrijven of corrupte ambtenaren. Het is een voorrecht interne rapporten te mogen schrijven, zegt een van die auteurs, die opmerkt dat er een hevige concurrentiestrijd gaande is.
Denktanks zijn een steunpilaar van het neican-regime. Onder Xi werden onafhankelijke denktanks gedwongen te sluiten, maar het aantal staatsgerelateerde denktanks is toegenomen. Stads- en provinciale overheden, ministeries en zelfs sommige staatsbedrijven hebben er honderden opgericht. Tussen 2018 en 2020 verdrievoudigde het aantal van die organisaties bijna, van 507 naar 1.413. (De rage luwt een beetje: eind vorig jaar waren er nog slechts 1.096.) Het merendeel van hun onderzoek is alleen bestemd voor intern gebruik. Hun output kan ambtenaren inzicht geven in problemen als de vastgoedcrash, zegt een onderzoeker. Een ander bevestigt dat hij in staat is openlijk te schrijven over administratieve problemen, zoals de moeilijkheid regeringsdecreten uit te voeren die haaks op elkaar staan.
Rode lijn
De ultieme vraag is hoeveel van die informatie doordringt tot de top van de Communistische Partij. Dat is moeilijk te zeggen. Neican-auteurs scheppen vaak op over de invloed van hun rapporten, zegt Huang Yanzhong. Maar er zijn geen betrouwbare gegevens over wie invloed heeft op het overheidsbeleid. Een onderzoeker zegt dat hij op de hoogte wordt gebracht, als een hoge ambtenaar een aantekening maakte bij een van zijn rapporten, maar dat hem niet wordt verteld wat erin staat. De overvloed aan denktanks levert vermoedelijk een enorm aantal aanbevelingen aan verschillende onderdelen van de regering.
Bovendien lijkt het logisch dat neican-rapporten de neiging hebben de autoriteiten te vleien. Een staatsonderzoeker merkt op dat hoe positiever zijn analyse is, hoe beter die wordt ontvangen. Het omgekeerde blijkt ook waar te zijn: dezelfde onderzoeker die zei dat hij vrij was bestuurlijke problemen te bespreken, waarschuwt ook dat hij nooit directe kritiek uit op beleid van hogerhand.
Niemand buiten de hoogste regionen van de macht weet precies wat Xi leest en hoe hij handelt op basis van de informatie. De economische beleidsvorming van China is altijd ondoorzichtig geweest, maar dat maakte minder uit, toen de groei sterk was en de beleidsmakers pragmatisch leken. Nu de groei afneemt en de bureaucratie ideologischer wordt, is het gebrek aan goede informatie over de Chinese economie veel zorgwekkender.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier